- 30 december 2020 - BeNeLiga is nog heel ver weg
Zal de BeNeLiga na bijna dertig jaar sudderen in 2021 dan wél dichterbij komen? Wie deze week het Nederlandse magazine Voetbal International leest, blijft in grote onzekerheid achter. In een vierkante-tafelgesprek met de vier directeuren van Ajax, AZ, Feyenoord en PSV overheerst grote twijfel. ,,Wij zijn niet de grote initiatiefnemers, dat zijn de Belgen”, zegt Edwin van der Sar, de topman van Ajax. ,,Ik denk ook dat de Belgen enthousiaster zijn”, voegt Toon Gerbrands (PSV) daaraan toe
Ronduit afkerig volgen de meeste andere clubs in Eredivisie en Eerste Divisie de ontwikkelingen rond de BeNeLiga. De indruk bestaat dat maar weinigen in het Nederlands voetbal hierop zitten te wachten. Onder clubs, supporters en in de mediawereld is de verdeeldheid op vrijwel elk ander thema rond de bal vele malen groter.
De BeNeliga kreeg in maart 2019 nieuw leven ingeblazen door Bart Verhaeghe, de voorzitter van Club Brugge. Een gezamenlijke topcompetitie in de Lage Landen moest het antwoord worden op de machtsconcentratie van de toplanden met hun clubs en mega-media-inkomsten.
Als uitsluitsel van de druk vanuit de Europese topclubs hanteert de UEFA vanaf volgend seizoen een systeem met promotie/degradatie tussen de Champions League, Europa League en de nieuwe Conference League. Nog kleiner worden daardoor kansen voor clubs uit kleine landen om door te dringen tot het hoogste niveau.
Op initiatief van elf clubs (zes Nederlandse, vijf Belgische) verkent Monitor Deloitte, het strategie consulting team van advies-multinational Deloitte, de markt voor een BeNeLiga. BENELIGA Business Plan, luidt hun tussenrapportage van 255 pagina’s. De consultants werken nog altijd stug door, logisch met een opdracht waarvan het honorarium tegen de vijf ton aanloopt. Uit de opmerkingen vanuit de Nederlandse Top-4 kan worden opgemaakt dat er nog nauwelijks iets concreets is dat de animo al stimuleert.
Het lijkt wel een hordenrace, zoveel obstakels liggen er op het pad van de BeNeLiga. Aan de hand van de gedachtenuitwisseling in Voetbal International volgen we hier de belangrijkste hindernissen:
EUROPESE TICKETS
Bij een gezamenlijke competitie lijkt het onhaalbaar dat zowel België als Nederland elk een eigen quotum deelnemersplaatsen in het Europese toernooivoetbal kan behouden. Instituten als de Premier League dulden niet méér gelijken. ,,Er is een aantal KNVB-mensen bij de UEFA-top geweest. Zij gaan echt niet de tickets van Nederland en België optellen. Dat worden er nooit tien”, weet Toon Gerbrands, de ceo van PSV, heel stellig.
Van der Sar daarover: ,,De UEFA wil eerst een plan voor ná 2024. Pas daarna willen ze in gesprek over multinationale competities. Want er zijn ook initiatieven in Noord-Ierland en Ierland, Tsjechië en Slowakije en zo zijn er nog een paar.” Met hooguit zeven deelnemers wordt de spoeling voor Nederland en België dunner en de kans op een zeteltje in de Champions League kleiner. De Europese inkomsten, met name die in de Champions League, zullen altijd prioriteit behouden bij clubs als Ajax en PSV.
,,De UEFA zal ons de beslissing laten nemen. Wij moeten bepalen of we het willen. Hoe zit het met de Europese tickets Wat levert het financieel op? Dat zijn de twee hoofdvragen”, stelt Robert Eenhoorn (AZ). Het is een visie, gelanceerd vanaf de hoogste etage in het Nederlandse voetbal. Voor de meeste clubs daaronder tellen andere belangen.
DRAAGVLAK
Geen club uit het zogeheten rechter-rijtje van de Eredivisie voelt zich momenteel geroepen om steun te verlenen aan een project dat er toe kan leiden dat ze zelf op een lager niveau verzeild raakt, beneden een nieuwe BeNeLiga. Sleutelen aan de competitieformule vereist in Nederland een moeizaam besluitvormingstraject.
Bij ingrijpende beslissingen die de Eredivisie aangaan, is nu al een meerderheid van vijf-zesde vereist. Al vaak genoeg is gebleken dat die stemverhouding wezenlijke ingrepen in de weg staat. Ook buiten de Eredivisie zijn er instituten die daarover mogen meebeslissen, zoals de Eerste Divisie, de spelersvakbond en het amateurvoetbal, elk met eigen opvattingen en voorkeuren.
WETGEVING
Grote verschillen bestaan er in de twee landen tussen de belastingheffing bij voetbalclubs en de wetgeving voor de toelating van werknemers (profvoetballers) van buiten de Europese Unie. In Nederland geldt hiervoor een salarisnorm van minimaal ruim vier ton per jaar.
Een belastingvriendelijk klimaat ten aanzien van alle spelerssalarissen kent Nederland niet. Gerbrands: ,,Er leven veel vragen over de belastingregimes en de ongelijkheid ten aanzien van spelers van buiten de Europese Unie. Je moet dus ook nog gelijke spelregels zien te krijgen.”
FINANCIEEL
Talloze varianten zijn door Deloitte uitgewerkt waarmee de BeNeLiga als financieel aantrekkelijker wordt voorgespiegeld. De schetsen variëren van 175 tot 475 miljoen euro. Maar niet eens becijferd is tot hoeveel de inkomsten kunnen oplopen indien de huidige situatie een vervolg krijgt.
Zo blijft onder meer in het ongewisse wat de huidige tv-contracten voor alleen het Nederlandse voetbal, straks kunnen opleveren. Ook is de inmiddels gerealiseerde commerciële waardestijging met tussendoor gesloten nieuwe contracten voor circa 40 miljoen euro niet meegeteld.
TV-SYSTEEM
Het tv-contract voor de Eredivisie, lopend tot medio 2025, is in Nederland in handen van FOX Sports, dat vanaf 1 januari de naam van moederbedrijf ESPN gaat dragen. Het tv-contract is dit jaar in waarde gestegen doordat het kabelbedrijf Vodafone/Ziggo (met 3,,4 miljoen aansluitingen op tv en internet) tegenwoordig voor élke eigen abonnee een aparte bijdrage moet betalen voor het voetbal op FOX (ESPN), ongeacht of er tevens een specifiek abonnement bij FOX aan gekoppeld is.
Gerbrands: ,,Wij hebben in Nederland een tv-markt met heel veel aansluitingen. Onder bijna elk huis ligt wel een kabel. Dat leidt tot een heel ander verdienmodel dan in België. Daar moet je veel meer met systemen achter de decoders werken. Er zitten echt behoorlijk wat haken en ogen aan.”
NIEUWE STRUCTUUR IN NEDERLAND
Parallel aan het marktonderzoek van Deloitte voor een BeNeLiga lopen in Nederland momenteel verregaande besprekingen over de samenvoeging van de twee aparte organisaties van clubs in Eredivisie (ECV) en Eerste Divisie (CED) tot een gezamenlijke Dutch League.
,,In die setting kom je straks weer tot een nieuwe discussie over de Nederlandse competitieopzet. In het voorjaar weten we meer. Het zal een Eredivisie 2.0 worden of een een BeNeLiga”, aldus Mark Koevermans, de ceo van Feyenoord.
DE TOEKOMST
Gebrands: ,,We willen een solidair systeem. Maar dat moet dan wel gebeuren met geven en nemen. Het moet een totaalplan zijn. Straks ligt het BeNeLiga-rapport er, waar we ja of nee tegen kunnen zeggen. De hele reorganisatie van de ECV komt er aan. De relatie met de KNVB ligt op tafel, Kortom, er komt een interessant half jaar aan.”
- 22 december 2020 - Ajax treft Amsterdamse Muur bij Lille
Niet alles wat bij Ajax opbloeit, mag opvlammen in het eerste elftal. Kijk naar Noa Lang, het dekselse duiveltje van Club Brugge. Slechts twee handjes vol is het aantal wedstrijden waarin hij mocht meespelen, meestal als late invaller, twee keer maar vanaf de aftrap. Schraler nog is het cv dat Sven Botman opbouwde bij Ajax. Tien jaar lang speelde hij bij Ajax op opleidingscentrum De Toekomst. Maar de deur van de Johan Cruijff ArenA opende zich nooit voor hem.
Sven Botman is een bijna 21-jarige verdediger van LOSC Lille, een slungel die dit seizoen met zijn lengte van 1.93 en stug verzet in de duels indruk maakt in de Franse Ligue 1. Met De Muur heeft hij al een beeldende bijnaam gekregen. Zondagavond konden Kean en Di Maria, de aanvalstandem van Paris Saint-Germain, zich nauwelijks van hem losketenen. Het bleef 0-0 waarmee Lille zich handhaafde als competitieleider.
Sven Botman kreeg niet alleen een 7 als rapportcijfer in L’Equipe, hij werd tevens geprezen als symbool voor de onbuigzaamheid van de surprise-koploper. De ontwikkeling van Botman verrast Ajax. Hij was een belangrijke kracht in het onder 17-team dat in 2017 de Future Cup won, een jaarlijks toernooi van Ajax waarin de talenten worden gemeten aan leeftijdsgenoten bij Europese topclubs. Anderhalf jaar geleden oordeelde Ajax dat Botman als huurspeler ervaring moest gaan opdoen bij sc Heerenveen, in de middenmoot van de Eredivisie.
ACHT MILJOEN
Een jaartje in Friesland heeft Botman goed gedaan. Daar zagen de scouts van Lille een verdediger die in staat moest zijn de naar Arsenal vertrekkende Braziliaan Gabriel Magelhaes op te volgen als linksbenige centrumverdediger. Zelfs een nieuw contract, tot medio 2023, kon hem niet langer bij Ajax houden. Acht miljoen euro trok Lille uit om het nieuwe contract af te kopen. Botman werkte graag mee, zeker nadat coach Erik ten Hag hem had verteld dat hij bij terugkeer naar Amsterdam nog zeker geen eerste keus zou zijn, met Daley Blind en Lisandro Martinez als linksbenige centrumverdedigers nog voor hem in de pikorde. ,,Qua perspectief had ik een beter gevoel voor Lille. Hun verhaal klopte gewoon”, zei Botman onlangs in het weekblad Voetbal International.
Sven Botman hoeft zijn keuze niet te betreuren. In Frankrijk waarderen ze zijn duelkracht, gecombineerd met finesse in de linkervoet. Zijn lengte is een wapen in de lucht, met kopballen die zowel redding brengen als aanvalskracht etaleren. Gaandeweg heeft nu ook Nederland hem ontdekt. Bij Jong Oranje is hij niet langer automatisch reserve. Toen bij het ‘grote’ Oranje vorige maand met Nathan Aké nóg een verdediger wegviel, haalde Frank de Boer hem voor de laatste twee interlands van 2020 bij de A-selectie.
VINGERWIJZING
De ontwikkeling die Botman doormaakt, kan ook worden uitgelegd als een vingerwijzing naar Ajax, en naar de opvattingen die in het Nederlands voetbal vaak de overhand krijgen. ,,Qua perspectief had ik een beter gevoel bij Lille. In Nederland wordt vooral gekeken hoe goed je bent in de opbouw, ook als verdediger. De wijze waarop ik bij Lille moet spelen, me concentreren op het uitschakelen van een spits, past bij mij”, aldus Botman in Voetbal International.
Sven Botman is niet de eerste speler uit de jeugdopleiding van Ajax die elders naam maakt. In de Franse Ligue 1 komt Mitchel Bakker als linksback sinds vorig jaar al regelmatig aan bod bij Paris Saint-Germain. Kaj Sierhuis, een spits die via Ajax en FC Groningen bij Stade de Reims is beland, krijgt vooralsnog minder speeltijd.
Botman kan inmiddels niet alleen wijzen op de prestaties met Lille in de Franse competitie, ook internationaal staat hij zijn mannetje, als trouwe defensiepartner naast de Portugees Fonte. In de Europa League kreeg Zlatan Ibrahimovic bij de duels tussen Lille en AC Milan geen voet aan de grond tegen de Nederlandse verdediger.
NIEUWE EIGENAAR
Een nieuwe internationale krachtmeting die extra interesse zal oproepen, volgt in februari 2021. Uitgerekend Ajax is als tegenstander van Lille uit de koker gekomen voor de volgende ronde in de Europa League. Beide clubs stonden vorig seizoen al tegenover elkaar in de groepsfase van de Champions League. Ajax won beide wedstrijden: 3-0 en 0-2.
Het weerzien met Botman zal niet het enige Nederlandse accent zijn bij de duels tussen Ajax en Lille. De Franse club is sinds vorige week eigendom van Callisto Sporting, onderdeel van het Luxemburgse investeringsfonds Merlyn, geleid door de Nederlandse zakenman Mark Petermann.
WINSTON BOGARDE
Appjes uit Amsterdam van zijn vroegere maatjes hebben Sven Botman al voorbereid op de komende confrontaties. Botman, geboren onder de rook van Amsterdam in Badhoevedorp, kan dan ook Winston Bogarde van nabij laten zien welke vorderingen hij heeft gemaakt. Bogarde, ex-international en ex-speler van Ajax, Milan, Barcelona en Chelsea, is nu assistent van Ten Hag en eerder individueel trainer van Botman bij Ajax.
Over de band met Bogarde zei Botman onlangs in het dagblad Het Parool: ,,We hebben een bijzondere relatie. Het was in het begin zeker niet gezellig tussen ons. Ik moest wennen aan zijn directe en harde aanpak. Hij moest eraan wennen dat hij van die puberjongetjes soms een weerwoord kreeg. Dat botste weleens, maar we zijn vrienden geworden. Ook toen ik vorig seizoen bij Heerenveen speelde, hadden we geregeld contact. Belde hij me op als hij een serie wedstrijden had gezien: let hierop, let daarop. Maar ik ben vooral mentaal gegroeid onder Bogarde. Een man geworden. Mijn transfer naar Lille heb ik ook zeker deels aan hem te danken.”
‘ONAFGEMAAKT’
Botman blijft Ajax zien als een ‘onafgemaakt’ hoofdstuk. Hij heeft het gevoel dat alles nu pas gaat beginnen. Vanaf zijn achtste voetbalde de voormalige pupil van Pancratius in Badhoevedorp bij Ajax. ,,Prachtige tijd. Het was mijn doel in Ajax 1 te spelen, dat is niet gelukt, maar ik ben heel blij met waar ik nu zit. En ik blijf supporter van Ajax hoor.”
- 19 december 2020 - Han Grijzenhout en de leer van Michels
Bijna 24 jaar was hij hoofdcoach, bij liefst tien Belgische clubs. Verknocht aan Vlaanderen raakte Han Grijzenhout daardoor; vooral aan Brugge waar hij drie keer terugkeerde bij Cercle en in 1980 kampioen werd met Club. Met hem overleed donderdag 17 december in Gent, enkele dagen voor hij 88 zou zijn geworden, een onvervalste Amsterdammer die als trainer zijn Nederlandse scholing met de strenge leer van Rinus Michels nooit vergat.
Een grote schok was het bijvoorbeeld voor de spelers van Cercle Brugge wat hij ze inpeperde bij zijn komst in 1972. ,,Tijdens de eerste training stond een speler plotseling aan de kant te plassen. Dat gebeurde daar gewoon. Daar heeft Han meteen een einde aan gemaakt”, vertelde zijn echtgenote Coby in 1997 in De Volkskrant, aangevuld door haar man met: ,,En ik verbood dat de vrouwen met de bus meereisden naar uitwedstrijden.”
Han Grijzenhout trotseerde de opstand onder de spelers. Als assistent van Rinus Michels had hij bij Ajax met Johan Cruijff, Piet Keizer en Wim Suurbier al genoeg lastige types moeten intomen. In 1969 werd Grijzenhout bij Ajax benoemd tot scout én eerste assistent van Michels. Hij overtuigde zijn baas om Louis van Gaal, als tweede-elftalspeler, naar Ajax te halen, maar aan de eerste viool kwam Grijzenhout in zijn vaderland nooit toe.
BIJ TWEE EUROPESE TRIOMFEN
Wél stak Grijzenhout bij het vertrek van Michels in 1971 naar FC Barcelona zijn vinger op om hem op te volgen. Ze vonden hem niet ervaren genoeg, maar gewillig leverde hij vervolgens zijn bijdrage aan een tweede Europese triomf bij de landskampioenen voor Ajax onder de Roemeen Stefan Kovacs.
Aan de vooravond daarvan kondigde Han Grijzenhout zijn keuze voor Cercle Brugge aan. Leo Horn, een befaamde oud-scheidsrechter, effende voor hem het pad naar Brugge. Grijzenhout in 1997: ,,Een Belgische scheidsrechter die in het bestuur van Cercle zat, had Horn gevraagd of hij niet een goede Nederlandse trainer kende. Ja hoor, zei Horn.’’
INTERIEURTEKENAAR
‘Een harde’, noemden ze Han Grijzenhout toen ze hem op zijn 39ste bij Cercle Brugge leerden kennen. Drie jaar Michels hadden Grijzenhout streetwise in het trainersvak gemaakt. Voordien was hij enkele jaren jeugdtrainer bij Ajax na eerder bij amateurclub ADM te hebben gewerkt. Als speler van het Amsterdamse DWS, de tweede club van Amsterdam in het betaald voetbal, combineerde hij voetballen nog met een voltijdsbaan; eerst als leerling-meubelmaker, later als interieurtekenaar.
Grijzenhout drukte het stempel van de lessen onder Michels op Cercle Brugge. Grijzenhout destijds daarover: ,,Michels is een keurmerk. Kovacs, zijn opvolger, was zijn tegenpool, maar heeft in die rol Michels uitstekend aangevuld.’’
BIJ DEBUUT JOHAN CRUIJFF
Cercle Brugge was pas een jaar terug op het hoogste niveau van België toen hij er in 1972 neerstreek. Een jaar later al mocht Grijzenhout zijn club naar een groot Europees podium leiden. In Barcelona werd een tegenstander gezocht voor het debuut op 5 september 1973 van Johan Cruijff, die pas vanaf 1 december in de Spaanse competitie mocht uitkomen.
Een mooie gelegenheid, vond Rinus Michels om zijn altijd trouwe bondgenoot met diens Belgische club uit te nodigen. Diverse spelers moesten daarvoor wel vrij nemen van hun nog dagelijkse werk, zelfs de spelersvrouwen mochten mee. Niemand ging gebukt onder de nederlaag met 6-0, omlijst met drie Cruijff-goals. Jean Corthouts kreeg zelfs een speciaal souvenir van zijn tegenstander mee, het shirt waarin Cruijff zijn allereerste wedstrijd voor Barcelona speelde.
De naam Grijzenhout is sindsdien voorgoed verbonden aan Cercle Brugge. Verdeeld over vier periodes werkte hij er tien jaar. Grijzenhout was verder trainer van Lokeren, Club Brugge, AA Gent, KV Kortrijk, Tielen, Eendracht Aalst KV Oostende. THOR Waterschei en Roeselare SK. Ook als hij ergens ontslagen was, altijd vond Han Grijzenhout wel een nieuwe club; totdat het in 1995 mooi genoeg was geweest.
- 14 december 2020 - Einde nadert voor de effectiefste spits van Oranje
‘De beste nummer 9 van Nederland in de laatste 20 jaar’, orakelde Pierre van Hooijdonk zondagavond in het NOS-praatprogramma Studio Voetbal. Hij had het over Klaas-Jan Huntelaar, die zaterdagavond zijn afscheid bij Ajax had aangekondigd, ná dit seizoen. Van Hooijdonk vergat zomaar Ruud van Nistelrooij, topscorer in Engeland, Spanje en in liefst drie seizoenen in de Champions League. Of Patrick Kluivert, matchwinnaar van de Champions League in 1995, spits bij AC Milan en FC Barcelona.
Ook in hun schaduw mag Klaas-Jan Huntelaar (37) terugkijken op een voortreffelijke carrière. Hij is een typische zestienmeter-spits, met de feeling en timing om altijd op het juiste moment te ruiken waar de kansen liggen, zowel voor het hoofd als voor de voeten. Weinig spitsen zijn zo effectief geweest als The Hunter, wiens rapportcijfers in Oranje die van Van Nistelrooij en Kluivert overtreffen. In zijn 76 interlands stond Huntelaar ‘maar‘ 4339 minuten in het veld. Elke 103 minuten scoorde hij, 42 treffers in totaal. Met dank aan voetbalstats.nl valt dat simpel te berekenen.
RENDEMENT
Qua rendement overtreft Huntelaar bijna alle andere topschutters van Oranje. Ruud van Nistelrooij deed gemiddeld 130 minuten over elk goal, Patrick Kluivert 145 minuten, all-time-topscorer Robin van Persie 146 minuten. Abe Lenstra en Johan Cruijff scoorden beiden om de 129 minuten. Alleen het gemiddelde van Faas Wilkes komt met 35 goals in 38 interlands (van 1946 tot 1961) hoger uit: hij schoot (of kopte) elke 98 minuten raak.
Op het allerhoogste clubniveau spraken de doelpunten van Huntelaar minder tot de verbeelding, al vond hij ook in een enkel seizoen bij Real Madrid en een jaartje AC Milan nog regelmatig het doel van de tegenstander. Succesvoller was Huntelaar in zeven seizoenen Bundesliga bij Schalke 04. Na 636 competitiewedstrijden bij acht clubs totaliseert Huntelaar nu 359 doelpunten. Een imposante score.
PSV
Geen enkele treffer maakte Huntelaar voor PSV, zijn eerste club op seniorenniveau. De verfijnde schietlessen kreeg hij er van Willy van der Kuijlen, de topscorer aller tijden van de Eredivisie met 311 doelpunten. Veertien minuten slechts werd Huntelaar door Guus Hiddink gegund in het eerste elftal, op 22 november 2002 als invaller voor Mateja Kezman bij de 0-3 zege in Roosendaal op RBC. Het was meteen zijn laatste wedstrijd. Zonder verdere inbreng van Huntelaar werd PSV kampioen. In de winterstop al had technisch manager Frank Arnesen hem als huurspeler naar De Graafschap laten vertrekken.
De Graafschap is de club uit de omgeving waar Huntelaar opgroeide; in de Achterhoek, een vaak vergeten hoekje Oost-Nederland, grenzend aan Duitsland. Eerder speelde hij er vier jaar in de jeugd. Op zijn zestiende vertrok hij naar PSV. De terugkeer in 2003 was allerminst succesvol. Ze hoefden hem niet meer na negen wedstrijden (zonder te scoren) in dat halve jaar waarin De Graafschap met Peter Bosz als trainer uit de Eredivisie degradeerde.
AGOVV Apeldoorn, de club waar later Dries Mertens en Nacer Chadli tot bloei kwamen, hapte wel toe. Opnieuw als huurspeler van PSV. Huntelaar werd topscorer van de Eerste Divisie en verkozen tot beste speler van de competitie. Het was onvoldoende om voldoende indruk te maken op Guus Hiddink. Een nieuw contract lag nog wel voor hem klaar in Eindhoven, maar PSV zag hem liever als huurspeler ervaring opdoen bij een andere club in de Eredivisie.
SLEUTELMOMENT
Het bleek een sleutelmoment in de ontwikkeling van Huntelaar. Hij weigerde pertinent daarmee in te stemmen en drong aan op een transfer. Voor 100.000 euro liet PSV hem naar sc Heerenveen vertrekken. Een voltreffer voor zowel Heerenveen als speler. Na anderhalf jaar betaalde Ajax negen miljoen euro voor hem. Weer drie jaar later trok Real Madrid het drievoudige voor Huntelaar uit.
Na een rondreis langs Real, Milan en Schalke keerde hij in 2017 als 34-jarige terug bij Ajax. Huntelaar gaf de Amsterdamse club schouders én goals. Nu Huntelaar bij Ajax tot derde of vierde spits is afgezakt, achter de tieners Traoré en Brobbey en soms ook achter Tadic, dooft langzaamaan het vuur. Zelfs zo’n pur sang liefhebber, zo’n modelprof, kan dat overkomen. ,,Dit seizoen wil ik nog goed afmaken. Ik heb nog veel te geven. Ik ben mentaal en fysiek zeker niet opgebrand, maar er komt een moment dat je moet stoppen. Dat moment is bijna daar. Het is mooi geweest”, zei Huntelaar zaterdagavond.
DISCUSSIE MET BLIND
Als hij mag meedoen, kan Ajax op zijn strijdlust blijven rekenen. Terug in de basisopstelling, werd dat bij de 4-0 zege op PEC Zwolle (met de openingsgoal van Huntelaar) duidelijk uit een felle woordenwisseling met Daley Blind. Gebakkelei om tactiek, met stemverheffing en wilde armgebaren, zo was in de lege Johan Cruijff ArenA te horen. Het ging om details: paar meter naar links, paar meter naar rechts. Wie er gelijk had, was de vraag na afloop. ,,Dat weet ik eigenlijk niet meer precies”, antwoordde Huntelaar met een lach.
Waar zijn toekomst ligt, is nog ongewis. ,,Als ik stop met voetbal is mijn jeugd voorbij”, zei Huntelaar onlangs. Wat hij daarmee bedoelde? ,,Dat er een einde komt aan datgene waar je als vijfjarige mee bent begonnen, en waar je eigenlijk bent ingerold. Het is voor mij nog altijd een groot plezier om op het veld te staan.”
- 14 december 2020 - Van Promes tot Kick Smit
Opschudding in het Nederlands voetbal. Quincy Promes, speler van Ajax, 28 jaar, 47 keer international en lid van de huidige Oranje-selectie, zit in de cel. Hij werd zondagmorgen opgepakt en voorlopig vastgezet, daags nadat hij met één treffer had bijgedragen aan de 4-0 zege van Ajax op PEC Zwolle. Promes wordt ervan verdacht met een mes een neef net onder de knie te hebben gestoken. Dat gebeurde eind juli al op een privéfeest. Promes ontkent; hij was niet eens aanwezig op dat feest, betoogt zijn advocate.
De aanhouding van Promes stond binnen enkele uren op de website van De Telegraaf. Ajax liet slechts weten dat ‘Promes zondagmorgen niet op de training is verschenen.’
Quincy Promes is heus niet de eerste international die met de politie in aanraking komt. Wél komt elk incident in het huidige door media beheerste tijdsgewricht veel sneller aan het licht. Lang geleden werd zoiets verzwegen, of raakte het zelfs in kleine kring niet eens bekend.
ZWERVENDE ROL
Hilarisch in dit verband is de afwezigheid van Kick Smit (1911-1974) in de eerste interland van het Nederlands Elftal ná de Tweede Wereldoorlog. Smit was bekend én geliefd als voetballer. In het toenmalige systeem met vijf aanvallers speelde hij als nu ouderwetse linksbinnen, in een zwervende rol. Smit kwam slechts 29 keer uit voor Oranje, van 1934 tot 1946. Op zijn 43ste speelde Smit met Haarlem nog in het eerste seizoen betaald voetbal in Nederland (1954-1955).
Kick Smit was gezegend met een fijne traptechniek, passend bij zijn roepnaam Kick. In de registers van het stadhuis stond hij ingeschreven als Johannes Chrishostomos Smit. Zó populair was Kick Smit dat tussen 1952 en 1960 in een serie van 18 delen veelgelezen stripboeken verschenen met als hoofdrolspeler Kick Wilstra, een voetbalheld waarin de namen van Kick Smit, Faas Wilkes en Abe Lenstra samenkwamen.
‘PLOTSELINGE ONGESTELDHEID’
In maart 1946 moest Kick Smit zich drie dagen voor de interland uit tegen Luxemburg afmelden. ‘Plotselinge ongesteldheid’, berichtten de kranten eensgezind. Nadat Oranje met 6-2 had gewonnen, werden de krantenverslagen geïllustreerd met een foto waarop Kick Smit te zien was, onder de dekens in bed, luisterend naar het radioverslag.
In 1972, twee jaar voor zijn dood, vertelde Kick Smit over zijn gemiste interland in het voetbalweekblad 1-0. Eerder was het nooit naar buiten gekomen. Zijn anekdote:
‘Het was een vreemde gewaarwording, maar in 1946 werd ik gearresteerd. Ik zou in België een overval hebben gepleegd, nog hebben geschoten ook en het zag er slecht voor mij uit, zeiden ze. Mij van de prins geen kwaad wetende, werd ik voor confrontatie naar België gebracht, want de dader had zich Smit genoemd, zijnde Smit, de international uit Holland. Degene die mij bij confrontatie moest herkennen, wees echter de politie-inspecteur als dader aan en de hele zaak liep met een lachertje af. Iemand anders had zich voor mij uitgegeven. Maar ondertussen had ik drie dagen ‘’gezeten’’ en kon ik de wedstrijd tegen Luxemburg niet meespelen.
DEBUUT KEES RIJVERS
De afwezigheid van Kick Smit in de eerste naoorlogse interland maakte de weg vrij voor de ijlings opgeroepen debutant Kees Rijvers, 19 jaar toen. Één keer speelden ze nog samen. Hun vriendschappelijke band bleef. In de biografie van Kick Smit, zonder één woord over de aanhouding in 1946, zegt Rijvers daarover:
‘Kick zorgde er voor dat ik me snel op mijn gemak voelde. Hij gaf me meteen allerlei tips. Echt een vaderfiguur. Het klikte tussen ons. Ik vind dat hij altijd een beetje onderschat is gebleven. Kick Smit had het geniale van Abe Lenstra en de afwerking van Faas Wilkes. Maar belangrijker: als mens had ik hem hoog staan.’
HOME KICK SMIT QUINCY PROMES
- 10 december 2020 - Paolo Rossi doofde het droomvoetbal van Brazilië
Het overlijden van Paolo Rossi, op 64-jarige leeftijd na een ongeneeslijke ziekte, laat memorabele doelpunten herleven. Liefst twee jaar lang is Pablito geketend door een schorsing. Dan zet hij, die snedige, ranke spits, het WK van 1982 op zijn kop.
Wekenlang blijft Rossi aanvankelijk nog droog staan in de Spaanse stadions. Pas op de 23ste dag van het toernooi breekt de Italiaanse spits de ban. Tegen Brazilië scoort hij drie keer (3-2), de wereldtitel komt in zicht. Met de goals van Rossi dooft het droomvoetbal van Brazilië.
Brazilië is tot dan de attractie van het WK. In de eerste vijf wedstrijden maken de Zuid-Amerikanen tien goals, Italië scoort slechts vier keer. Elk duel met Zico, Socrates, Falcão en Éder streelt het hart van de voetballiefhebber.
TOTONERO
De Azzuri lijken nog steeds gebukt te gaan onder Totonero. Die grootscheepse matchfixingzaak, aan het licht gekomen in 1980, legt al enkele jaren een schaduw over het voetbal in Italië. Pas begin mei wordt Rossi verlost. Als speler van Perugia is hij betrokken bij het schandaal. Dat kost hem een schorsing van drie jaar. Doordat de straf wordt teruggebracht tot twee jaar, kan Rossi alsnog aan het WK van 1982 kon deelnemen.
„Als ik Rossi niet had meegenomen, hadden we hier geen goaltjesdief gehad”, sprak de Italiaanse bondscoach Enzo Bearzot. „Rossi is in zijn specialiteit uniek. Razendsnel, altijd loerend en op zoek naar het kleinste foutje bij de tegenstander om dat af te straffen.”
In de WK-groep met Argentinië en Italië heeft Brazilië op 5 juli in Barcelona genoeg aan een gelijkspel om de halve finale te bereiken. Voor de Italianen is winst een vereiste. Bij een temperatuur van 35 graden kegelt Paolo Rossi in het stadion van Espanyol de verhoudingen omver. In de Italiaanse defensie doet Claudio Gentile dat met brute tackles.
PRIJZEN
Na de drie treffers tegen Brazilië volgen er twee in de halve finale en de openingsgoal in de finale tegen West-Duitsland (3-1). Rossi wordt zo wereldkampioen, topscorer met zes treffers én beste speler van het WK. Paolo Rossi, 25 jaar dan, ontvangt in 1982 bovendien de Ballon d’Or, de prestigieuze prijs voor de beste Europese voetballer van het jaar. In zijn 48 interlands komt hij tot twintig goals.
Voor Rossi, een lichtgewichtspits van 1.74 meter en 66 kilo, volgen er ook successen met Juventus. In 1984 de Europa Cup voor bekerwinnaars, een jaar later de door het Heizeldrama bevlekte beker bij de landskampioenen. Zijn laatste voetbaljaren brengen hem veel minder succes. In 1985 verhuist Rossi naar AC Milan, waar zijn opvolger Marco van Basten vanaf ’87 aanzienlijk succesvoller zal zijn. Op het WK van 1986 maakt Rossi nog wel deel uit van de Italiaanse selectie, zonder één minuut te spelen.
In 1987 eindigt de carrière van Rossi, bijna 31 dan, bij Hellas Verona. Hij wordt makelaar, vicevoorzitter van AS Pescina en schuift als commentator regelmatig aan bij tv-zender RAI Sport. In de nacht van woensdag op donderdag maakt RAI-presentator Enrico Varriale het overlijden van Rossi bekend: ‘Paolo Rossi heeft ons verlaten, de onvergetelijke Pablito op wie we in de zomer van 1982 allemaal verliefd werden en die jarenlang een geweldige en competente collega bij de RAI was.’
- 8 december 2020 - Tweetje uit Rotterdam ontregelt AZ
Wat een tweetje al niet kan aanrichten. Vrijdagmiddag meldt het twitter-account @FeyenoordTM (Transfer Markt) als waarheid dat ‘Feyenoord in verregaande onderhandeling is met Arne Slot, de huidige trainer van AZ’. Een etmaal later is Slot ontslagen en wordt het als zekerheid aangenomen dat Arne Slot de opvolger wordt van Dick Advocaat.
Het tweetje van @FeyenoordTM wijst op inside-kennis. Eerder al zijn de reguliere media hierdoor verrast met nieuws over transfers, die later realiteit werden. Achter het twitter-account gaat een medewerker van de Rotterdamse haven schuil, een Feyenoord-fan die graag wereldwijd voetbalstadions afstruint en dan contacten aanknoopt met goed ingevoerde journalisten.
Verrassend en interessant is het nu om te zien welke dimensie zo’n enkel zinnetje op de social media kan krijgen. De dagbladen vonden de mededeling betrouwbaar genoeg om de komst van Slot nog diezelfde dag als serieus nieuws – zonder bronvermelding – te verspreiden.
FRANK ARNESEN
Feyenoord deed geen enkele poging tot ontkennen. Frank Arnesen, technisch manager van de Rotterdamse club, probeerde vrijdagavond nog wel zijn collega bij AZ, Max Huiberts, te bellen, maar die nam niet eens op. ,,Dat lulverhaal hoefde ik niet aan te horen”, zei Huiberts zondag, waarna AZ thuis tegen FC Groningen meteen een nederlaag en twee rode kaarten te incasseren kreeg.
AZ had zijn conclusies vrijdag snel getrokken Slot werd meteen de deur gewezen toen hij zaterdagmorgen bevestigde concrete gesprekken te voeren met Feyenoord; tot ongenoegen van AZ, zonder de club daarover te informeren. Drie weken geleden had Slot AZ alleen laten weten geen nieuw contract te willen tekenen voor de periode ná medio 2021.
SOAP
Na de breuk blijven de vragen hangen. Welk belang had Feyenoord om niets te ontkennen, een paar dagen slechts nadat Dick Advocaat had aangekondigd dat hij na dit seizoen op 73-jarige leeftijd definitief zal stoppen als clubcoach? Én, wat volgt er nog meer in deze soap, beheerst ook door de concurrentie binnen de Eredivisie tussen AZ en Feyenoord?
Een belangrijke sleutel lijkt hierbij in handen van Mino Raiola, een van de meest invloedrijke spelersagenten binnen Europa. Vanuit zijn woonplaats Haarlem is Alkmaar dichtbij. Raiola behartigt niet alleen de belangen van Slot. In zijn portefeuille ligt ook de toekomst opgesloten van vier talentrijke AZ-spelers (Stengs, Wijndal, Koopmeiners en Boadu) die zich onder Slot alle vier hebben ontwikkeld tot international.
AMERIKAANSE INVESTEERDERS
Met Slot krijgt Raiola een grotere invloed binnen Feyenoord, waar eerder Rob Jansen die meeste zaakjes regelde. Aangenomen mag worden dat Slot niet alleen voor een verdubbeling of verdrievoudiging van zijn contract naar de Rotterdamse Kuip komt. Hij zal ook toezeggingen hebben gekregen welke mogelijkheden er zijn om Feyenoord sterker te kunnen maken, wie weet met spelers uit de stal van Raiola.
Een stevigere financiële basis hoopt Feyenoord te krijgen met Amerikaanse investeerder(s) waarmee de clubleiding al een jaar lang schermt. Op hun komst wil Dick Advocaat niet langer wachten. ,,Ik heb uit de gesprekken met Feyenoord niet de indruk gekregen dat ze met mij na dit seizoen verder wilden gaan. Daarom heb ik zelf mijn eigen beslissing maar naar buiten gebracht”, aldus Advocaat.
KOPLOPER 2020
Ondertussen is Feyenoord 25 competitiewedstrijden achtereen ongeslagen, al sinds Advocaat eind oktober vorig jaar de coaching overnam van Jaap Stam. In die periode vergaarde Feyenoord vijf punten meer dan Ajax. Ook op een ranglijst van het kalenderjaar 2020 gaat de Rotterdamse club aan de leiding, in dat geval drie punten vóór de Amsterdammers.
In het afgelopen weekeinde, waarin alle clubs uit de top-vijf punten verspeelden, verzuimde Feyenoord thuis tegen Heracles Almelo dichterbij te komen. Advocaat nam het gelijkspel (0-0) voor lief. ,,Met vijf afwezige basisspelers kan ik vrede hebben hiermee, ook als ik zie hoe spelers uit de eigen jeugdopleiding zich nu ontwikkelen”, zei hij.
EUROPA
Als nummer 4 van de Eredivisie loopt Feyenoord vooralsnog maar vier punten achter op Ajax. Ook in Europa mag Feyenoord vooruitkijken naar 2021. Daarvoor is dan donderdag wel winst vereist in de uitwedstrijd bij Wolfsberger AC, de nummer zeven van Oostenrijk.
Op de Europese ranglijst, maatgevend voor plaatsing in de bekertoernooien, is Feyenoord dit seizoen al van de 90ste naar de 66ste plaats geklommen, kort achter AZ (65) en PSV (60). Ver daarboven staat Ajax als negentiende genoteerd. PSV is al zeker van een plaats bij de laatste 32 in de Europa League. Ajax, AZ en Feyenoord hebben alle drie de kans op overwintering in eigen hand.
Zeker in het geval van AZ is dat knap in een poule met Napoli en Real Sociedad. Van de vijf Nederlandse clubs in Europa, bleef alleen Willem II achter, in de kwalificatiefase al. Op de landenranglijst van de UEFA is Nederland dit seizoen ook België voorbijgegaan. Nederland staat nu achtste, een positie die recht geeft op vijf tickets, met alleen een startplaats in de groepsfase van de Champions League.
POTENTIE
Daarin gelooft nu nog niemand bij Feyenoord. De potentie daarvoor sluimert verder, met een trouwe en geestdriftige aanhang in een altijd volle Kuip – als het weer mag. ,,Feyenoord is zo’n grote club. Daar moet toch veel meer resultaat te halen zijn en plezier te beleven dan nu meestal het geval is”, merkte Marco van Basten zondag in het tv-programma Rondo op.
Met Arne Slot is de hoop nu gevestigd op een heel ander type trainer dan Advocaat, voor wie de defensieve organisatie altijd heilig was. Slot(42), een oud-middenvelder van PEC Zwolle, NAC Breda en Sparta Rotterdam, is daarentegen een liefhebber van weloverwogen combinatiespel, gericht op de aanval. Of dat past bij de traditioneel stoere aanpak in havenstad Rotterdam, met als motto ‘geen woorden maar daden’, wordt straks een interessante vraag.
- 4 december 2020 - Brexit remt tiener-exodus af
Het was een indrukwekkend lange lijst die het magazine Voetbal International (VI) vorige maand publiceerde: liefst 57 Nederlandse jeugdspelers, vaak prille tieners nog, lieten zich sinds 2010 verleiden door een (grotere) buitenlandse club. Méér dan de helft, 33 (!), kwam in het Verenigd Koninkrijk terecht; in veruit de meeste gevallen bij een grote club in de Premier League.
De zuigkracht aan de andere kant van de Noordzee zal vanaf 1 januari vermoedelijk een sterk remmende werking hebben op de tiener-exodus, zoals VI de uittocht noemde. Onder het regime van Brexit kunnen Britse clubs nog maximaal zes buitenlandse jeugdspelers per jaar aantrekken (drie per transferperiode). Die regel zal de clubs aanzienlijk terughoudender maken.
Overzichten van de in heel Europa gestalde huurspelers laten zien hoe Engeland met veel van die talenten omgaat. Ze worden kennelijk nogal gemakkelijk als wegwerpartikelen beschouwd. Negen jaar geleden verhuisden er binnen Europa ruim duizend tieners naar een voetbalclub over de grens; dit jaar staat de teller op meer dan vierduizend. Ze kwamen lang niet allemaal tot bloei in het VK. Nathan Aké (Manchester City) is tot nu toe een van de weinige uitzonderingen.
GYLIANO VAN VELZEN
Gyliano van Velzen (26) bijvoorbeeld ging in 2010 op 16-jarige leeftijd van Ajax naar Manchester United. In zijn eerste twee seizoenen in de United-jeugd speelde de linksbuiten alle wedstrijden. Maar toen Van Velzen in het derde jaar bij de volwassenen moest meedoen, belandde hij op de bank van het reserveteam.
,,Het tweede elftal, Jong United, zat zo vol. De concurrentie was moordend, want ook sommige spelers uit het eerste elftal moesten bij ons speelminuten maken”, aldus Van Velzen in een interview met het dagblad Trouw. Van Velzen werd voor een paar maanden aan Antwerp verhuurd, maar ook na terugkeer bleef Old Trafford ver weg voor hem. Zijn contract werd niet verlengd.
Spijt van zijn beslissing om naar Engeland te gaan, zegt Van Velzen desondanks niet te hebben. Trots wijst hij erop dat-ie samen heeft mogen spelen met Paul Pogba en Jesse Lingard. En, wie bewijst dat hij bij Ajax wel was doorgebroken? Van Velzen: ,,Je kan beter bij de hoogste top vallen. Dan kun je altijd nog bij een Nederlandse club terecht.”
Ook op een lager niveau vlotte het niet echt met Van Velzen. In de Eredivisie kwam hij uit voor FC Utrecht en Roda JC. Na FC Volendam en Crawley Town (League Two) speelt hij nu in de Eerste Divisie bij Telstar.
KYLE EBECILIO
Een ander voorbeeld is Kyle Ebecilio (26), die in 2010 Feyenoord verruilde voor Arsenal. Als speler van Arsenal was hij aanvoerder van het Nederlands Onder-19-elftal en speelde hij in Jong Oranje. Op clubniveau kwam Ebecilio als senior-voetballer nauwelijks in actie. Excelsior, was in 2019 zijn laatste club, zonder een minuut te spelen. Sindsdien is de stilte rond hem ingetreden.
De gevolgen van Brexit reiken verder dan niet uitgekomen jeugddromen. Voortaan hebben alle spelers uit de EU een werkvergunning nodig om in Engeland of Schotland aan de slag te kunnen, net zoals dat altijd al gold voor spelers van buiten de Europese Unie. Voor de toekenning van zo’n vergunning wordt een puntensysteem gehanteerd waarbij gekeken wordt naar onder meer leeftijd, de status als international en het voetballand waaruit de speler afkomstig is. Zo kan worden gemeten of een gewenste aankoop meerwaarde betekent voor de betreffende club.
Met name voor Britse clubs op een lager niveau zal het daardoor lastiger worden buitenlandse spelers binnen te halen. Momenteel is een flink aantal Nederlandse spelers goedbetaald actief in Championship of League One. De verwachting is dat ook die stroom kan gaan stagneren.
SALARISNORM
Omgekeerd zullen de vaak tweederangs-Britten en andere buitenlanders met Britse wortels die op Nederlandse clubs afkomen ná 1 januari als niet-EU-burgers worden beschouwd. Daardoor moeten zij worden betaald volgens de in Nederland vastgestelde hiervoor geldende salarisnorm. Momenteel bedraagt die ruim 420.000 euro per jaar, een regel die wél in Nederland maar niet in bijvoorbeeld België van kracht is.
Zo zal Brexit op verschillende punten gevolgen krijgen voor de clubs op het vasteland. De effecten daarvan zullen clubs en spelers op alle niveaus kunnen raken. ,,Als de grote Nederlandse clubs hun toptalenten niet meer op jonge leeftijd naar Engeland zien gaan, hoeven wij onze beste jeugdspelers niet meer zo snel af te staan aan Ajax, Feyenoord of PSV”, zegt Joris Mathijsen, technisch directeur van eredivisieclub Willem II in het AD. ,,Voor ons heeft de Brexit daarom twee belangrijke voordelen: we kunnen talenten langer houden. En uiteindelijk een veel hogere transfersom voor ze ontvangen. In die zin is de Brexit een zegen.”
PSV
Ook Toon Gerbrands ziet daar het voordeel van in. ,,Als we spelers niet meer op jonge leeftijd kwijtraken aan clubs in Engeland, geeft dit onze opleidingen op korte termijn meer lucht. En dat is prettig”, concludeert PSV-directeur Toon Gerbrands in het AD.
Daar staat tegenover dat PSV in de nieuwe tijd mogelijk minder lucratieve transferdeals zal kunnen afsluiten in de Premier League. Tientallen miljoenen euro’s hield de club uit Eindhoven de laatste vijf jaar over aan de verkoop naar Engelse clubs van Depay, Wijnaldum, Pröpper, Locadia, Angeliño en Bergwijn. Het waren transfers die PSV jaarlijks nodig had om het seizoen niet met rode cijfers af te moeten sluiten.
- 1 december 2020 - Als chillen omslaat in gillen
Maradona, Pelé, Iniesta, ja, zelfs die altijd stoere Buffon overkwam het. Steeds meer voetballers komen naar buiten met hun ervaringen van een depressie; ook in Nederland, ook in België. Paniekaanvallen en angstvisioenen verdreven hun honger naar de bal. Ricardo Kishna (ADO Den Haag) leed er ook onder, ook bij hem kwam het piekeren toen hij moest pauzeren omdat zijn carrière was stilgevallen.
,,Elke avond dat ik in bed lag, durfde ik m’n ogen niet te sluiten, omdat ik bang was dat ik niet meer op zou staan en de weg kwijt was. Hier kan ik niet meer mee leven, dacht ik dan”, onthulde Kishna (ADO Den Haag) vorige maand.
Ricardo Kishna, een linksbuiten, was een groot talent toen hij medio 2015 Ajax verliet en met een vierjarig contract bij de Italiaanse bekerhouder Lazio in de Serie A ging spelen. Afgelopen zaterdag keerde Kishna (nog maar 25) na 1168 dagen misère terug op het hoogste nationale niveau van Nederland.
‘BESEFMOMENTJE’
Het slotsignaal van de thuiswedstrijd tegen sc Heerenveen (1-1) maakte tranen bij hem los. ,,Dit was een besefmomentje. Nu voel ik me weer voetballer, ik voel me weer mens. Alles kwam los”, zei Kishna.
Knieletsel, in december 2015 opgelopen, doorkruiste zijn carrière. Één wedstrijd nog maar speelde hij nadien voor Lazio. Als huurspeler bij Lille vlotte het vanaf januari 2017 ook niet echt. Een half jaar later wilde hij bij ADO, opnieuw als huurling, een nieuwe lift nemen. In zijn tweede wedstrijd ging het opnieuw mis. Gescheurde kruisband. De revalidatie stagneerde. Zijn contract bij Lazio liep in 2019 af.
CONFLICT MET FRANK DE BOER
In de aanloop naar zijn terugkeer moest Kishna vorige week aan het verloop van zijn carrière, aan die beloftevolle jaren bij Ajax waar zijn ster snel rees en hij in de Champions League speelde. Even rap vervreemdde een conflict met coach Frank de Boer hem van Amsterdam. De buitenwacht leek Kishna vergeten totdat hij zaterdagavond ineens opdook in de Eredivisie. Bij ADO Den Haag, de club in zijn eigen stad waar hij het voetballen leerde bij het 115 jaar oude VUC.
Drie jaar en ruim twee maanden lag Kishna eruit Al die tijd had Ricardo Kishna – zoon van een Surinaamse vader en Nederlandse moeder, papa van een dochtertje van vier – uitgekeken naar zijn rentree. Nu hoopt hij dat die duistere gedachten voorbij zijn, dat die psychiater niet meer geraadpleegd hoeft te worden.
,,Hij gaf mij een lijst met vijftig symptomen. Ik had er 38! Kom daar maar eens van af”, vertelde Kishna onlangs op de regionale Omroep West. ,,Alles ging bijna kapot. Het erge is: je hebt het niet onder controle. Maar praat erover en vraag om hulp. Maar als je geen prater bent, is dat wel lastig. Als ik ruzie met mijn vrouwtje heb, kan ik bij wijze van spreken een week stil zijn. Dat is niet goed.”
GREGORY VAN DER WIEL
De terugkeer en de onthullingen van Ricardo Kishna volgden kort nadat Gregory van der Wiel (32) zijn kwetsbare kant had laten zien. Van der Wiel speelde op zijn 22ste met Oranje in de finale van het WK in Zuid-Afrika, hij beleefde mooie jaren bij Ajax, bij Paris Saint-Germain, in Toronto. Zijn bekendheid leidde tot zakelijke successen. Trots mag hij zijn op zijn prachtige vriendin en schattige dochter.
Gregory van der Wiel raakte in een dip nadat hij vorig jaar in MLS geen nieuwe club had kunnen vinden. De prestatiedrang die zijn wisselende emoties steeds had verdreven, was hem ontvallen. Frustratie en teleurstelling, blijdschap en voldoening, kon hij niet meer kwijt op een voetbalveld. Thuis relaxend op de bank kwamen de paniekaanvallen en angstvisioenen. Chillen sloeg om in gillen.
TERUG BIJ RKC WAALWIJK
Terug in Amsterdam meldde hij zich deze zomer na een jaar stilstand bij RKC Waalwijk, in de luwte van de Eredivisie, bij Fred Grim, de coach met wie hij vertrouwd was sinds zijn tijd bij Ajax. Maar intussen wacht RKC al vier maanden op hem, Van der Wiel blijkt nog altijd niet klaar voor een rentree. Daarom kwam hij op zijn eigen website met uitvoerige uitleg. Zijn openhartigheid was doorspekt met de symptomen die medici herkennen.
Geoffrey Claeys, oud-speler van Anderlecht en Feyenoord, deed in België zo’n zelfde verhaal. Zoveel openhartigheid kwam ook naar voren in verschillende andere landen. The Unexpected Hero, een documentaire rond Andrés Iniesta, toont niet alleen zijn mooiste momenten. De Spanjaard vertelde daarin ook uitgebreid over zijn depressie na het seizoen 2008-2009, het jaar van de treble voor Barcelona. ,,Je belandt in een spiraal waarbij je uiteindelijk alleen en met een leeg gevoel achterblijft.”
ZELFDODING
Depressies grepen het Duitse talent Sebastian Deisler zelfs zozeer aan dat hij in 2007 op 27-jarige leeftijd bij Bayern München met topvoetbal moest stoppen. Nog erger zijn de schrikbeelden van de internationals Robert Enke (Duitsland ) en Gary Speed (Wales) die met zelfdoding een einde maakten aan hun depressies.
In veel gevallen ondervonden geplaagde voetballers dat in een tijdsbestek dat het gemis van de wedstrijdbal ze eenzaam maakte. Medische onderzoeken wijzen uit dat topvoetballers bovengemiddeld bevattelijk zijn voor de kwaal. Vincent Gouttabarge – oud-speler van Auxerre, FC Volendam en Almere City – onderstreept dat al jarenlang met eigen onderzoek.
ONDERZOEK FIFPRO
Gouttabarge is chief medical officer bij de internationale spelersvakbond FiIFPro en wetenschapper van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. In 2014 kwam hij al op de proppen met een onderzoek waaruit bleek dat één op de vier profvoetballers met depressie(s) te kampen krijgt. Van de oud-spelers overkomt dat liefst veertig procent. Nieuw onderzoek in 2019 bevestigde die bevindingen.
De uitbraak van het corona-virus alarmeerde Gouttabarge nog méér. In april 2020 bleek al dat depressieve gevoelens bij profvoetballers en profvoetbalsters zijn verdubbeld sinds de uitbraak van het virus. Vrees voor hun eigen gezondheid en zorgen over hun financiën droegen nadrukkelijk daaraan bij.
,,We hebben direct onderzocht of de lockdown die er in veel landen is, aanleiding zou kunnen geven tot meer psychische klachten. Bij voetballers bleek het om een verdubbeling te gaan. In januari, dus voor de lockdown, had elf procent last van depressieve klachten en angstgevoelens. Nu heeft 22 procent er last van. Ik had een toename verwacht, maar niet dat het een verdubbeling zou zijn”, rapporteerde Bouttagarde in april.
Het wachten is nog op nieuwe rapportages. De getuigenissen van Ricardo Kishna en Gregory van der Wiel laten zien hoe serieus deze keerzijde is van het glamourwereldje profvoetbal.
- 28 november - Diego, een gemiste kans?
Hebben Nederlandse clubs een buitenkansje gemist, had Diego Maradona in het Nederlandse voetbal op jonge leeftijd tot bloei kunnen komen? De vragen dringen zich op bij het lezen van een verhaal van Simon Kuper in het Algemeen Dagblad. Kuper groeide op in Nederland en is nu, vooral als hij over sport of oorlog schrijft, gereputeerd columnist van The Financial Times.
‘Diego wilde wel, maar Nederlandse clubs negeerden hem’, staat er nogal definitief boven het verhaal over de dan nog 15-jarige Diego Maradona. Het is gebaseerd op wat de Nederlandse oud-verzetsman Meijer Stad in 2000 tegen Kuper vertelde.
Wijnhandelaar
We citeren:
’Midden jaren 70 had Stad in Kopenhagen een Argentijnse wijnhandelaar ontmoet. Hij was bestuurslid van een voetbalclub. Ze raakten aan de praat over het Nederlandse voetbal. Het was kort na het WK ’74. De Argentijn zei destijds: ,,Wij hebben een jongen, een heel jonge jongen, en hij kan geweldig voetballen. Zou u die jongen niet bij een Nederlandse club kunnen onderbrengen?” De jongen zou geschikt zijn voor het jeugdteam van een grote club.’
‘Meijer Stad kende wat mensen van FC Den Haag. Hij vroeg of ze iets in een jonge Argentijn zagen. Dat zagen zij niet. Stad deed zaken met een Rotterdamse papiergroothandel, waar een bestuurslid van Sparta werkte. ,,Ik zal informeren”, zei de Spartaan. ,,Je hoort nog van me.” Stad hoorde niets. Hij belde Feyenoord, waar hij een voetballer aan de lijn kreeg, en later probeerde hij Ajax. Maar er was geen Nederlandse club die Diego Maradona wilde.’
‘Stad toonde mij de kerstkaart van ‘Diego Armando Maradona Producciones’, die hij maanden na de ontmoeting in Kopenhagen had ontvangen. ‘Season’s Greetings’, staat er in zeven talen op, maar niet in het Nederlands, naast voorgedrukte handtekeningen van Maradona en zijn toenmalige manager, Jorge Cyterszpiler.
Wie is verantwoordelijk?
‘De Nederlandse clubs hadden een unieke kans gemist, al wisten ze dat niet. Stad ontmoette de wijnhandelaar waarschijnlijk net voordat de carrière van Maradona explodeerde. Op 20 oktober 1976, tien dagen voor zijn zestiende verjaardag, maakte de jongen zijn profdebuut voor Argentinos Juniors. Binnen enkele minuten speelde hij al een tegenstander door de benen. ,,Die dag voelde ik dat ik de hemel in mijn handen had”, zei Maradona na afloop. Maanden later, 27 februari 1977, debuteerde hij voor Argentinië tegen Hongarije. Hij was nu iets te groot voor de eredivisie.’
‘Ik had nog één vraag voor Stad: Wie was het bestuurslid van Sparta dat Maradona afwees? Stad zuchtte. Hij wist het niet meer. ,,Cor van Rijn?” vroeg ik. Nee… Jos Coler?” Ook niet.
,,Hans Sonneveld?” ,,Ja! Sonneveld. Ontzettend aardige vent was dat! En vroeger een vermaarde rechtsbuiten. Leeft-ie nog?”
Simon Kuper confronteerde vervolgens Sonneveld met het verhaal van Meijer Stad. Sonneveld (die in 2004 is overleden) had een reputatie als scout van Sparta. Hij gaf hoog op over de spelers die hij in 25 jaar als scout van Sparta had ontdekt, van Jan van Beveren in Drenthe, Danny Blind in Zeeland, Adri van Tiggelen in Oud-Beijerland en Michel Valke in Dordrecht.
Gemiste kans
Kuper: ‘Ik vertelde hem dat hij Diego Maradona was misgelopen. Er viel een korte stilte. Toen riep Sonneveld: ,,Het is toch niet waar! Jeetje nog aan toe, Maradona!” Hij schudde even het hoofd. ,,Maar ja, dat was een Argentijn, en ik denk niet dat ik het bestuur – Maar ik heb wél Nederland uitgekamd. Maradona, zeg! Is het echt waar? Had ik hem maar gezien. Als die man had gezegd dat hij in België of Noorwegen had gespeeld, dan was ik gaan kijken.”
Het lot van scouts wil dat ze weleens iemand over het hoofd zien. Sonnveld bevestigde dat toen hij Simon Kuper enkele oude scoutingsrapporten liet zien:
14/2/1965: R. Rensenbrink O.S.V., 3 rapporten ?? zeer tegenstrijdig
22/12/1963: W.v. Hanegem Velox, 6 rapporten. Neen – te langzaam en puur links
,,De enige miskleun die ik heb gemaakt”, zei Sonneveld over Van Hanegem. ,,Achteraf dan.”
- 27 november 2020 - Luc Nilis vindt de warmte terug
Luc Nilis is bij Anderlecht terug op een voetbalveld waar hij zich zo lang thuis voelde. Weg uit Turkije, dichtbij Limburg, dichterbij Venlo waar hij twee jaar geleden gelukkig was bij VVV Venlo. Hij was er niet alleen trainer van de aanvallers, ook als amateurvoetballer mocht Luc Nilis (1967) zich weer uitleven. Op deze website, bedoeld voor de ware voetballiefhebber, schreef ik eind 2018 het volgende verhaal; over Luc Nilis, ook over de toekomst die hij zag voor Steven Bergwijn en Sam Lammers:
HAPPY IN VENLO
Achttien jaar na zijn afgrijselijke beenbreuk, toen nog maar net begonnen bij Aston Villa, speelt Luc Nilis weer competitievoetbal. In het vierde elftal van DEV-Arcen, in Nederlands Noord Limburg, doet hij het op zijn 51e wel kalmer aan. Luc Nilis hoeft ook niet meer op zijn gewicht te letten. Aan zijn traptechniek, zijn lichtvoetigheid, zijn gracieuze stijl blijft hij herkenbaar.
,,Uiteindelijk gaat het toch om de basis, de techniek waarmee je een bal raakt. En die verleer je niet”, zegt Luc Nilis in een reportage van het weekblad Voetbal International, dat hem volgde op het amateurveld.
Zijn terugkeer symboliseert de liefhebber die Luc Nilis altijd is gebleven, gevoelig voor vriendschappen met mensen die dichtbij hem staan, met bijvoorbeeld Stan Valckx en Eddy Pepels. In de donkere dagen van zijn leven – eerst in 2006, later in 2013 – sloegen Valckx, nu technisch manager bij VVV, en Pepels, masseur bij PSV, voor hem de brug naar PSV waar hij het geluk terug vond.
In de zes seizoenen (1994-2000) dat Luc Nilis bij de club in Eindhoven speelde was Stan Valckx zijn slaapkamermaatje. Nu spelen ze op zondagmorgen samen bij Door Eenheid Verkregen, bij DEV-Arcen waar ook Luc Nilis als werkend lidcontributie moet betalen.
De comeback na zijn horror-blessure op 9 september 2000 is een uitvloeisel van hun samenwerking bij VVV, maar méér nog een uiting van hun vriendschapsband, waarvoor nog plaats blijkt in het voetbal. ,,Op moeilijke momenten houd je in het voetbal maar weinig mensen over, maar Stan was er voor me. Hij is echt een vriend. In onze tijd bij PSV deelden we een kamer. Dat schept een band. Het klikte tussen ons, We zijn allebei liefhebbers, maar ook levensgenieters”, zegt Valckx, 20-voudig Oranje-speler, in Voetbal International.
ASSISTENT BIJ VVV
Sinds 2014 is Valckx terug bij de club waar hij zijn eerste stappen in het voetbal zette. Drie jaar later volgde promotie naar de Eredivisie waar VVV zich vooralsnog snel tot middenmoter heeft ontwikkeld. Voor de verdere groei van de club ziet Valckx ook een rol voor Luc Nilis weggelegd. Kort voordat eerst technisch directeur Marcel Brands en vervolgens coach Phillip Cocu bij PSV vertrok, lokte hij daarom zijn maatje weg uit Eindhoven.
Valckx had gezien wat Nilis als spitsentrainer bijdroeg aan de ontwikkeling van Memphis Depay, Jürgen Locadia, Steven Bergwijn en Sam Lammers. Hij wist ook dat Nilis niet gelukkig was met die rol, dat hij te weinig waardering voelde. ,,Ik begreep dat ze hem bij PSV een beetje lieten zwemmen tussen de verschillende selecties. Hij hoorde nergens echt bij. Daar is Luc wel gevoelig voor. Bij ons heeft hij een duidelijke inbreng in de staf, hij overlegt altijd mee in het trainerskamertje. Als assistent-trainer voegt hij iets toe wat we nog niet hadden. Hier kan Luc zichzelf zijn en zich gewaardeerd voelen. Hij is happy, dat zie ik aan hem”, zegt Valckx in Voetbal International (VI).
VOLDOENING
In de reportage van VI bevestigt Luc Nilis die indruk. Nilis: ,,Bij PSV haalde ik de meeste voldoening uit de wedstrijden, als ik terugzag waarop we door de week hadden geoefend. Ik kan echt genieten van de ontwikkeling van sommige spelers. Stevie (Bergwijn) bijvoorbeeld. Goeie jongen, schitterende voetballer. Hij wordt beter en beter. Of Sam Lammers die volgens mij óók een grote toekomst tegemoet gaat. In Heerenveen kan hij nu (als huurspeler) minuten maken. Van daaruit kan hij straks verder. Hij heeft alles in zich: prima mentaliteit, een geheel goede trap in beide benen en hij bewaart de rust waar nodig.”
Even waarderend praat hij over Luuk de Jong, de technisch beperkte spits van PSV die nu animator én eredivisie-topscorer is. Nilis: ,,Twee jaar geleden waren ze Luuk nog buiten aan het schreeuwen in Eindhoven. Maar hij is mentaal zo sterk. Op de bank gezeten, aanvoerdersband ingeleverd, Maar geweldig teruggevochten.”
PSYCHOLOOG
Nu hoopt VVV met de inbreng van Luc Nilis te gaan oogsten. Hoofdcoach Maurice Steijn hoeft niet te vrezen dat Nilis naar Venlo is gekomen om aan zijn poten te zagen. ,,Ik kom niet naar VVV om daar op termijn hoofdtrainer te worden. Ik kom juist als assistent, om op de achtergrond mijn werk te doen. Laat mij maar de psycholoog spelen, die rol ligt mij”, liet Nilis meteen weten bij zijn presentatie in Venlo,in mei van dit jaar.
Bij VVV krijgen talenten als Jay-Roy Grot en Patrick Joosten zijn speciale aandacht. Grot is pas 20 jaar maar heeft al een mislukt avontuur bij Leeds United achter de rug. ,,Als aanvaller leer ik hier veel van Luc Nilis. Wat een techniek heeft die man, Als zo’n voetballer spreekt, dan luister je”, aldus Grot.
Luc Nilis, 56-voudig international bij de Rode Duivels, voelt zich zichtbaar thuis in Noord-Limburg. ,,VVV is een beetje PSV in het klein, familiair , warm. Samen werken, maar ook samen feesten. Ik voelde me hier gelukkig.”
KUNSTGRAS
Niet alles in Venlo prijst hij even enthousiast. VVV is een van de zes clubs in de Eredivisie die op kunstgras spelen. Afgelopen weekeinde maakten bloedende kniewonden op de velden van PEC Zwolle en FC Emmen nog eens duidelijk wat zo’n vloer kan aanrichten. Nilis gruwt van dat kunstgras: ,,Voetbal op zo’n mat is heel anders, onnatuurlijk. Eruit met dat spul, zeg ik.”
Kunstgras was volgens Kylian Hazard (23) in de voorbije zomer ook een belangrijk motief om na een stage bij VVV niet in zee te gaan met de Nederlandse club. ,,Het probleem daar was dat ze op kunstgras spelen. Ik heb vroeger in de jeugd bij Tubeke altijd problemen gekregen met mijn rug en knieën wanneer op kunstgras hadden gespeeld”, verklaarde de jongste Hazard, die nu voor Cercle Brugge uitkomt. Zelfs de traplessen van Luc Nilis konden hem niet in Venlo houden.
Twee jaar later is het kunstgras in Venlo verdwenen. De weemoed naar zijn traptechniek is gebleven.
- 27 november 2020 - Abe, ook legendarisch als yell
Nieuwe, wazige filmbeelden – in kleur (!) – roepen herinneringen op aan Abe Lenstra (1920-1985). Drie minuten maar uit 1948. Het zijn, voor zover bekend, de eerste flitsen in kleur van een voetbalwedstrijd in Nederland. Ze kwamen deze week naar buiten, als hommage aan Abe Lenstra die vandaag precies honderd jaar geleden werd geboren.
Abe Lenstra is zó’n begrip in Nederland dat de NOS zaterdagmiddag (NPO2, 15.30 uur) een documentaire van 35 minuten over hem uitzendt. Decennia voordat Johan Cruijff het Nederlandse voetbal wereldwijd een gezicht gaf, galmde het ‘Abe, Abe’ door volle stadions.
Rond zijn honderdste geboortedag komt Abe Lenstra nogmaals tot leven in de media. De filmbeelden dateren van 6 mei 1948, uit een wedstrijd in de kampioenscompetitie om de landstitel. Heerenveen, de kampioen van het noorden tegen Haarlem, een van de twee afdelings-kampioenen uit West-Nederland.
PUBLIEKSIDOOL
Abe Lenstra (1920-1985) was het eerste grote publieksidool in het Nederlandse voetbal. Van zijn krullenbol werd later zelfs een logo op het shirt van sc Heerenveen gemaakt. Vier maanden na de oprichting van de club kwam hij ter wereld in Heerenveen. Zijn interlandcarrière reikte, met ‘slechts’ 47 interlands, van 1940 tot 1959.
Pas toen Heerenveen na de invoering van betaald voetbal de zaken niet professioneel genoeg aanpakte, volgens Lenstra, koos hij in 1955 voor Sportclub Enschede, een voorganger van FC Twente. Eerder had Lenstra veel lucratievere aanbiedingen afgeslagen van AC Milan, Fiorentina, Nîmes, Toulouse, Lille, Roubaix, Nice, Bordeaux Arsenal, Huddersfield Town en Rot Weiss Essen.
KOPPIGE FRIES
Geen enkele sporter kreeg in de jaren vijftig zoveel aandacht als Abe Lenstra. Hij werd gezien als een eigenzinnige Fries, koppig naar de volksaard in Friesland. Vooral met betrekking tot Oranje maakte hij de tongen los. Dat leidde in de kranten tot wijdlopige beschouwingen over ‘Het Geval Lenstra’ en het ‘Remcomplex’, dat hem parten zou spelen. De polemiek ging zo ver dat zijn relatie met het Nederlands elftal inzet werd van hoofdredactionele commentaren.
Van zijn 47 interlands speelde Lenstra er 16 in de halfjaarlijkse derby tegen België. Als hij er niet bij was, lag dat meestal aan een conflict waarin Abe weer eens was verwikkeld. Lenstra ging vaak hardnekkig zijn eigen gang en hield altijd vast aan eigen opvattingen. Met hem viel niet zomaar te sollen, van rechtsbuiten naar linksbuiten. In het aloude stopperspilsysteem voelde Abe zich op zijn best als binnenspeler, links of rechts, dat maakte hem niet uit. Maar hij pikte het niet als de keuzecommissie van de KNVB, verantwoordelijk voor de opstelling, zijn voorkeur negeerde.
VOORNAAM
Legendarisch werd hij ook door zijn voornaam. Toen Abe in 1948 autopech kreeg, bracht de politie hem met enige vertraging naar het Feyenoord-stadion. Daar speelde het (voorlopig) Nederlands elftal een oefenwedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers, de nummer 5 van Engeland destijds. De Kuip zat helemaal vol.
De 60.000 toeschouwers hadden uitgekeken naar Abe. Op het moment dat Lenstra zeven minuten na de aftrap langs de lijn verscheen, leefde het publiek massaal op. ‘Abe, Abe’ galmde het. Linksbuiten Mick Clavan kreeg een seintje dat hij moest uitvallen waarna het idool bij elke touch van de bal de toeschouwers in vervoering bracht.
Een yell bleek daarmee geboren. Jarenlang nog klonk het door de stadions. Zelfs lang na zijn afscheid bleef ‘Abe, Abe’ klinken in de stadions, als een protestkreet wanneer het met Oranje weer eens misliep op het veld.
AFSCHEID
Een officieel afscheid kreeg Lenstra nooit. Geruisloos verdween hij uit Oranje nadat op 38-jarige leeftijd zijn laatste interland gespeeld bleek. Op 4 september 1985 zou hij alsnog worden geëerd, vooraf aan de eerste én enige interland van Oranje ooit gespeeld in Heerenveen. Twee dagen voor de vriendschappelijke interland tegen Bulgarije werd Lenstra getroffen door een hersenbloeding, die fataal bleek. De wedstrijd begon met een indrukwekkende minuut stilte.
De interland draaide uit op een sof en werd pas op de valreep door een doelpunt van Rob de Wit gewonnen: 1-0. ‘Er was alle reden om als vanouds ,,Abe, Abe” te roepen, maar de toeschouwers wensten kennelijk hun pas overleden idool niet in verband te brengen met dit emotieloos spelende oranje-team’, schreef verslaggever Frans Ensink in de Volkskrant. Met zijn overlijden had een alledaagse tussen-interland een bijzondere tint van een bijzondere voetballer gekregen.
De Fryslân-Dok documentaire ‘Dûnser mei de bal’ wordt zaterdag 28 november uitgezonden op NPO2 (15.30 uur) en zondag op Omrop Fryslân (17.00 uur). Op vrijdagavond 27 november, de 100e geboortedag van Abe Lenstra, zendt Omrop Fryslân om 20.15 uur eenmalig een interview uit dat Willem Duys in 1971 met Abe had in het destijds vermaarde programma ‘Voor de vuist weg’.
- 25 november 2020 - Tegen Oranje ontdekte ‘Jaapje’ Europa
We kenden hem nog maar van spaarzame tv-flitsen. Het was pas zijn vijfde interland voor Argentinië, op 22 mei 1979 tegen Nederland – de eerste wedstrijd van Diego Maradona, 18 jaar, in Europa. Johan Neeskens was zijn rechtstreekse opponent. Een vriendschappelijke interland in het Zwitserse Bern, vanwege het 75-jarig bestaan van de FIFA; afgesloten bij 0-0 waarna er zo nodig nog strafschoppen moesten worden genomen.
Maradona scoorde koeltjes vanaf de stip. Drie Nederlandse spelers misten: René van de Kerkhof en twee spelers die allebei de naam Jan Peters droegen. Argentinië won, met 8-7. Zo ging ook de herhaling van de WK-finale verloren voor Oranje.
In het toen nog bestaande dagblad Het Vrije Volk was Maradona vooraf al geïntroduceerd door verslaggever Dick van den Polder: ‘Het nieuwe Zuid-Amerikaanse voetbalwonder, de Argentijnse Pelé, zoals sommige warmbloedige journalisten hem nu met wat al te grote voortvarendheid hebben gedoopt. Dieguito wordt hij door zijn supporters genoemd, kortweg Jaapje. Een temperamentvolle krullenbol met een linkerbeen à la Van Hanegem. Hij meet slechts 1.65 meter en is in dat opzicht te vergelijken met Alan Simonsen, de Europese voetballer van het jaar.’
GUERILLA-VOETBAL
Twee miljoen dollar heeft Barcelona volgens Het Vrije Volk dan al voor hem geboden, hij verdient al 250.000 dollar per jaar. Maar bondscoach Cesar Luis Menotti vindt Maradona in 1978 nog niet rijp genoeg voor het WK. Menotti acht hem psychisch nog niet bestand tegen de spanningen van een WK, en niet geschikt voor het guerilla-voetbal waarmee Argentinië in eigen land wereldkampioen zal worden. ,,In die fase was hij nog niet volkomen opgewassen tegen de spanningen, de agressie, de provocaties die in een WK-toernooi te beleven zijn’, legt Menotti in Bern uit over Maradona, die in maart 1977 zijn interland-debuut al heeft gemaakt, als zestienjarige.
Aan de vooravond van het duel met Oranje in 1979, is de twijfel allang weg bij Menotti.,,Hij is een wonderkind. Ik ben ervan overtuigd dat hij een der beste spelers van de wereld wordt”, kondigt Menotti alvast aan.
Daar in Bern moet ook Diego Maradona al ervaren dat zijn bekendheid reeds is doorgedrongen tot Zwitserland. ,,In Argentinië kennen ze me al, maar dat Europa al van mijn naam had gehoord wist ik niet. Al dagenlang word ik achtervolgd door honderden voetbalfans in Zwitserland. Mijn lichaam is topfit, maar ik heb wel pijn in mijn vingers. Van al dat handtekeningen zetten”, vertelt de tiener uit Buenos Aires.
BRUTAAL ALS DE BEUL
In de wedstrijd tegen Oranje maakt hij de verwachtingen waar. ‘De voor het eerst aan Europa getoonde Maradona bleek qua postuur minder schriel dan hem in alle verhalen was vooruitgesneld’, schrijft Lex Muller in het Algemeen Dagblad. ‘Een geblokt figuur, met bovenbenen als de flanken van een stier en brutaal als de beul. Te midden van de wereldkampioenen bewoog hij zich alsof hij aanzienlijk meer dan pas vier interlands had meegedaan. Bondscoach Jan Zwartkruis had de Argentijnse spelverdeler Johan Neeskens als meest doorgewinterde breker aan hem toegewezen.’
Ook Maradona ontdekt hoe Neeskens op tegenstanders kan inbeuken. ,,Hier ligt dus Maradona, die heet het nieuwe wonder van Argentinië te zijn. Al is het nog wat vroeg om daar luidruchtig over te zijn”, constateert tv-commentator Theo Reitsma (NOS) die avond op onderkoelde toon na een harde tackle van Johan Neeskens. Zeven jaar later zal Reitsma als een van de weinigen direct zien hoe Maradona met een handsbal scoort tegen Engeland. Vervolgens toont hij volop waardering bij de geweldige tweede goal. ,,Hiermee neemt Maradona alle twijfel weg.”
GEMAKKELIJK
Johan Neeskens hoeft zich in de jubileumwedstrijd van de FIFA niet tot de bewaking van Maradona te beperken. Het verloop van de wedstrijd biedt hem de gelegenheid regelmatig de aanval te zoeken, zo blijft er ook voor Maradona ruimte genoeg over om indruk te maken op de altijd kritische Ben de Graaf van de Volkskrant. ’De nieuwe Argentijnse ster Maradona legde de bal neer waar hij wilde en wist vrij gemakkelijk aan de krachtige dekking van Neeskens te ontkomen’, schrijft De Graaf.
Cesar Luis Menotti ziet die avond met genoegen toe hoe Maradona tot op de penaltystip overeind blijft tegen Oranje: ‘Maradona heeft bewezen dat hij het grootste talent is dat het Argentijnse voetbal de laatste 15 jaar heeft voortgebracht’, aldus Menotti.
- 24 november 2020 - Hiddink wil nog geen ‘Pompeï’ zijn
In zijn 75ste levensjaar is Guus Hiddink nog eens aan een nieuw baantje begonnen. Hij was al bondcoach in Nederland, Zuid-Korea, Australië, Turkije en Rusland alsmede coach van het olympisch team van China en leidt nu de nationale selectie van Curaçao, een eiland met een kleine 160.000 inwoners in de zuidelijke Caraïbische Zee, vlak voor de kust van Venezuela. Kwalificatie voor het WK van 2022 in Qatar is het nieuwe doel van Curaçao, nummer 81 op de FIFA-wereldranglijst.
Curaçao is een voormalige Nederlandse kolonie, maar maakt nog altijd deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Het is een populair vakantie-eiland waar niettemin een derde van de bevolking onder de armoedegrens leeft. De band met Nederland is ook terug te zien op het voetbalveld; in de spelers én in de coaching. De Nederlandse competitie vormt een belangrijke vijver om kandidaat-internationals op te vissen. Ook de bondscoaches komen meestal met opvattingen uit de Hollandse School naar Curaçao.
VOORGANGER WIST VAN NIETS
Hiddink brengt niet alleen reputatie mee, op zijn ambitie zit kennelijk ook nog geen sleet. Drie maanden discussie nam hij voor lief voordat hij vorige week aan zijn eerste trainingsstage kon beginnen. Zijn populaire voorganger Remko Bicentini was al aan zijn WK-voorbereiding begonnen toen diens dochter in augustus op de radio hoorde dat Hiddink was benoemd. Bicentini wist van niets.
,,Een luizenstreek van de voetbalbond, en Hiddink is daarin meegegaan”, oordeelde Telegraaf-journalist Valentijn Driessen. Het was een sporadische kritische oprisping in de Nederlandse media. De meeste kranten hangen alweer aan de lippen van Hiddink, die als altijd het spel bereidwillig meespeelt. Op de vraag of hij zich niet te oud voelt voor een missie als bondscoach naar het WK van 2022 volgt dan een goedgebekt antwoord.
Zo zei hij in het AD: ,,Ik ben nog geen Pompeï waar de as al lang en breed overheen is gegaan. Als er op het trainingsveld een rondo wordt gespeeld, doe ik nog steeds mee met de linkerpoot. Ik ben natuurlijk niet gek. Want je moet voorkomen dat mensen zeggen: ‘daar heb je hem weer, het bekende plaatje wordt weer grijs gedraaid’. Ik er heb heel bewust mensen opgezet uit mijn omgeving, die dat voor mij ook in de gaten houden. Als die situatie ontstaat, dán moet je stoppen.”
SYMPATHIE EN AUTORITEIT
Met Hiddink heeft Curaçao een bondscoach gekregen, die vooral ook als boegbeeld moet dienen. Hij kan zijn internationale ervaring aanwenden, hij geniet sympathie en autoriteit bij scheidsrechters en bobo’s en van hem wordt verwacht dat nog meer spelers zich laten verleiden tot een keus voor Curaçao.
Onder Remko Bicentini is die trend al ingezet. Bicentini (52) is geboren in Nijmegen en is de zoon van een international van Curaçao, die in jaren zestig voor NEC Nijmegen speelde. Ook Bicentini junior kwam voor NEC uit. Hij werd in 2017 bondscoach als opvolger van Patrick Kluivert, wiens moeder uit Curaçao komt. Met Bicentini won Curaçao in 2017 de Carribean Cup door in de finale Jamaica te verslaan. Het succes kreeg een vervolg in de strijd om de Golf Cup, het kampioenschap van Noord- en Midden-Amerika. Daarin reikte het tot de kwartfinale, wat de hoop op WK-kwalificatie heeft versterkt.
PROGRESSIE
De vooruitgang komt tot uitdrukking op de FIFA-ranking. In enkele jaren tijd steeg Curaçao van de 164ste naar de 81ste plaats. Hoger staat het nu dan Europese landen als Wit-Rusland, Cyprus en Georgië. De progressie maakt veel enthousiasme los op het eiland, spelers die niet direct een kans maken op Oranje, willen er graag bij horen. Bicentini maakte zich al op voor de strijd om WK-kwalificatie toen zijn droom vrijdag 21 augustus wreed verstoord door de aanstelling van Guus Hiddink.
Hiddink hield vol van niets te weten. Ja, hij had in februari weliswaar een kopje koffie gedronken met hem, maar om dat gesprek had Bicentini zelf gevraagd. Hij wilde van een ouwe rot wel eens weten hoe het er aan toegaat rond een WK-toernooi. Geen moment had Bicentini de indruk gekregen dat Hiddink op zijn baantje zat te azen. De verbazing werd nog groter toen de voetbalbond van Curaçao in augustus op een persconferentie liet weten dat al in januari een mondeling akkoord was bereikt met Guus Hiddink. Volgens de bond zou Bicentini geweigerd hebben als assistent verder te gaan.
RECHTSZAAK
Tot begin november moest Hiddink wachten voordat hij kon beginnen met zijn eerste trainingsweek als bondscoach. Na een rechtszaak, aangespannen door Bicentini, kwam de voetbalbond uiteindelijk toch tot een schikking die de weg vrij maakte voor een nieuwe bondscoach.
Inmiddels zoekt Hiddink verder naar spelers die de selectie van Curaçao kunnen versterken. Van de 781 spelers die sinds 1905 in het Nederlands Elftal speelden, hebben er twaalf roots op Curaçao. Het zijn er wel stukken minder dan de ruim vijftig met wortels in Suriname, dat hemelsbreed op 1700 kilometer ten zuidoosten van Curaçao ligt.
AANBOD IN NEDERLAND
Het aanbod in Nederland breidt zich gaandeweg uit. Hiddink mikt vooral op jonge spelers die nog moeten kiezen voor welk nationaal elftal ze straks zouden willen uitkomen. Spelers die jeugdinternational in Nederland zijn, heeft hij daarvoor op de korrel zoals de Ajacieden Quinten en Jurriën Timber, Sontje Hansen en Tahith Chong die bij Werder Bremen in de Bundesliga speelt. Daarnaast is het oog gericht op (kandidaat-)internationals die de laatste jaren niet meer in aanmerking kwamen voor Oranje, bijvoorbeeld Riechedly Bazoer (Vitesse) en Jürgen Locadia (FC Cincinnati).
Momenteel telt de selectie van Curaçao al veel bekende namen uit het Nederlandse voetbal zoals keeper Eloy Room (Columbus Crew), Juriën Gaari (RKC), Leandro Bacuna (Cardiff City), Jeremy de Nooijer (Al-Shamal), Juninho Bacuna (Huddersfield Town), Brandley Kuwas (Al-Nasr), Rangelo Janga (NEC), Charlison Benschop (Apollon Limassol) en Jarchinio Antonia (SC Cambuur).
‘OP DE RADAR’
,,De bekende jongens zoals ik het noem, de groep Bacunaatjes’’, zo vat Hiddink het samen in het AD. ,,Maar we kijken verder. Er zitten nog veel meer spelers op onze radar. Ik begrijp dat die jonge gasten nog denken: eerst Jong Oranje en dan Oranje. Die stellen hun eventuele keuze voor Curaçao nog even uit. Maar er komt straks misschien een moment dat die weg onbegaanbaar blijkt. Als ze niet in beeld zijn of als er simpelweg te veel concurrentie is? Dan staan wij klaar.”
Kwalificatie voor het WK kan voor zulke spelers als een magneet werken, hoopt Hiddink: ,,Stel dat wij ooit het WK halen. Dat is het doel, daar werken we aan. Het is een lange weg en bepaald geen eenvoudige. Om uiteindelijk daar te komen, moeten we ons meten met landen als Mexico en de Verenigde Staten. Ga er maar aan staan. Maar ik denk deze dagen nog weleens aan Leo Beenhakker. Die stond opeens met Trinidad en Tobago op het WK in Duitsland. Met eigenlijk alleen captain Dwight Yorke als grote naam. Het kan dus wel.’’
- 17 november 2020 - #ONE1LOVE moet racisme intomen
Op de shirts van Oranje had deze week #ONE1LOVE moeten staan, met als ondertitel Voetbal verbindt. Het mocht niet van de UEFA. Boodschappen met een morele lading zijn niet toegestaan op voetbalshirts, dus werd het beeldmerk verboden dat past bij de KNVB-campagne tegen racisme en discriminatie. Nu kon Oranje alleen nog op shirts in de warming-up aandacht vragen hiervoor. Het werd nauwelijks opgemerkt.
Een jaar geleden is het dat Georginio Wijnaldum in krachtige bewoordingen racisme op het voetbalveld veroordeelde. ,,Als het bij mij gebeurt, dan loop ik van het veld”, zei Wijnaldum op een persconferentie van Oranje waar hij Virgil van Dijk verving als aanvoerder. Een dag later liep Wijnaldum samen met Frenkie de Jong naar de zijlijn om aan de openingsgoal tegen Estland een gezamenlijk gebaar tegen racisme te verbinden; blank en zwart ineen, prominent voor de tv-camera. Dat mocht gelukkig wel van de UEFA-scheidsrechter.
Oranje werd vorig jaar geïnspireerd tot actie nadat op 17 november de competitiewedstrijd tussen FC Den Bosch en Excelsior tijdelijk was gestaakt wegens uitingen van racisme. De tranen van Excelsior-speler Ahmad Mendes Moreira maakten landelijk veel indruk. Het parlement sprak zijn afschuw uit. Minister-president Rutte en twee ministers reisden af naar de KNVB-campus in Zeist. Kabinet en KNVB trokken samen 14 miljoen euro uit om racisme en discriminatie in de komende drie jaar te bestrijden.
RESULTATEN
Een jaar later heeft het aanvalsplan tot voornamelijk symbolische resultaten geleid. Er zijn veel goede voornemens gelanceerd. De normen voor strafmaatregelen zijn verscherpt. Acht maatschappelijke belangengroepen zijn aan het nadenken, vijftig procesbegeleiders zijn er aan het werk, tachtig arbitragedocenten hebben 500 scheidsrechters geschoold. Voor jeugdspelers is een educatieve game ontwikkeld, de KNVB heeft een programmamanager aangesteld en is er een overkoepelende commissie gekomen, genoemd naar Humphrey Mijnals, de eerste Surinaamse speler in het Nederlands Elftal.
Concreet is naar buiten nog weinig te merken van de aanpak. In de periode dat er nog in volle stadions gespeeld kon worden, zijn bij tenminste zes wedstrijden racistische uitingen gesignaleerd. Luid hoorbaar én zichtbaar waren de spreekkoren, de woeste gebaren naar donkere spelers bij onder meer ADO Den Haag (tot twee keer toe), FC Utrecht, Helmond Sport, Fortuna Sittard en MVV Maastricht. Op geen enkel incident volgde actie vanuit de KNVB.
AMATEURVOETBAL
In het amateurvoetbal werden in anderhalf seizoen (tot september 2020) 93 meldingen gedaan van discriminatie of racisme. De registratie begon in april 2019, ruim een half jaar voordat de tranen van Mendes Moreira voor een wake-up call zorgden. Opvallend is dat voordien gemiddeld twee meldingen per week over discriminatie binnenkwamen, daarna waren dat er wekelijks 3,5. Volgens de KNVB heeft het ermee te maken dat „meer mensen discriminatie en racisme niet accepteren.”
De bewustwording van de ernst is daarmee toegenomen, bestraffing niet. Uit getuigenissen die het dagblad NRC noteerde blijkt dat er nauwelijks sancties volgden. In NRC erkent de KNVB dat het moeilijk kan zijn om een racistisch of discriminerend incident te bewijzen. ‘Het lukt meestal het beste als een scheidsrechter exact heeft kunnen waarnemen wat er is gebeurd en dat aan de KNVB rapporteert. Eenvoudig is dat niet. Vanwege een tekort aan scheidsrechters fluiten clubmensen vaak hun eigen teams. Zij zijn, zeker in kleine gemeenschappen, niet snel geneigd hun eigen vrienden en kennissen ‘aan te geven’ bij de KNVB. Een woordvoerder van de voetbalbond noemt dat „inderdaad een lastig punt”, want „wij hebben wel medewerking nodig”. Vaak kan een scheidsrechter niet horen wat er precies gebeurt tussen spelers die ruzie krijgen, of wat er is geroepen vanaf de tribune. In dat geval is een tuchtzaak alleen kansrijk als clubs elkaars verklaringen niet tegenspreken. Dat betekent dat één club de eigen speler of supporter moet aangeven als die betrokken is bij een racistisch incident.’
‘MONSTER’
De machteloosheid remt Houssin Bezzai niet af. Bezzai, oud-speler van Sparta, Haarlem en TOP Oss, is bij de KNVB aangesteld om het ‘aanvalsplan’ tegen racisme en discriminatie uit te begeleiden. ,,Racisme is een monster, het verpest het plezier. Dat monster bannen uit het voetbal is een grote uitdaging”, zegt Bezzai in het dagblad Trouw.
Hij kondigt alvast aan dat er in 2021 camera’s komen die middels verfijnde geluidsregistratie de daders van racisme in de stadions traceren. Een nieuwe meldingsapp wordt deze winterstop al in gebruik genomen. Ook wordt gedacht aan een variant van de Rooney Rule, genoemd naar Dan Rooney, voormalig eigenaar van American Footballclub Pittsburgh Steelers. Volgens die regel moet een club of bond bij een vacature ten minste één kandidaat met een kleur of een migratie-achtergrond uitnodigen voor een sollicitatiegesprek.
HAKIM ZIYECH
Een gevoelig thema is dat. In het collectief trainers die binnen bond en clubs werkzaam zijn, vormen coaches met een etnische achtergrond nog een flinke minderheid. De verhouding loopt scheef met hun inbreng als spelers in clubs en nationale teams. Ook bij de KNVB als ‘wit bolwerk, hoopt Bezzai op een kentering: ,,Het moet beter. Op het gebied van etniciteit, maar ook als het gaat om vrouwen en lhbti’ers.”
Ook vanuit de commissie Mijnals wordt aangedrongen op meer bewustwording hiervoor binnen de KNVB. Voorzitter van de commissie is Humberto Tan, een tv-persoonlijkheid met Surinaamse roots. In de Volkskrant zei hij zaterdag: ‘Als de KNVB intern Hakim Ziyech beter had gesnapt was de kans groter geweest dat hij voor Nederland had gekozen in plaats van voor Marokko. Het gaat niet alleen om kleur. Het gaat om begrip voor een cultuur. Hebben we mensen in huis die snappen wat in hoofden omgaat, of kijken we alleen of de schoenen goed zitten.’
- 16 november 2020 - Terug uit Brugge 'ontdekte' PSV Rómario
Bij herinneringen aan de maandag op 84-jarige leeftijd overleden Harry van Raaij, oud-voorzitter van PSV, komt snel de kostelijke anekdote naar boven over de transfer van Romário de Souza Faria. In 1988 was dat, enkele maanden nadat PSV de Europa Cup voor landskampioenen had gewonnen, kort na de Olympische Spelen met Romário als topscorer. Vrijwel onbekend nog was Romário, 22 jaar; niet alleen in Eindhoven, óók in Brugge.
Telkens als Harry van Raaij daarover mocht vertellen, rolden zijn pretoogjes. Zo trots ook was hij daarop. ,,Ik was penningmeester, Jacques Ruts was voorzitter toen we in ’88 naar Brugge reden omdat we Marc Degryse wilden kopen. Club Brugge wilde Degryse pas kwijt als ze een nieuwe spits hadden. Dat moest een buitenlander worden, die niet uit Afrika of Azië kwam en op dat moment op de Olympische Spelen in Seoul voetbalde. Wisten wij veel wie er bedoeld werd. Op de terugweg concludeerden we dat het om de spits van Brazilië moest gaan. Toen we in Eindhoven aankwamen, zijn we direct doorgereden naar het huis van Kees Ploegsma, onze manager. Het was al half twaalf ’s avonds. ‘Onze Keesje weet dat wel, maar die slaapt al’, zei Ploegsma, en die heeft toen zijn zoon wakker gemaakt. ‘Oh, dat is Romario’, zei Keesje. De volgende dag hebben we contact gezocht en na een week was Ploegsma terug uit Brazilië, mét Romario. Een paar weken later belde Club Brugge. Of we nog interesse hadden in Degryse, want ze hadden nu eindelijk hun begeerde buitenlandse spits van de Olympische Spelen kunnen strikken. Farina, de midvoor van het Australisch elftal….”
Voor 7,5 miljoen dollar zat Romário in Eindhoven en hij werd zelfs nog 3,3 miljoen dollar goedkoper door een slim handeltje in Braziliaanse cruzeiro’s en dollars, opgezet door Van Raaij en de Braziliaanse vestiging van Philips.
ANEKDOTES
Van Raaij heeft tal van zulke anekdotes aan voetbaltransfers overgehouden. Over Ronaldo, nog zo’n Braziliaan die wereldster werd en voor wie PSV zaken deed met een Zwitser die in paarden deed. En over Ruud Gullit, die in 1985 voor 900.000 gulden eigendom was van een groentehandelaar in Rotterdam. Totdat Gullit naar PSV kwam, lag er een verbod van Philips op het aantrekken van spelers van Feyenoord, omdat Philips vreesde dan klanten te verliezen in Rotterdam. ,,Dat verbod van Philips moest van tafel. Anders was ik geen penningmeester geworden.”
Ruim vijftien jaar geleden al is het dat Van Raaij mij zijn anekdotes vertelde. ,,Hoe lang we dit volhouden is voor mij de vraag”, zei hij toen al. ,,Ik zie grote clubs eigendom worden van private ondernemers. Dat gaat maar door. Die grote investeerders zullen altijd zoeken naar omzet- en marktvergroting. En die spelen straks hun eigen competitie. Niet over twee of drie jaar, het zal wel wat langer duren. Maar ik vrees wel dat de rest, ook wij met PSV, dan aan de zijlijn staan.”
BENELIGA
De ontwikkelingen brachten Van Raaij er toe samenwerking te zoeken met Michel Verschueren, de manager van Anderlecht. Uit hun koker kwam destijds het idee voor een BeNeliga. Het verzet bleek te groot en Van Raaij oogstte vervolgens ook hoon met andere ideeën. Zo lanceerde hij het plan voor een Atlantische competitie, met onder meer clubs uit België, Schotland, Portugal en Scandinavië, en ving hij bot in Duitsland met het verzoek om PSV mee te laten spelen in de Bundesliga.
Van Raaij werkte nog als financieel expert bij Philips toen hij gedurende twee periodes penningmeester was van PSV. Van 1996 tot 2004 was hij directievoorzitter van PSV. Vier keer werd PSV in die periode landskampioen. Razend populair was Van Raaij destijds, vooral bij de supporters, die hem adoreerden als een ‘voorzitter van het volk’.
- 14 november 2020 - Marionetten cirkelen rond
Wie doorbreekt de cirkel? Het internationale topvoetbal zit gevangen in een kluwen van belangen. Clubs, topspelers én de opiniemakers in media-praatprogramma’s klagen over overbelasting nu er steeds meer interlands worden gespeeld. Tijd voor een momentje rust in de volgepropte clubagenda’s blijft er niet meer over.
,,Aan het eind van de rit zijn wij als spelers nog slechts de marionetten van FIFA en UEFA. Ons vraagt niemand iets. Ga die kalender toch eens snoeien”, verzuchtte Toni Kroos deze week. Als honderdvoudig international van Duitsland en als speler van Real Madrid moet ook hij het hele jaar meedraaien in de mallemolen van de voetbalindustrie.
De wedstrijden, voor clubs en nationaal elftal, blijven elkaar opvolgen. De spelers struikelen door Nations League, WK-kwalificatie én vriendschappelijke interlands om te voldoen aan sponsorverplichtingen en tv-contracten aan de ene kant. De clubs hollen voort in competitie, bekertoernooi en Europees voetbal. Nóg voller loopt straks de agenda als de topclubs hun zin mogen doordrijven en een Superliga is gerealiseerd.
De belasting van zoveel wedstrijden krijgt een lading extra met de keuze voor het reizen naar verre oorden waar dan om Super Cup of WK voor clubs moet worden gespeeld. Veel van die wedstrijden zijn slechts gecreëerd omdat de tv gretig daarvoor betaalt en bonden en clubs zo nog méér inkomsten binnenhalen.
TWAALF SPELERS GESCHRAPT
Acht interlands in minder dan drie maanden speelt het Nederlands elftal dit najaar terwijl de corona-uitbraak tot terughoudendheid zou moeten manen. Dat zijn er alweer twee méér dan vorig seizoen toen nog niemand in de voetbalwereld zich zorgen maakte over een virus. Uit de selecties voor die acht interlands moesten al twaalf verschillende spelers worden geschrapt wegens blessures, ziekte of corona-besmetting.
Zo’n waslijst vol afwezigen knaagt aan de kwaliteit van het voetbal. Daarover zeuren dan weer de vele deskundigen in de talloze voetbal-talkshows; ja inderdaad, dat zijn de melkkoeien van de tv-zenders die het voetbal opjagen tot steeds meer wedstrijden. Evenzeer klagen veel spelers en coaches over de nooit stilvallende druk, de aanhoudende belasting omdat de bal voort moet rollen; ja, inderdaad dat zijn die duur betaalde krachten die miljoenen verdienen omdat de clubs steeds meer binnenharken uit tv-rechten, sponsoring en marketing.
COLLECTIEF
Daarom, wie doorbreekt de cirkel? Wanneer komen de spelers tot het besef dat hun gezondheid én toekomst ermee gediend is wanneer er minder gespeeld gaat worden? Maar wie, welke speler, is bereid om hiervoor water in de wijn te doen? Wanneer staan de spelers gezamenlijk op om solidair op te roepen tot collectieve salariskortingen in het topvoetbal, in ruil voor een agenda met structureel méér rustmomenten? Wie neemt het initiatief hiervoor?
Ja, inderdaad, het is een ideële gedachte, maar wellicht een van de weinige mogelijkheden nog om de wal het schip te laten keren. Zo ver ging ook Toni Kroos nog niet met zijn verzuchting nu hij zich een marionet voelt. De Oranje-internationals Georginio Wijnldume en Frenkie de Jong wisten evenmin een oplossing toen ze deze week geen probleem zagen en kennelijk ook geen behoefte hadden om een statement te maken à la Kroos.
DAVY KLAASSEN
Misschien biedt Davy Klaassen ons hoop. Hij keerde onlangs, op zijn 27ste, terug bij Ajax en na ruim drie jaar ook bij Oranje na bij Everton en Werder Bremen uit beeld te zijn geraakt bij de bondscoaches. Bij de keuze van Klaassen voor Ajax speelde het geld een ondergeschikte rol. Hij was kennelijk bereid om minder te gaan verdienen in ruil voor meer spelvreugde.
‘Naar de begrippen van deze tijd is Davy Klaassen voor een schijntje terug bij Ajax. Is Davy Klaassen niet een zeer prettig symbool van de hoognodige zuivering?’, schrijft Henk Hoijtink deze week in zijn wekelijks rake voetbalcolumn in het dagblad Trouw.
Mooie woorden. Laat Klaassen alsjeblieft méér zijn dan een symbool.
- 11 november 2020 - 'Not intentional' zei de grensrechter tegen Charles Corver
Bewusteloos werd Patrick Battiston afgevoerd; met een zware hersenschudding, drie afgebroken tanden, een gekneusde wervel, een gebroken kaak en een haarscheurtje in de halwervel. Maar scheidsrechter Charles Corver had niets onreglementairs waargenomen; op dat moment, op 8 juli 1982 in de halve finale van het WK tussen Frankrijk en West-Duitsland. Zijn leven lang bleef dat incident Corver achtervolgen, een memorabel moment in de WK-historie. Dinsdag 10 november overleed Charles Corver op 84-jarige leeftijd na een kort ziekbed.
Geconfronteerd met de tv-beelden van het incident heeft Corver steeds hardnekkig volgehouden dat hem was ontgaan hoe bruut doelman ‘Toni’ Schumacher zijn tegenstander had getorpedeerd. Vlak voor de grens van het strafschopgebied gebeurde dat, terwijl de lob van Battiston naast de paal eindigde.
,,Als ik het had mogen zien op een monitor had ik gezegd: ‘Meneer Schumacher, naar de tribune. Weg!’. Ik had niets gezien, dan kun je ook geen beslissing nemen. Ik volgde de bal. Toen ik die Fransman zag liggen, ben ik onmiddellijk naar mijn grensrechter gerend, de Schot Valentine, en vroeg hem wat hij had gezien. ‘Not intentiontial’, zei hij. Niet opzettelijk.”
De botsing met de heup van de onbesuisd uitgekomen Schumacher kwam zo hard aan dat Battiston later in coma raakte. Een half jaar kon hij niet voetballen. Na de verloren halve finale noemde de Franse aanvoerder Michel Platini de scheidsrechter ‘de twaalfde Duitser’. ,,Ik was zeer beledigd. Hij wist niet dat mijn vader een Fransman was die in Parijs is geboren”, zei Corver later in NRC.
De voetbalnotabelen droegen hem niets na. Als rapportcijfer kreeg Corver een 9,5, in zijn afscheidsjaar 1983 mocht hij de finale om de UEFA Cup leiden. ,,Ze wilden even laten zien dat ik niet afgestraft hoefde te worden voor een botsing die ik toevallig niet had gezien.”
Charles Corver was actief op de WK’s van 1978 en 1982 en het EK van 1980. Hij leidde vier Europese finales en werd door het weekblad Voetbal International ‘tot scheidsrechter van de eeuw in Nederland’, uitgeroepen.
Hij hanteerde de fluit in een tijdvak waarvan de oud-voetballers nu nogal vaak zeggen dat de scheidsrechters vroeger veel beter waren dan de huidige generatie. Corver had te maken met types als Johan Cruijff en Willem van Hanegem, die zelden hun mond konden houden.
In Johan Cruijff de Biografie (2019) zegt Corver daarover: ,,Cruijff sarde weleens tegen mij, en dan begonnen tegenstanders tegen mij van: die Cruijff mag ook alles. Ik was eraan gewend geraakt, misschien liet ik hen wel te ver gaan.”
- 10 november 2020 - Duitse les in Arnhem
Zonder ophef elders in het land onderging Vitesse Arnhem dit jaar een injectie uit de Duitse School. Groot was het contrast met de verwachtingen bij de komst van de wel erg luid bezongen Roger Schmidt naar PSV. In maart al streek Johannes Spors in Oost-Gelderland neer als technisch directeur, eind mei volgde zijn landgenoot Thomas Letsch hem als coach.
Nu de competitie in de Eredivisie acht ronden op gang is, kan worden vastgesteld dat het Duitse duo snel een stempel heeft gedrukt op Vitesse. De spelopvattingen zijn herkenbaar, de zogeheten lastposten Bazoer en Tannane ontpoppen zich als steunpilaren, de huurlingen hebben snel hun draai gevonden, jeugdige talenten krijgen de kans op speeltijd en het vertrek van aanvallers als Linssen, Matavz en andere kernspelers heeft Vitesse er vooralsnog geenszins zwakker op gemaakt.
Die ontwikkeling krijgt gestalte op de ranglijst. Alleen de uitwedstrijd bij Ajax ging voor Vitesse verloren, met 2-1, nadat de gelijkmaker net zo dichtbij was geweest als een ruimere zege voor de Amsterdammers. Met een gelijk aantal punten voeren beide ploegen de ranglijst aan.
LETSCH EN SCHMIDT
Opmerkelijk is ook dat Vitesse, eerder zelfs dan PSV, het resultaat van de Duitse lessen laat zien. Beide coaches kennen eenzelfde achtergrond. Schmidt en Letsch werkten samen bij Red Bull Salzburg. Johannes Spors, de technisch directeur, was bij Hoffenheim actief toen Julian Nagelsmann er hoofdcoach was en hij werkte als hoofd scouting bij Red Bull Leipzig in de periode dat Timo Werner en Dayot Upamecano daar werden ontdekt. Via Hamburger SV kwam Spors dit jaar naar Vitesse.
Johannes Spors kan dus vergelijken. ,,Thomas Letsch en Roger Schmidt komen uit dezelfde school, ze hebben dezelfde opvattingen, maar het zijn verschillende persoonlijkheden die ook in hun tactische uitvoering het verschil laten zien. Dat zie je terug in details, maar het gaat te ver om dat uitvoerig toe te lichten”, zegt Spors.
BAZOER
Zichtbaar bij Vitesse is dat Letsch heeft gekozen voor een systeem met drie centrale verdedigers van wie Riechedly Bazoer de brug naar voren moet slaan. In die rol lijkt hij stabiliteit te vinden. Zijn passing en traptechniek zijn zo goed dat Bazoer dit seizoen tot de spelers met de meeste assists in de Eredivisie behoort.
Bazoer, met roots van Curacao en nog maar net 24 jaar, was altijd al een hartstochtelijk bejubeld talent. In de jeugd bij zowel PSV als Ajax hadden ze veel met hem te stellen. Als speler van Ajax kwam hij tot zes interlands. Maar nadat VfL Wolfsburg 12 miljoen euro voor hem had betaald, stagneerde zijn carrière. Ook bij FC Porto en terug in zijn geboortestad bij FC Utrecht kon hij de verwachtingen niet inlossen. In de zomer van 2019 streek Bazoer bij Vitesse neer, waar zijn lang verborgen talenten nu gaandeweg weer glans krijgen. Een rode kaart, afgelopen zondag opgelopen na een onbezonnen charge, werpt hem nu wel even terug.
TANNANE
Om de accu op te laden kan Bazoer te rade gaan bij Oussama Tannane, 26 jaar en international van Marokko. Ook Tannane heeft een woelig verleden achter de rug. In 2016 verhuisde hij van Heracles Almelo naar Saint-Etienne, hij speelde met Las Palmas in de Primera División, maar nergens oogstte hij veel applaus met zijn technische vaardigheidjes; ook niet na terugkeer in Nederland bij FC Utrecht en vanaf 2019 bij Vitesse. Zijn grilligheid staat hem nogal eens in de weg, zo bleek vorige maand ook bij Vitesse toen hij met rood het veld af moest na luid hoorbaar de scheidsrechter tot herhalens toe voor ‘mafkees’ te hebben uitgemaakt.
Het is Thomas Letsch kennelijk wel gelukt Bazoer en Tannane een belangrijke rol voor Vitesse te laten spelen. Dat doen ze in een heel ander elftal dan het team dat vorig seizoen vrij kleurloos zevende stond op het moment dat de competitie stil werd gelegd.
HUURLINGEN
Geen cent transfergeld mocht Vitesse besteden van de Russische eigenaar Valeriy Oyf. In de zoektocht was het oog daarom gericht op transfervrije spelers en talenten die bij grotere clubs konden worden gehuurd. Zo pikte Vitesse centrumverdediger Jacob Rasmussen op bij Fiorentina, middenvelder Idrissa Touré bij Juventus en de aanvallers Armando Broja en Loïs Openda bij respectievelijk Chelsea en Club Brugge.
Hun clubs kon Vitesse overtuigen met verwijzing naar de ontwikkeling die bijvoorbeeld Martin Odegaard (Real Madrid) en Mason Mount (Chelsea) in Arnhem hebben doorgemaakt. ,,Bij het huren van spelers van grote clubs proberen wij ze te overtuigen van de kansen die er liggen in de Eredivisie. Vitesse speelt niet op het niveau van Juventus, maar wat we hier wel te bieden hebben is het vooruitzicht dat talentvolle spelers in Nederland veel speeltijd kunnen krijgen om door te groeien”, legt technisch directeur Johannes Spors uit.
OPENDA
In dit klimaat voelt ook de Belgische jeugdinternational Loïs Openda zich thuis. Vorig seizoen wilde hij nog niet weg bij Club Brugge toen Feyenoord op de deur klopte. Nadat hem bij Club Brugge voornamelijk nog maar invallersbeurten waren gegund, bleek hij alsnog wel interesse te hebben in een overgang naar de Eredivisie. ,,Minuten. Ik wil veel minuten maken. Die krijg ik hier. De manier van voetbal is ook echt goed voor mij. Het is hier opener, iedereen wil aanvallen. In België moet je veel harder vechten tegen verdedigers, gaat alles dicht en is het vooral zorgen dat je geen doelpunt tegen krijgt. Hier heb ik in de eerste wedstrijden al zo veel ruimte gehad… “, zei Openda in het weekblad Voetbal International.
Loïs Openda heeft inmiddels vier keer gescoord. Volgens de metingen behoort hij tot de drie snelste spelers van de Eredivisie. Zijn spelvreugde en goals staan model voor de opleving die Vitesse dit seizoen doormaakt.
- 8 november 2020 - Bij FC Utrecht bleef de voldoening uit voor Van den Brom
Ze waren er snel uit, dat zegt misschien wel iets. Frans van Seumeren, de grootaandeelhouder van FC Utrecht, heeft zich kennelijk niet verzet tegen het vertrek van John van den Brom, zestien maanden nadat hij er met veel verwachtingen was binnengekomen.
Achtste stond FC Utrecht in de eredivisie; de nederlaag in zijn laatste wedstrijd, met 4-1 bij Heracles Almelo, was hard aangekomen. Een vlucht leek het daarom, drie dagen later, hoe verrast ook de spelers werden door het besluit van hun trainer. ,,Ik wil voor deze kans gaan”, liet Van den Brom woensdagavond aan FC Utrecht weten nadat de aanbieding van KRC Genk bij hem was binnengekomen. FC Utrecht drong nog nauwelijks aan bij zijn trainer. ,,Onze nieuwe trainer moet iemand zijn die veeleisend is”, zei technisch directeur Jordy Zuidam zondag op FOX Sports. Ook een vingerwijzing?
Een afkoopsom van vijfhonderdduizend euro is een doekje voor het bloeden, het is een schijntje voor Frans van Seumeren. Tientallen miljoenen euro’s heeft hij gestoken in FC Utrecht sinds zijn overname in 2008, ook als uiting van clubliefde. Van Seumeren heeft zijn vermogen vooral verdiend met het Nederlandse bergingsbedrijf Mammoet, dat naam maakte bij het bergen van de Russische kernonderzeeër Koersk in 2001 in de Barentszzee. Een daad die wereldwijd indruk maakte en waarvoor Van Seumeren persoonlijk werd onderscheiden door de Russische president Poetin.
Met Van den Brom, als opvolger van interim-coach Dick Advocaat, moest FC Utrecht gaan oogsten. Met een contract voor drie jaar werd hem de tijd daarvoor gegeven. De club, ook bekend om zijn heethoofdige supporterskern, hunkert al jaren naar aansprekend succes. Met Van den Brom, afkomstig uit het nabije Amersfoort, was een trainer met regionale betrokkenheid binnengehaald.
MERTENS EN CHADLI
Van den Brom (54) kan bogen op een mooie carrière als speler, tweevoudig international en actief bij onder meer Vitesse en bij Ajax waar hij op de tribune moest plaats nemen bij de glorierijke finale in de Champions League van 1995. Met hem als trainer kwamen Dries Mertens en Nacer Chadli in hun jonge jaren bij AGOVV tot bloei. ADO Den Haag en Vitesse leidde hij naar Europees voetbal, Anderlecht naar het landskampioenschap. AZ bracht hij verder omhoog, wat hem in 2018 de bekroning tot coach van het jaar’ (de Rinus Michels Award) opleverde.
Met zo’n cv als trainer, moest ook FC Utrecht verder kunnen komen dan de subtop, oordeelde eigenaar Frans van Seumeren in 2019. ‘We gaan de top-drie aanvallen’, luidde het motto, onderschreven door Van den Brom. Het was een doelstelling die in de zomer van 2020 werd herhaald bij de viering van vijftigjarig bestaan. Opvallend is het daarom dat technisch directeur Jordy Zuidam die ambitie nu, na het vertrek van Van den Brom, terugschroeft tot ‘top 5 of top 6‘.
KLAPPEN IN EUROPA EN DOOR CORONA
FC Utrecht verkeerde nog in zijn droomwereld toen het in de zomer van 2019 meteen harde klappen opliep. Dramatisch, zo begon het seizoen met de snelle uitschakeling in de voorronde van de Europa League tegen HŠK Zrinjski Mostar uit Bosnië Herzegovina. Zesde slechts stond FC Utrecht vervolgens toen de corona-uitbraak de competitie én het bekertoernooi in het voorjaar stillegde, één inhaalwedstrijd verwijderd van de vijfde plaats.
Het belangrijkste succes onder Van den Brom was het bereiken van de finale in het KNVB-bekertoernooi, behaald door Ajax in de halve finale uit te schakelen. In de besluitvorming over de corona-gevolgen bleef de erkenning én de kans op de beker uit. De KNVB schrapte de finale en ook bij de toewijzing van deelnemersplaatsen voor de Europa League viste FC Utrecht naast het net.
WAARDE SPELERS
Zodoende houdt John van den Brom weinig voldoening over aan zijn periode bij FC Utrecht. Hij kan evenmin verwijzen naar een succesvolle ontwikkeling van veel spelers en navenante waardestijging in de transferhandel. Italiaanse interesse voor vleugelaanvaller Gyrano Kerk werd door FC Utrecht genegeerd. De toptransfer sinds de komst van John van den Brom komt niet verder dan de 4,5 miljoen euro, door Ajax nog geen zes weken geleden betaald voor verdediger Sean Klaiber nadat Sergiño Dest door Barcelona was aangetrokken.
Externe vervanging van Klaiber had FC Utrecht niet nodig. Zó uitgebreid was de kern waarover Van den Brom kon beschikken. Het is een gezelschap van veel gelijkwaardige spelers, misschien wel té veel. Zelfs in de keeperskeuze kwam zijn twijfel naar buiten. De ideale opstelling had Van den Brom nog altijd niet gevonden. De uitslagen illustreerden dat. Over die puzzel hoeft hij zich in Genk niet langer het hoofd te breken.
- 5 november 2020 - Wie beslist over de spelregels?
Wie het Nederlandse weekblad Voetbal International (VI) leest, weet nu wie de schuld moet krijgen van zoveel verwarring over de spelregels. Fatma Samoura, de secretaris-generaal van de FIFA. ‘Zij is de hoofdverantwoordelijke voor de chaos’, schrijft VI deze week.
Op dat oordeel baseerde oud-voetballer Kees Kwakman, tegenwoordig analist, zich toen hij woensdag 4 november daarop voortborduurde. ‘Een vrouw’, verhief Kwakman zijn stem toen hij wees op de rol van Samoura. Vele seconden lang bleef het stil in de uitzending van FOX Sports, zonder enige reactie op de seksistische toon in de verontwaardiging van Kwakman.
Gebrek aan kennis over de besluitvorming van de spelregels komt wel vaker voor in voetbaltalkshows. Om de haverklap krijgen de volgers daarvan te horen dat het zeggenschap over de spelregels exclusief toebehoort aan een klein groepje bejaarde bobo’s uit het Verenigd Koninkrijk. Volgens VI is de inbreng van de Britse bonden beperkt tot vijftig procent. De andere helft van de stemmen komt van de FIFA, vertegenwoordigd door Fatma Samoura, de ‘hoofdverantwoordelijke’ volgens VI.
Fatma Samoura, afkomstig uit Senegal, is 58 jaar en sinds 2016 secretaris-generaal van de FIFA. De Britse bonden worden in het spelregelorgaan IFAB vertegenwoordigd door de vier directeuren van de voetbalbonden in Engeland, Noord-Ierland, Schotland en Wales, die allemaal het standpunt van hun eigen achterban moeten vertolken. Om te voorkomen dat de stemmen staken is voor elke spelregelwijziging een meerderheid van 75 procent nodig.
Omdat aan elke spelregelwijzing uitgebreide brainstorming vooraf gaat, mag worden aangenomen dat dan ook Arsène Wenger zijn mondje roert. De oud-topcoach van Arsenal is sinds november vorig jaar in dienst van de FIFA als Chief of Global Football Development, een soortgelijke functie als die waarin Marco van Basten eerder weinig gehoor vond binnen de FIFA.
Mocht dat ook Wenger overkomen, dan staan er nog eens twee adviescommissies het spelregelorgaan IFAB ter zijde. Zo is er een panel met zes voormalige scheidsrechters en een nog grotere groep adviseurs van 17 leden met onder anderen oud-trainers en oud-spelers. De samenstelling is te vinden op de website www.theifab.com. Bekende namen treffen we hier aan, zoals Luis Figo, Zvonimir Boban en Jean-Francois Domergue.
Binnenkort komen al die adviseurs weer bij elkaar, dan vooruitlopend op de jaarlijkse bijeenkomst in maart 2021 waar nieuwe wijzigingen van de spelregels worden besproken. Wie tips heeft, wie gerechtvaardigde kritiek heeft, wie vindt uit ervaring mee te kunnen spreken, weet nu waar aan de bel getrokken kan worden.
Nee, heus niet alleen bij Fatma Soumara. Wat er nu niet deugt aan de spelregels, zouden ouwe rotten als Arsène Wenger, Luis Figo en Zvonimir Boban moeten weten. Als ook zij hun stem nu eens gaan verheffen.
- 4 november 2020 - Voetbal begon met een ‘gommelestieke’ bal
Ruim 125 jaar al laat Pim Mulier ons geloven dat hij in de winter van 1879/1880 het voetbal in Nederland heeft geïntroduceerd. Promovendus Jan Luitzen schetst een heel ander beeld. Hij promoveert op 23 november aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op een onderzoek waarin de eer gaat naar Engelse leraren op de chique kostschool Noorthey, die destijds in het Zuid-Hollandse Leidschendam was gevestigd. Een kwart eeuw eerder al, als een vorm van onderwijs.
In zijn proefschrift toont Luitzen aan dat er al vanaf 1845 cricket en hockey werd gespeeld op Noorthey. In 1854 volgde voetbal. Dat klinkt heel anders dan wat Pim Mulier schrijft in zijn boek Athletiek en voetbal, dat in 1894 verscheen. ‘Te Haarlem speelden in den winter van 1879-89 een 50-tal jongens, de meesten circa 13 à 14 jaar oud het voetbalspel. Op een vergadering in de vrije lucht constitueerden wij ons tot de Haarlemsche Football Club’, schrijft Mulier daarin.
Samen met Wim Zonneveld publiceerde Jan Luitzen in 2018 al het boek Hoe voetbal verscheen in Nederland. Daarin nuanceren zij al de betekenis van Mulier en tonen ze aan dat HFC (officieel Koninklijke HFC) waarschijnlijk pas drie jaar later, in december 1882, werd opgericht, en zonder de aanwezigheid van Mulier
Het zijn opmerkelijke constateringen omdat Pim Mulier (1865-1954) als dé absolute sportpionier van Nederland staat geboekstaafd. Zo wordt hij beschouwd als de oprichter van de KNVB (aanvankelijk als voetbal- en atletiekbond), de bedenker van de Elfstedentocht (schaatsen), de stichter van internationale alloundkampioenschappen schaatsen en initiatiefnemer van de Vierdaagse afstandsmarsen in Nijmegen.
‘ASSOCIATION-VOETBAL’
Jan Luitzen baseert zich in het proefschrift op de geschiedenis van de protestants-christelijke kostschool Noorthey (1820-1882) voor elitejongens. Luitzen: ,,Daar werd vanaf 1845 al cricket en hockey beoefend en vanaf 1854 association-voetbal gespeeld, waarbij de Engelse leraren de bal meenamen uit hun vaderland. Op Noorthey waren ze met dit ‘teamsport-protestantisme’ hun tijd ver vooruit.”
Het eerste echt concrete bewijs voor een partijtje voetbal op 3 oktober 1864, op de speelweide bij Noorthey, vond Luitzen in een brief van één van de kostschooljongens. Daarin valt te lezen:
,,Nu zal ik U eens vertellen wat er op Maandag geschied is. Toen in het begin van het eerste speeluur kwam de Engelsche meester naar mij toe en zeide: ‘We play foot-ball today.’ Ik vond dit heel aardig daar het cricket mij niet meer beviel. Dit spel is heel goed als het koud is, daar men een groote gommelestieke bal, die met leder omwonden is en bijna 3 palm middenlijn [= ongeveer 30 centimeter] heeft, moet voortschoppen, doch bij het eerste spel brak de bal en nu moet hij naar Londen om gemaakt te worden. Intusschen spelen wij nu een ander spel, gandi [= hockey] genaamd, dat bijna hetzelfde is maar waarbij men een gewone bal met stokken moet voortslaan.”
VERSPREIDING
Volgens Luitzen waren het de Engelse leraren en leerlingen binnen Noorthey en later de alumni buiten Noorthey die Engelse sporten in Nederland introduceerden en verspreidden. ,,Voor mijn onderzoek ben ik echt op microniveau gaan kijken: wie waren er met naam en toenaam bij betrokken en wat deden zij precies? Dan krijg je een ander verhaal dan dat vanuit de sociologische insteek, waarbij het Engelse handelslui, industriële vaklieden, zeelui en diplomaten waren die de Engelse veldsporten naar Nederland hadden gebracht.”
Ook van de oprichting en oprichtingsdatum van Koninklijke HFC blijft Luitzen in het proefschrift bij het beeld dat hij twee jaar geleden al in zijn boek met Zonneveld schetste. Luitzen: ,,HFC zou in 1879 opgericht zijn. Maar uit relevante contemporaine correspondentie blijkt dat de 16-jarige David van Lennep en Pim Mulier (met twee anderen) pas in het voorjaar van 1881 van start gingen met hun cricketclubje Rood en Zwart. David (en niet Pim) was daarvan de eerste president. De jongens schakelden in het late najaar van 1881 van het statische cricket over op het meer beweeglijke rugby en in 1882-1883 op association-voetbal, waarbij ze zichzelf van Rood en Zwart omdoopten tot Haarlemsche Football Club.”
Het proefschrift is vanaf 25 november als handelseditie in de boekwinkels te verkrijgen onder de titel ‘Vivat! Vivat Noorthey! Een cultuurhistorisch onderzoek naar de introductie van cricket, voetbal en lawntennis in Nederland’.
- 3 november 2020 - De aangever van Johan Cruijff
Zijn dood was belangrijk genoeg voor de prime-time-editie van het NOS Journaal. Zoveel betekenis had Tonny Bruins Slot, die zondag 1 november op 73-jarige leeftijd is overleden. Zijn ogen vormden jarenlang de satelliet van Johan Cruijff. Elf jaar lang was hij zijn rechterhand, bij Ajax en Barcelona, een baken waarop Cruijff als coach kon vertrouwen.
,,Ik ben het type trainer die liever coacht en een ander de training laat doen. Tonny Bruins Slot vulde mij perfect aan”, zegt Johan Cruijff in de geautoriseerde biografie Mijn Verhaal, die in 2016 na zijn overlijden verscheen.
Tonny Bruins Slot was veel méér dan de assistent die trainingsvormen bedacht en op het trainingsveld in de geest van Cruijff de regie voerde. Gaandeweg werd hij steeds belangrijker als de scout die van elke tegenstander, van elke mogelijke interessante toekomstige speler, gefundeerde analyses kon maken. In die rol bleef hij tot kort voor zijn dood actief, voor zover het hem nog gegund was. Vorige maand nog leverde hij een uitvoerige analyse over Liverpool in, vorige week nog stuurde hij Erik ten Hag tips en berichtjes over Atalanta Bergamo.
,,Johan heeft mijn kijk op voetbal gevormd en veranderd. Hij leerde me in de huid te kruipen van een hoofdcoach. Je moet mij zien als aangever”, citeerde AD-journalist Maarten Wijffels hem dinsdag in een In Memoriam waarin naar voren komt hoe bevlogen hij zijn taken uitvoerde.
Bruins Slot ging zo ver dat hij veel van zijn bevindingen zonder terughoudendheid deelde met journalisten. Dan was hij een aangename gesprekpartner, altijd overtuigd van zijn eigen gelijk. Zo konden we dan, vaak beter dan van Cruijff zelf, begrijpen wat zijn baas bewoog en bedoelde.
FINALE CHAMPIONS LEAGUE 1994
Hilarisch, maar achteraf ook pijnlijk, in die reeks ontmoetingen is een gesprek met ons, een groepje Nederlandse journalisten, in mei 1994 op het dakterras van hotel Pentelikon in Athene. Op de maandag voor de finale van de Champions League tegen AC Milan was dat. Twee dagen eerder was Barcelona – met Romário, Stoitsjkov, Koeman, Laudrup, en Guardiola – voor de vierde keer op rij kampioen van Spanje geworden. Met wat geluk, dat wel, maar in de roes van het succes ging de hoogmoed op de loop met Barcelona.
Niets deugde er nog van tegenstander AC Milan, wist Tonny Bruins Slot heel zeker. Twee keer had hij Milan bekeken. Haarfijn legde hij uit waarom Barcelona zoveel beter was, mentaal, tactisch en technisch, ook omdat het defensie-duo Baresi-Costacurta ontbrak. Een extra aderlating nu Ruud Gullit bij Sampdoria speelde, Frank Rijkaard bij Ajax en de chronisch geblesseerde Marco van Basten alleen maar met ballen sjouwde op het trainingsveld.
‘NEDERLANDSE MENTALITEIT’
Even later herhaalde Johan Cruijff op het podium voor de internationale media wat Tonny Bruins Slot ook hem had voorgehouden. ,,AC Milan is allang niet meer de ploeg van enkele jaren geleden. De kwaliteit is een stuk minder, voetballend gezien, maar ook mentaal”, declameerde Cruijff. ,,Want voetballen met de drie Nederlanders is heel wat anders dan zonder. Dat scheelt vooral in de mentaliteit. Nederlanders willen altijd iets uitproberen, vandaar dat ze met een verrassing komen, wat dan vaak de doorslag geeft.”
De minachting van Cruijff explodeerde als een projectiel, geladen met inspiratie, in het Italiaanse kamp. Fabio Capello hoefde zich niet meer in te spannen om Milan mentaal op te laden. Savicevic, Boban, Desailly, Tassotti, Maldini en Donadoni etaleerden hun miskenning in een flonkerende galashow, 4-0 werd het die avond. Zelden onderging Johan Cruijff als coach zo’n grote vernedering als op 18 mei 1994 in Athene. Nog twee jaar zouden Cruijff en Bruins Slot daarna verder gaan bij Barcelona, geen enkele prijs wonnen ze nog.
,,Mijn grootste nederlaag. Milan moest Franco Baresi voor die wedstrijd vervangen. Gingen ze direct druk zetten, ze speelden één-op-één. Dat had ik nooit verwacht. Het werd 4-0 voor Milan. Ik had er dagenlang hoofdpijn van”, bekende Bruins Slot later.
OPEN BRIEF
De hoon daalde neer op Johan Cruijff. ‘Een praatjesmaker’, werd hij genoemd door Il Messaggero. ‘Het gezicht van Cruijff vormde de mooiste trofee voor Milan’, titelde La Gazzetta dello Sport. Een extra trap na kreeg hij daarin van voetbaljournalist Franco Arturi, die zich in een lijvige open brief tot Cruijff wendde:
‘U, heer Cruijff, mijn God. U hebt de spelers van Barcelona naar deze slachting gevoerd. U hebt de ernstigste fout gemaakt die een leger zijn generaal kan verwijten; zijn soldaten laten geloven onoverwinnelijk te zijn, de overwinning al op zak te hebben alvorens te hebben gespeeld. U hebt ze weerloos gemaakt tegenover de vijand’, schreef Arturi.
Johan Cruijff heeft nooit meer revanche kunnen nemen voor die afgang. Met zijn vertrek bij Barcelona in 1996 kwam er een einde aan zijn carrière als clubcoach. Tonny Bruins Slot ging daarna wel verder; eerst als directeur spelersbeleid bij PSV, later bij Ajax en vervolgens als secondant van Ronald Koeman bij Benfica, PSV, Valencia, en AZ, totdat hij Ajax nog lang ging dienen als scout en analist.
VAN NISTELROOIJ
Altijd bleef hij zijn ogen open houden voor bijzondere kenmerken bij de tegenstanders, voor spelers in wie hij toekomst zag. Zo kwam ik hem in 1997 eens tegen toen Ruud van Nistelrooij nog bij FC Den Bosch speelde, in een periode dat de topclubs hem op 20-jarige leeftijd niet eens in het vizier hadden. Tevergeefs probeerde Bruins Slot toen zowel coach Dick Advocaat als voorzitter Harry van Raaij ervan te overtuigen dat Van Nistelrooij naar PSV gehaald moest worden. Nee, ze vonden hem te onervaren, te duur ook. Heerenveen hapte wel toe, voor 600.000 euro. Een jaar later betaalde PSV ruim het tienvoudige om Van Nistelrooij alsnog naar Eindhoven te halen. Hadden ze dan toch maar eerder naar Bruins Slot geluisterd.
- 30 oktober 2020 - De oorlogsjaren van Fritz Walter
Na de vele herinneringen aan Pelé en Maradona laat ook Fritz Walter de geschiedenis van het WK voetbal herleven. Fritz Walter (1920-2002) was de aanvoerder van het West-Duitse voetbalelftal, dat in 1954 zo verrassend wereldkampioen werd; ten koste van het favoriete Hongarije, de magische Magyaren. Pas negen jaar voordien was de Tweede Wereldoorlog beëindigd; 7,5 miljoen, veelal jonge, Duitsers hadden daarin het leven gelaten, onder wie 38 internationals.
Van zijn 61 interlands speelde Fritz Walter er 26 tijdens de Tweede Wereldoorlog, tot in 1942; voornamelijk tegen bondgenoten en neutrale landen Op 31 oktober is het honderd jaar geleden dat Fritz Walter in Kaiserslautern werd geboren. Als negentienjarige debuteerde hij in de Mannschaft. Walter zou zijn leven lang de lieveling van bondscoach Sepp Herberger blijven, zijn beschermengel ook in de oorlogsjaren.
‘Hoe kwam Fritz Walter de Tweede Wereldoorlog door?’, was het uitgangspunt voor de Duitse journalist Stefan Mayr toen hij ging spitten in archieven, boeken en op websites naar de oorlogservaringen van Walter. De zoektocht leidde tot een interessant boek waarin ook duidelijk wordt welke macht het voetbal én Sepp Herberger konden blijven uitoefenen terwijl de oorlog woedde. Unter Bombern, met als ondertitel Fritz Walter, der Krieg und die Macht des Fussballs, heet het onlangs verschenen boek.
RICHTING OOSTFRONT
We kunnen hierin lezen dat ook Fritz Walter niet ontkomt aan uitzending richting Oostfront, richting Siberië. Ook hij valt als krijgsgevangene in de handen van de Russen. Ook hij wordt dan kaal geschoren en als vee op transport gezet. In het Roemeense Sighetu MarmaÈ›iei, vlak voor de grens met Oekraïne, ligt zijn redding op het voetbalveld. Walter speelt mee in een wedstijd tussen bewakers en ziekenhuispersoneel. Hij maakt indruk op kampcommandant Sjoekov. ‘Harasjo’ (‘goed’), zegt de commandant. Het klinkt als muziek in de oren van Fritz Walter. Zijn naam wordt van de transportlijst geschrapt.
Op 28 oktober 1945, bijna een half jaar na de overgave van Duitsland, keert Fritz Walter terug in Kaiserslautern. Hij heeft dan drie zware jaren achter de rug. In 1943 kan ook Herberger zijn internationals niet langer om zich heen verzamelen. Zijn nadrukkelijke inspanningen, zijn trucs en leugentjes, roepen steeds meer weerstand op bij strenge nazi-baasjes die weinig op hebben met voetbal.
GOEBBELS
Een nederlaag tegen Zwitserland draagt ook al niet bij aan het krediet dat de voetballers genieten. ,,In de huidige tijd is het dwaas om een voetbalwedstrijd te spelen waarvan je kunt voorspellen dat die in een nederlaag eindigt. 100.000 mensen hebben gedeprimeerd het stadion verlaten. En omdat bij deze mensen de overwinning in een voetbalwedstrijd nader aan het hart ligt dan de verovering van de een of andere stad in het oosten, moet men voor de innerlijke stemming zo’n wedstrijd afwijzen”, dicteert propagandaminister Joseph Goebbels.
Goebbels en Reichssportführer Von Tschammer und Osten eisen dat ook de sporters naar het Oostfront moeten, als voorbeelden voor het volk. Ze mogen niet langer een bevoorrechte positie innemen, als Drückeberger, als kantjeseraflopers. Ook nu vindt Herberger nog een oplossing: een apart legeronderdeel, de Rote Jäger. Onder die vlag spelen ze een tijdje wat wedstrijden, totdat de anti-Herberger-stemming zo’n omvang aanneemt dat ook de Reichstrainer machteloos moet toezien.
AUGUST KLINGLER
Herberger kan ook niet meer voorkomen dat August Klingler naar het Oostfront moet. Eerder had hij al niet gedaan gekregen hem bij de Rote Jäger onder te brengen. Volgens de auteur van het boek moet Klingler boeten voor de wijze waarop diens vader steeds afstand heeft gehouden van de nazi’s. Zo mocht Klingler junior bijvoorbeeld ook niet voor een nazi-vriendelijke club gaan spelen nadat hij in zijn eerste interlands vanaf augustus 1942 nog meer indruk had gemaakt dan Fritz Walter.
Met zes goals in vijf interlands wacht Klingler (1918) een mooie toekomst in het voetbal, zo weet Herberger heel zeker. Met Fritz Walter alsspelmaker vormt hij een veelbelovend duo. Maar op 24 juni 1944 moet Klingler dan toch naar het Oostfront. Hij zal nooit terugkeren. Op 7 maart 1945 ontvangt zijn vrouw post. Klingler wordt sinds 22 augustus 1944 vermist in Roemenië. In 1964 volgt een officiële verklaring, als overlijdensdatum is 31 december 1945 genoteerd.
Fritz Walter heeft meer geluk. Met FC Kaiserslautern wordt hij twee keer kampioen van de Bondsrepubliek, in 1951 en 1953. Prestaties die het stempel van Fritz Walter krijgen. Liefst vijf spelers van FC Kaiserslautern maken in 1954 deel uit van de Duitse selectie die in Zwitserland wereldkampioen wordt. Op het veld is Fritz Walter de rechterhand van Sepp Herberger. Op het WK van 1958 speelt Walter als 37-jarige zijn laatste vijf interlands. Hij is dan uitgegroeid tot een legende, die tot zijn dood de titel Ehrenspielführer mag blijven dragen.
- 27 oktober 2020 - Het blijft nog stil rond Donny van de Beek
Had hij het zich zo voorgesteld? Twee maanden is Donny van de Beek nu speler van Manchester United, maar hij heeft vooralsnog méér minuten (253) in Oranje gespeeld dan met United (231). Is hij daarvoor naar het Theatre of Dreams gekomen?
Donny van de Beek (23 nog maar) was een stabiele en drijvende kracht in het Ajax-team dat in 2019 slechts enkele seconden van de finale in de Champions League bleef verwijderd. Ruim een jaar was het wachten op zijn droomtransfer. Real Madrid zou zijn nieuwe bestemming worden, zo stond het volgens de media in de sterren. Na bijna zes maanden corona-pauze bleek zijn toekomst (voorlopig) bij Manchester United te liggen – ook niet mis.
Met een miljoenencontract voor vijf jaar en een transferbedrag van 44 miljoen euro kreeg Van de Beek het stempel van top-aankoop. Rugnummer 34 koos hij, een hommage aan zijn maatje Abdelhak Nouri die hetzelfde nummer droeg. ,,Donny beschikt over de technische vaardigheid en de persoonlijkheid om succesvol te kunnen zijn bij United. Hij ziet de ruimte op het veld, hij heeft de juiste de timing voor zijn acties. Zoals hij wedstrijden kan lezen zal hij een verrijking zijn op ons middenveld”, sprak coach Ole Solskjaer bij zijn komst.
WARMING-DOWN
Zoveel lof telt vooralsnog niet bij de Noorse coach. Nog geen enkele keer in Premier League of Champions League stond Van de Beek voor Manchester United aan de aftrap. Zaterdagavond, thuis tegen Chelsea (0-0) moest hij de volle negentig minuten aan de kant blijven. Pas daarna begon zijn werkdag op het veld, sprintjes trekkend in de warming-down met de drie andere niet ingezette reserves. Stil en leeg was Old Trafford toen, nog méér dan in de schaakpartij voordien.
Tegelijkertijd vroegen de analisten zich af wat Manchester United eigenlijk wil met iemand die de patstelling had kunnen doorbreken, maar zo weinig speelt. ,,Een mysterie dat hij in zo’n wedstrijd niet in actie komt”, vond oud-speler Gary Neville op Sky Sports. ,,Waarom hebben ze hem gekocht? Als je Van de Beek elke wedstrijd laat toekijken, zul je hem wel niet nodig hebben”, voegde Patrice Evra, een andere oud-speler, daaraan toe.
TUSSENSTAP
Donny van de Beek uitte zich niet. Hij draagt het geduld en de rust mee van zijn schoonvader Dennis Bergkamp. In de top van de Premier League ontdekt Van de Beek dat de overgang vanuit de Eredivisie voor hem meer tijd vergt dan gewenst. Virgil van Dijk en Giorginio Wijnaldum maakten de sprong via tussenstations als Celtic, Southampton en Newcastle United. Een daverende entree, tegen Club Brugge in 2015, bleek Memphis Depay uiteindelijk geen houvast te bieden bij Manchester United.
Hoezeer Solskjaer ook zijn komst verwelkomde, Van de Beek zal best beseft hebben dat de concurrentie groot is bij Manchester United waar ook Paul Pogba lang niet altijd meer wordt opgesteld. De Portugees Bruno Fernandes maakte vorig seizoen al veel indruk en blijft de absolute voorkeur als spelmaker krijgen. Om hem op zijn best te laten renderen, kiest Solskjaer voor zekerheid met twee defensieve middenvelders. ,,Ze spelen in een veiligheidspak”, noemde Evra de strijdwijze waarin de Schot McTominay en de Braziliaan Fred als buffers de eerste dijkbewaking moeten vormen. In dat stramien is nog geen structurele ruimte beschikbaar voor de diepgang van Donny van de Beek.
KEUZE
Heeft Donny van de Beek dan wel de juiste keuze gemaakt, had hij geen tussenstap moeten maken, zijn de vragen die nu opkomen bij Nederlandse analisten die hem eerder naar Real Madrid toe zongen. Vast staat slechts dat de eisen die de Premier League stelt, veel hoger liggen dan de wekelijkse partijtjes in de Nederlandse eredivisie waarvan de topscorer in het vorig seizoen (Cyriel Dessers) niet eens een directe versterking blijkt voor Racing Genk.
Donny van de Beek is niet de enige ex-Ajacied die in de voorbije zomer het Kanaal is overgestapt. Hakim Ziyech kwam, mede door een blessure, bij Chelsea pas tot twee invalbeurten. Joël Veltman was bij Brighton & Hove Albion maandag pas aan zijn eerste basisoptreden toe. Op een lager niveau, in het Championship, is voormalig Ajax-invaller Carl Eiting bij Huddersfield Town nog altijd geen vanzelfsprekende eerste keus.
CHAMPIONS LEAGUE
De ervaringen van Van de Beek zullen niets wegnemen van de ambities bij de lichting 2020-2021 van Ajax. Ook doelman Onana, de Argentijnen Martinez en Tagliafico, de Brazilianen Anthony en Neres, de talenten Gravenberch en Traoré en ook de momenteel geblesseerde Ghanees Kudus blijven dromen van een internationale topcarrière. Ze zullen daarvoor niet worden beoordeeld op de kunstjes die ze etaleren in een inmaakpartijtje van 0-13 bij VVV Venlo. De Champions League blijft hun enige podium waaraan betekenis mag worden ontleend.
- 22 oktober 2020 - De avond waarop Pelé & co met 8-3 ‘verzuipen’ in Brussel
Tachtig jaar wordt hij morgen, Edson Arantes do Nascimento, bijgenaamd en wereldberoemd als Pelé. De eerste tv-ster op het voetbalveld, méér dan zestig jaar al een begrip. Europa leerde hem kennen, als 17-jarige, tijdens het WK in 1958 in Zweden waar hij met Brazilië de eerste van drie wereldtitels behaalde.
Lang na zijn eerste gala-optredens in 1958 bleven de voetbalkunsten van Pelé nog exclusieve bezienswaardigheden. Live-voetbal op tv was geen vanzelfsprekendheid in de tijd van soms nog wazige tv-beelden. Pelé speelde nooit voor een Europese topclub. Met zijn club Santos en het Braziliaanse elftal kwam hij veelal slechts naar Europa voor goed gehonoreerde exhibitions.
Daarom bleven ook zijn optredens in de Lage Landen schaars. Met Santos toerde hij in 1959 door Europa waarbij tegen onder meer Standard Luik, Beerschot, Feyenoord en Sportclub Enschede werd gespeeld. Vier jaar later volgden tijdens een trip van de nationale ploeg interlands tegen onder meer België en Nederland. Een terugblik:
BELGIE – BRAZILIE 5-1
Op 24 april 1963 loopt het Heizelstadion, zoals het dan nog heet, met 46.000 toeschouwers vol. Ze komen vooral om Pelé te bewonderen, maar met een vage blessure blijft hij aan de kant. Als genoegdoening krijgen de fans een eclatante show voorgeschoteld door de Rode Duivels. Met Jacky Stockman en Paul van Himst als vuurgeleiders moet de wereldkampioen met 5-1 het hoofd buigen.
Zo’n vernedering vraagt om revanche waarvoor België een jaar later wordt ontboden naar Rio de Janeiro. Voor 130.000 toeschouwers neemt Pelé persoonlijk de revanche voor zijn rekening met een hattrick in de eerste 25 minuten na rust (0-0). Pas als het 5-0 staat, vindt Brazilië het mooi genoeg.
NEDERLAND – BRAZILIE 1-0
Ruim een week later spelen de Goddelijke Kanaries twee keer in Nederland, twee dagen achtereen. Op 2 mei 1963 doet Pelé in Amsterdam wel mee. De Braziliaanse bond heeft een gage van enkele tonnen bedongen. Aanleiding voor de KNVB om de toegangsprijzen fors te verhogen tot gemiddeld vijftien gulden. De potentiële Oranje-aanhang anno 1963 reageert morrend. Een kwart van de 60.000 kaarten blijft onverkocht.
Aan het voetbal beleeft Pelé weinig plezier. Zijn manager heeft contractueel laten vastleggen dat de sterspeler elke wedstrijd maximaal maar een half uur hoeft mee te doen. Hij beleeft er weinig genoegen aan. Feyenoord-speler Rinus Bennaars houdt zich stipt aan de opdracht van bondscoach Elke Schwartz om Pelé geen centimeter ruimte te gunnen. Als de wekker na 30 minuten gaat, aarzelt de Braziliaan geen moment en zoekt hij met gebogen hoofd de kleedkamer op. Het publiek begeleidt hem met gejoel. Lang na afloop, als Nederland de verrassende 1-0 zege uitbundig viert, loopt Pelé nog altijd chagrijnig door de catacomben van het Olympisch Stadion. Bennaars klampt hem daar aan met het verzoek shirts te ruilen. Pelé weigert, hij wil Bennaars nog wel van dienst zijn met zijn witte kousen.
PSV – BRAZILIE 0-1
Een dag later al moet Pelé opnieuw aantreden, dan in Eindhoven. Het invloedrijke Philips-concern, gevestigd in Eindhoven, heeft in Brazilië zoveel connecties dat het de wereldkampioen naar Noord-Brabant weet te lokken, om er nota bene tegen ene clubteam te spelen. Trots schrijft het Eindhovens Dagblad: ‘Nog nooit heeft een dergelijke combinatie van de beste voetbalsterren ter wereld zich verwaardigd om buiten eigen land tegen een clubteam uit te komen. Vrijdagavond om half zeven is het zover in Eindhoven dankzij de nauwe contacten van Philips Brazilië met de Braziliaanse voetbalbond. Uniek in de voetbalgeschiedenis. Eindhoven heeft hiermee een primeur van wereldformaat.’
De vervelende ervaringen op 2 mei in Amsterdam weerhouden Pelé er niet van een dag later ook in Eindhoven mee te doen; vanzelfsprekend niet langer dan de contractuele dertig minuten. De afspraken voorzien in een onderlinge oefenpartij van drie kwartier waarin alle 22 meegereisde Braziliaanse spelers in actie komen, gevolgd door een halve oefenwedstrijd tegen PSV. Ook is het bedoeling dat het Zuid-Amerikaanse gezelschap met een vliegtuig naar Eindhoven komt, op doorreis naar Hamburg waar zondag West-Duitsland wacht.
NAAR DE GOLFBAAN
Op de speeldag dag moeten de Brazilianen bovendien een bezoek brengen aan de bedrijfsschool van Philips, gevolgd door verpozing op de golfbaan in Valkenswaard. De spelers ondergaan het gelaten. Het humeur van Pelé wordt er niet beter op. De nederlaag in Amsterdam en het geklit van Bennaars zijn nog niet vergeten. ‘Nederlanders voetballen met hun hele lichaam. Wij zijn dat niet gewend’, zegt Pelé tegen journalisten die hem bij de golfbaan aanschieten.
Hoewel PSV sterk gereduceerde toegangsprijzen hanteert, komen er slechts 6.000 toeschouwers op af. Acht Braziliaanse radioreporters gaan te keer alsof het resultaat telt, twintig journalisten schrijven pagina’s vol. Pelé blijft halverwege achter in de kleedkamer. Het staat dan nog 0-0. Kort voor tijd zorgt Coutinho voor de treffer die nog enig kwaliteitsverschil uitdrukt. De zesduizend bezoekers zijn volgens het Eindhovens Dagblad getuige geweest van ‘een kalme training, zonder spanning en geestdrift, waarbij alleen de uitzonderlijke balbeheersing en de weergaloze techniek konden boeien.’ In Brazilië melden de kranten de volgende dag dat de wereldkampioen na de nederlagen tegen België en Nederland een nieuwe ‘nationale ramp’ heeft afgewend. Het oefenpotje wordt afgeschilderd als een veelbelovende generale repetitie voor de prestigieuze interland tegen West-Duitsland. Brazilië blijkt warmgedraaid. De wereldkampioen wint met 2-1, zonder te wisselen. In Hamburg speelt Pelé de hele wedstrijd mee.
ANDERLECHT – ‘WERELDELFTAL’ 8-3
Op 26 februari 1975, twee jaar voordat hij bij New York Cosmos op 36-jarige leeftijd stopt met competitievoetbal, speelt Pelé dan toch nog een keer in Brussel. Hij laat zich strikken voor een benefietwedstrijd ter ere van Paul van Himst, 31 jaar, twee jaar voor het einde van zijn spelerscarrière. Liefst 18 spelers vormen een ‘wereldselectie’. Coach is Rinus Michels. Hij kan beschikken naast Pelé over sterspelers als Eusebio, Cruijff, Rivera, Altafini, Amancio, Jairzinho en Van Hanegem.
Een week na een Europa Cup-wedstrijd tussen Anderlecht en Leeds United ligt het veld in het Astridpark, zoals het stadion van Anderlecht dan nog heet, er zwaar bemodderd bij, vol plassen. ‘Neem je boten maar mee’, luidt het advies van Van Himst aan Van Hanegem. De vedetten hebben weinig trek. Maar Anderlecht heeft geen behoefte aan een show. De ‘wereldsterren’ krijgen sterretjes te zien, ze verzuipen. Liefst 8-3 wordt het voor Anderlecht. Pelé ziet zelfs een strafschop gestopt door Jan Ruiter en houdt het tijdens de pauze voor gezien.
Na aftrek van alle kosten resteert voor Paul van Himst netto 32.000 euro (omgerekend naar nu). Van Himst er blij mee, maar méér nog voelt hij zich gestreeld door de komst van zoveel sterspelers, speciaal voor hem.
- 20 oktober 2020 - Hoe Liverpool verdwaalde in de Amsterdamse mist
Herinneringen uit een ver verleden komen naar boven bij de start van een nieuw seizoen Champions League. Voor Ajax begint dat woensdag in Amsterdam tegen Liverpool FC. De tweestrijd tussen de twee clubs was méér dan een halve eeuw geleden, in december 1966, in het Europa Cup-toernooi voor landskampioenen voor Ajax het startpunt van internationale roem. Nooit meer kwamen de twee clubs elkaar daarna nog tegen op de Europese toernooivelden.
,,Voor die tijd was Ajax bekend in heel Nederland. Met de duels tegen Liverpool werden we ineens wereldberoemd”, zei Theo van Duivenbode, linksback destijds, in De Telegraaf. Met liefst 5-1 won Ajax de thuiswedstrijd. ,,Geen probleem, thuis maken we er wel zeven”, sprak Bill Shankley, de blufcoach van de Engelse kampioen. Waarna Ajax op Anfield met veel flair en twee goals van Johan Cruijff twee keer de leiding nam en Liverpool blij mocht zijn dat het de schade tot 2-2 kon beperken.
Legendarisch zijn die twee confrontaties sindsdien. Memorabel blijven de verhalen die met name de thuiswedstrijd kleur gaven, vooral omdat we op tv, en nog meer in het Olympisch Stadion, slechts moeizaam konden volgen hoe Ajax al in de eerste helft (4-0) Liverpool oprolde.
Dikke mist maakte het doorgaan van de wedstrijd hoogst onzeker en eigenlijk ook onwenselijk. De Italiaanse scheidsrechter Sbardella wilde niet eens beginnen, maar Liverpool-manager Shankly had geen behoefte aan uitstel van dit ogenschijnlijke ‘tussendoortje’ tegen de Nederlandse part-timers. Als gezant van de UEFA overtuigde de Nederlandse oud-scheidsrechter Leo Horn de Italiaan vervolgens dat er gewoon gespeeld kon worden.
LOUIS VAN GAAL
De ‘mistwedstrijd’, wordt Ajax – Liverpool sindsdien genoemd. Tussen de 56.000 toeschouwers bevond zich op 7 december 1966 ook Louis van Gaal, 15 jaar toen. Hij had er – volgens eigen zeggen – een prominente plaats gevonden, pal naast Herman Kuiphof, de al even legendarische tv-commentator van de NOS.
,,Omdat het zo mistig was, wilde ik zo dicht mogelijk bij een tv-scherm zitten, om zo nog iets te kunnen zien van de wedstrijd. Ik ging gewoon naast hem zitten”, vertelde Van Gaal in mei in een radioprogramma. Van Gaal was het Olympisch Stadion binnengekomen zonder te betalen. , ,,Binnenglippen, noemden wij dat. In onze jeugdjaren was het een sport om zonder te betalen binnen te komen. Toen ik eenmaal het stadion was binnengeglipt ben ik maar verder geglipt, net zo lang totdat ik bij een tv-scherm zat, náást Herman Kuiphof.”
‘BLESSURE’ PIET KEIZER
Gedenkwaardig blijft ook de afwezigheid van sterspeler Piet Keizer die avond, én de rol van zijn vervanger, de 20-jarige Cees de Wolf. Tijdens de tactische bespreking, een dag voor de wedstrijd, verbaasde Keizer zowel zijn medespelers als coach Rinus Michels door te melden dat hij niet fit genoeg was. Hij had nog wel volop mee staan duwen toen de auto van Sjaak Swart niet op gang kon komen op het moment dat de spelers met eigen vervoer naar het voorbereidingsoord in Zeist wilden afreizen.
,,Laat ik maar eens een wedstrijdje niet meedoen”, bedacht Keizer in de veronderstelling dat Ajax kansloos was tegen de landskampioen van wereldkampioen Engeland. Met zijn actie wilde Keizer, zo gaf hij later toe, Ajax onder druk zetten in een al langer lopend geschil over een nieuw contract. Om zijn afwezigheid tegen Liverpool te verklaren liet Ajax weten dat Keizer bij een potje tafeltennis in het trainingskamp een enkelblessure had opgelopen. Toen Ajax vier dagen later uit voorzorg de benen terugtrok tegen ADO en met 2-0 verloor, speelde Keizer gewoon de volle negentig minuten mee.
CEES DE WOLF
Als vervanger van Piet Keizer vergaarde Cees de Wolf roem, die zowel vluchtig als eeuwig kan worden genoemd. Na drie minuten al opende hij met een kopbal de score, een bijzonder hoogtepunt in een hele korte carrière. Vier wedstrijden slechts speelde De Wolf in het eerste elftal van Ajax. Hij verdween net zo snel in de mist als hij eruit opdoemde. De Wolf speelde nog wel bij Haarlem, Dallas Tornado’s, KV Mechelen en Blauw-Wit, maar stopte al op zijn 25ste met profvoetbal. ,,Ik was failliet, gescheiden en alcoholist”, zei hij in 2003 – acht jaar voor zijn dood – in het Noordhollands Dagblad.
Bijzonder ook was het vierde doelpunt, op slag van rust gemaakt door Klaas Nuninga. De voorzet kwam van Sjaak Swart die dacht dat het rust was toen hij in de mist enkele andere spelers op weg ‘zag’ naar de kleedkamer. Swart was het veld al af en in gedachten verzonken toen hij alsnog werd teruggeroepen omdat het rustsignaal nog niet had geklonken. Terug op het veld kon Swart net op tijd vanaf zijn rechterflank Nuninga bedienen: 4-0.
BRITSE KRANTEN
De stunt van Ajax, die eindigde bij 5-1, maakte internationaal veel indruk, Europa ontdekte op deze avond zowel Johan Cruijff, 19 jaar nog maar, als Ajax als een nieuwe Europese ‘macht’. De headlines in de Britse kranten spraken duidelijke taal: ‘Ramp in Nederland, Ajax verbrijzelt Liverpools roestige verdediging’ – ‘Liverpool incasseert zware nederlaag in mistige klucht’ – ‘In de verkillende mist zorgen de geesten van Ajax voor sensatie.’
‘Liverpool, de kampioen van Engeland, werd geschokt en beschaamd. … en verloor zijn trots, toen 64.000 Nederlandse aanhangers hem uitjouwden wegens ruw spel’, schreef de Daily Express. ‘Nooit is Liverpools verdediging zo aan flarden gereten als door de aanvallen van de gewiekste, kwieke en zeer sterken Ajax-voorhoede’, stelde de Guardian. ‘Liverpool is op bijna ongelooflijke wijze naar het einde van zijn Europa-Cup-bestaan gewankeld. De verdediging, die in twaalf Europa-cup-wedstrijden slechts tien doelpunten had moeten toeslaan, werd doorzeefd’, signaleerde de Daily Telegraph. ’Ajax wordt een nieuwe macht in het Europese voetbal’, voorspelde de Daily Mail.
ZURE WOORDEN SHANKLY
Tegenover de uitbundige lof in de Britse media stonden zure woorden van Bill Shankly. Vooral om zijn eigen spelers moed in te spreken, deed de coach van Liverpool de nederlaag af als een eendaagse vergissing. ,,Op Anfield Road zal Ajax merken dat deze voorsprong niet groot genoeg is om Liverpool uit de Europa Cup te gooien. Zelfs 7-1 was niet voldoende geweest. Let maar op, Ajax is er nog lang niet. Het is gewoon een slechte ploeg. Jawel, een slechte ploeg. Een puur defensieve ploeg. Hun voorhoede is niet sterk. Ze hebben vijf kansen gehad en vijf doelpunten gemaakt. Wij hadden minstens tweemaal zoveel kansen en hebben er maar een gemaakt. Een vergelijking met Anderlecht van twee jaar geleden? Dat is niet met elkaar te vergelijken. Anderlecht is stukken beter.”
De euforie rond Ajax doofde drie maanden later al in de kwartfinale tegen de soldatenploeg van Dukla Praag. Nog ruim twee jaar duurde het vervolgens voordat Ajax als eerste Nederlandse club de belangrijkste Europese finale bereikte. In 1969 werd nog kansloos verloren van AC Milan (4-1), in 1971 startte een reeks met drie triomfen op rij.
ZONDER VAN DIJK
Het verleden telt woensdag niet voor Ajax en Liverpool. Uit de indrukwekkende Europese campagne in 2018-2019 zijn Onana, Mazraoui, Tagliafico, Neres, Tadic en Huntelaar als belangrijkste spelers overgebleven bij Ajax. De vraag wordt of het ‘nieuwe’ Ajax tegen Liverpool (zonder de langdurig uitgeschakelde Virgil van Dijk) tot een zelfde successenreeks als in 2019 in staat zal zijn.
- 13 oktober 2020 - Extra druk op 'Meneer Depay' en Frank de Boer
Als enige voetballer van Oranje zat hij tussen de toeschouwers, Memphis Depay, zonder mondkapje, pal naast een medewerkster van de KNVB die ook geen afstand nam. Waarom zou hij ook – vorige week woensdag hield paus Franciscus audiëntie zonder kapje voor neus en mond, zonder op veilige meters van zijn gelovigen te blijven, velen kregen een warme handdruk van hem.
Memphis Depay moest het Nations League-duel van Oranje in Bosnië en Herzegovina zondag vanaf de tribune aan zich voorbij laten gaan omdat hij was geschorst. Hoofdschuddend keek hij toe hoe het 0-0 bleef. De mooiste kansen waren niet besteed aan Stefan de Vrij, Frenkie de Jong en Ryan Babel. Het derde duel op rij zonder dat Oranje scoorde, het tweede met puntverlies onder de nieuwe bondscoach Frank de Boer.
Na de nederlaag in de Johan Cruijff Arena, in het oefenduel met Mexico (0-1), had met name Memphis Depay het moeten ontgelden. Hij speelde de baas, hij snoepte vrije trappen af als Steven Berghuis in gedachte zijn aanloop al had genomen. ‘Meneer Depay’, noemde verslaggever Willem Vissers hem in de Volkskrant.
LUUK DE JONG
In het stadionnetje van Zenica moest Luuk de Jong zijn plaats innemen. Voor hem was het pas de derde interland, op een totaal van 28, die hij vanaf de aftrap mocht beleven. Luuk de Jong, in de verste verte geen familie van Frenkie, is een heel ander type dan Depay. Twaalf centimeter langer, maar lang niet zo behendig in de kleine ruimtes binnen dicht bevolkte strafschopgebieden. Hij kreeg één kopkans die door de keeper bekwaam werd verijdeld.
Met Luuk de Jong in de spits koos Frank de Boer voor een heel ander type voorin, maar veranderde hij niets aan de speelwijze. Zo had De Boer het al bedacht voordat Oranje op woensdag van Mexico verloor, zo gaf hij zondag na het puntverlies in Bosnië en Herzegovina eerlijk, maar ook onthullend toe. Was het De Boer ontgaan dat Steven Berghuis in het oefenduel veruit de beste aanvaller was geweest, totdat hij volgens planning al in de pauze werd gewisseld? In die planning was al voor Berghuis een reserverol op zondag opgenomen.
TIEN MINUTEN PIEKEREN
Stond Frank de Boer daarover te piekeren toen hij zaterdag bij de training tien minuten lang de spelers de rug toekeerde en in gedachten verzonken bij zichzelf te rade ging? Een bijzonder beeld, uitvergroot op tv. ,,Ja, waar dacht ik aan? Ik wilde me even bezinnen.” Zijn zelfreflectie leidde er niet toe dat hij van de uitgestippelde plannen afweek, en dus moest Steven Berghuis zondag wachten totdat hij in de 69ste minuut als vervanger van Donyell Malen alsnog aan bod mocht komen.
,,Met Steven Berghuis kwam er meer schwung in. Misschien had ik wel direct met hem moeten beginnen. Hij heeft laten zien dat een andere keuze goed had kunnen uitpakken. Maar ik blijf erbij dat mijn keuze vooraf gerechtvaardigd was”, verklaarde Frank de Boer na afloop. Zoveel eerlijkheid kon niet wegnemen dat Frank de Boer nu het beeld met zich meedraagt van een twijfelende coach.
EXTRA DRUK
Daarmee ligt er voor hem vanuit publieke opinie en media extra zware druk op de volgende interland in de Nations League, woensdag in Bergamo tegen Italië. Die druk verhoogt ook de verantwoordelijkheid van de spelers die na het vertrek van Ronald Koeman geen trek hadden in een veeleisende coach als Louis van Gaal.
Zeker Memphis Depay zal zich aangesproken voelen. Hij broedt nog altijd op meer status in het Europese topvoetbal. Als een van de revelaties op het WK van 2014 kwam hij in 2015 naar Manchester United. Terug onder de vleugels van Louis van Gaal lukte het hem niet zijn ambities te realiseren. Hij daalde af naar een lager platform, bij Olympique Lyon. Dit jaar had hij de lift willen nemen. Ronald Koeman is bij Oranje zo gecharmeerd geraakt van Depay, dat hij hem naar Barcelona wilde halen. Olympique Lyon was best bereid om mee te werken en probeerde lang niet het onderste uit de kan te halen. Zelfs dan nog bleek Depay vooralsnog niet haalbaar voor Barça, zo schraal is de financiële positie van de Spaanse club, zo strak zijn de regels waaraan de directie in Camp Nou zich moet houden.
EERZUCHT
Een hoofdrol in Bergamo, tot speelplaats verkozen als gebaar naar de corona-drama’s in die stad, zal Memphis Depay meer dan gelegen komen. Want hij hoopt over enkele maanden, in de volgende transfer-window alsnog de sprong naar Barcelona te kunnen maken. De eerzucht van Depay kán Oranje helpen tegen Italië, maar vooralsnog blijft in herinnering dat het verschil in de met 1-0 verloren thuiswedstrijd (mét Depay) vorige maand zo onthutsend groot was dat daaraan weinig hoop kan worden ontleend.
De teleurstellende reeks resultaten van Oranje ná de coronapauze, brengt ook de fans tot inkeer. Beseft wordt nu dat de herrijzenis onder Ronald Koeman gepaard ging met magere wedstrijden, waarin menig keer pas in een laat stadium de reddingsboei werd gevonden. Bovendien stemt de positie van menig international in het clubvoetbal tot nadenken. Niet allemaal zijn ze nog vanzelfsprekend eerste keus bij hun club, bij Valencia, bij Manchester City, bij Spurs, zelfs Depay niet meer in Lyon.
GEEN GARANTIE
De Europese top, waarvan het als altijd opportunistische Oranje-legioen alweer droomde, laat staan de wereldtop, is nog ver weg voor het Nederlands elftal. De finaleplaats in de Nations League van 2019 was een mooie, moedgevende prestatie, maar blijkt geen enkele garantie voor de toekomst te bieden.
In de hoop opnieuw de finaleronde met vier teams te kunnen bereiken speelt de KNVB al met de gedachte om zich kandidaat voor de organisatie te stellen. Laat Oranje eerst maar eens zo ver zien te komen met nog uitwedstrijden tegen Italië en Polen voor de boeg. Dan zullen we ook kunnen vaststellen hoe stevig de positie van bondscoach Frank de Boer daadwerkelijk is.
- 7 oktober 2020 - Een vierde wereldkampioen in de Eredivisie
De Eredivisie als opvanghuis voor vergane glorie. De gedachte dringt zich op bij de verrassende komst van Mario Götze naar PSV; zestig jaar nadat Helmut Rahn – de Duitse WK-matchwinnaar van 1954 – bij Sportclub Enschede in de Eredivisie opdook. Over Rahn verderop veel meer.
Na Rahn, Marcio Santos en Ronaldo is Götze is de vierde 'wereldkampioen’ in de Eredivisie. Marcio Santos bleef slechts een jaar bij Ajax en vertrok zwaar gedeprimeerd. De snelste rode kaart in de Eredivisie, na 19 seconden, is het enige erfstuk dat hij naliet. Zijn landgenoot Ronaldo was als 17-jarige lid van de Braziliaanse WK-selectie in 1994, speelde geen seconde, maar kwam nadien wel met een gouden WK-medaille in zijn bagage naar PSV.
Zes jaar geleden pas was Mario Götze (28) de grote held van Duitsland in de WK-finale tegen Argentinië. ,,Laat zien dat je beter bent dan Messi”, voegde de Duitse bondscoach Joachim ‘Jogi’ Löw hem toe, in de 88ste minuut toen het nog altijd 0-0 stond en Götze klaar stond om in te vallen. Nog geen kwartier had Götze in de verlenging nodig om geschiedenis te schrijven. Handelingssnelheid op de vierkante decimeter, techniek en oog voor de weg naar het doel, verenigde hij in één actie die Duitsland wereldkampioen maakte.
Die dag glorieerde Mario Götze en moest Messi een nieuwe domper als Argentijns international verwerken. Wunderkind, werd hij gedoopt in Duitsland. Maar nooit meer kon Mario Götze laten zien dat hij beter was. Ja, hij behaalde titels met Bayern München en bekers met Borussia Dortmund. Maar in de geschiedenis kreeg zijn WK-goal het stempel van zowel vloek als zegen.
Mario Götze is nog altijd pas 28 jaar. Zijn multi-miljoenencontract bij Borussia Dortmund is ten einde. De behoefte om hem langer te binden, was weggestorven. Waar zijn carrière hem zou brengen, bleef lang onbestemd. Totdat dinsdagavond een Duitse Mercedes uit de G-klasse werd gesignaleerd bij het stadion van PSV. Het nummerbord verraadde wie er binnen was: DO-GM-3610, dat moest wel staan voor Götze Mario uit Dortmund, geboren op 3 juni en herkenbaar aan rugnummer 10. Niet veel later volgde de bevestiging; Mario Götze heeft een tweejarig contract getekend bij PSV. Rugnummer 27 gaat hij dragen.
Wat Götze voor PSV gaat betekenen, moet nog maar worden afgewacht. Vooralsnog kan slechts worden vastgesteld dat nieuwe Duitse trainer, Roger Schmidt, nadrukkelijk heerst in Eindhoven. Götze is al zijn vijfde nieuwe speler uit de Duitse Bundesliga. Vanuit de hem goed bekende Chinese competitie viste Schmidt zijn beoogde topscorer op, de 33-jarige Israëliër Eran Zahavi. Afwachten moeten we nu ook hoezeer de ontwikkeling van veelgeprezen PSV-aanvalstalenten als Mohamed Ihattaren, Noni Madueke en Cody Gakpo onder druk raakt.
HELMUT RAHN
De carrièreswitch van Mario Götze roept herinneringen op aan Helmut Rahn. In de zomer van 1960 is Rahn 31 jaar als hij naar Sportclub Enschede, voorloper van FC Twente, komt. Zijn levenswandel is dan al doordrenkt van drank en nicotine, maar nog altijd een held in Duitsland, vooral als maker van het winnende doelpunt in de WK-finale in Bern. Der Bomber wordt hij genoemd.
De aankondiging van zijn transfer naar Nederland wekt alom verbazing in de Bondsrepubliek. Rahn is zojuist met 13.000 stemmen tot de op één na populairste voetballer van West-Duitsland gekozen. Alleen Fritz Walter, de aanvoerder van de wereldkampioen uit 1954, heeft meer stemmen gekregen: ruim 18.000. Nummer drie, Helmut Haller, volgt met 3.000 stemmen, op eerbiedige afstand.
In Enschede zwelt de trots als bekend wordt dat Sportclub Enschede het Duitse idool wil aantrekken. Henk Olijve, de manager van Sportclub Enschede, houdt wel van een gokje. Hij laat zich meeslepen door Günther Schwab, een Duitse spelersmakelaar, die met Rahn aan het leuren is. Voor 100.000 mark (ofwel zo’n 50.000 euro) plus een jaarsalaris van 25.000 gulden (ruim 10.000 euro) valt er zaken te doen.
Onder druk van de publieke opinie in Duitsland stribbelt 1. FC Köln nog even tegen. Vervolgens vergadert de Duitse voetbalbond liefst zes uur over de vraag of toestemming moet worden gegeven voor de buitenlandse transfer van een international. Pas later zal blijken dat Helmut Rahn drie maanden eerder al de laatste van zijn veertig interlands heeft gespeeld. Hij speelde die reeks tussen 1951 en 1960 en met 21 goals behoort hij dan tot de productiefste internationals in Duitsland.
GEMEENTERAAD
In Enschede moet dan nog een opmerkelijke blokkade worden genomen. Op maandag 25 juli 1960 worden de gemeenteraadsleden van Enschede met spoed naar het stadhuis geroepen. Een verzoek van Sportclub Enschede vereist een snelle beslissing; diezelfde avond nog. Voor de aankoop van nieuwe spelers heeft de Eredivisieclub dringend 100.000 gulden nodig. Of de gemeente maar wil bijspringen.
Niemand in de gemeenteraad noemt de naam Helmut Rahn die avond in het openbaar, zo blijkt uit de notulen die ik in 2015 heb geraadpleegd voor de geschiedschrijving in het boek FC Twente 50 jaar. Niet verzwegen wordt in de gemeenteraad dat Sportclub Enschede het geld nodig heeft voor nieuwe spelers. ‘Sportclub Enschede zal in de grootste moeilijkheden komen indien wij de benodigde financieringsmiddelen voor nieuwe spelers niet verschaffen. Wij behoeven niet te wijzen op de grote betekenis van deze club voor Enschede en het oosten van Nederland. Wij willen er alles aan doen wat mogelijk is om een Eredivisieclub voor onze stad te behouden’, betoogt loco-burgemeester J. Horstman, terwijl er op de volle publieke tribune instemmend wordt gereageerd.
TREVOR FORD
Horstman wijst nadrukkelijk op het belang van sportpark Het Diekman, wat bij veel partijen de doorslag geeft. ‘Deze club mag niet ondergaan’, zegt woordvoerder Aldenkamp namens de Communistische Partij Nederland (CPN). Er is ook een kritisch geluid, met name vanuit de socialistische hoek. ‘Het is niet de eerste keer dat een speler van naam en faam is gekocht welke later een volkomen mislukking bleek te zijn. Ik denk hierbij aan Trevor Ford van PSV. Laten wij oppassen. Het gaat hier om mensen, niet om machines’, waarschuwt PvdA-fractievoorzitter Nijhof.
Na anderhalf uur vergaderen stemt een grote meerderheid in met een lening van 99.900 gulden, af te lossen in 36 maandtermijnen. Alleen de twee christelijke vertegenwoordigers Meulink (CHU) en Spruijt (GPV) zijn op principiële gronden tegen.
Het geld zit nog in de kas van de gemeente als de provincie Overijssel een dag later al een veto uitspreekt over gemeentelijke steun aan zowel Sportclub Enschede als de Tweede Divisieclub Tubantia uit Hengelo. De weigering maakt weinig rumoer los.
DUITSE AANHANG
De provinciale ingreep kan de komst van Helmut Rahn niet meer blokkeren. Hoe de transfer dan toch wordt bekostigd, blijft onduidelijk, maar op 5 augustus kan Helmut Rahn zijn debuut maken voor Sportclub Enschede. Dat gebeurt in een vriendschappelijke wedstrijd, thuis tegen Schalke 04. Het Diekman-stadion loopt voor deze gelegenheid goed vol. Onder de 18.000 toeschouwers worden ruim vierduizend Duitsers geteld. Zijn landgenoten joelen hem uit. Rahn reageert geprikkeld, maar in de tweede helft pakt hij dan toch uit met de acties en afstandsschoten waarnaar in Enschede is uitgekeken. Eén doelpunt en twee assists van Rahn brengen Sportclub Enschede op 5-2 waarna Schalke nog mag terugkomen tot 5-4.
Ook bij de competitiewedstrijden kan Sportclub voortaan rekenen op een vaste schare Duitse bezoekers. De komst van Rahn draagt niet bij aan betere prestaties in de Eredivisie. Sportclub Enschede zakt zelfs zo ver weg dat trainer Frantisek Fadrhonc, de latere bondscoach, eind 1961 naar de amateursectie wordt verbannen. Na twee ronduit magere seizoenen, waarin Rahn alles bij elkaar toch nog 26 keer scoort, gaat het beter met de komst van trainer Friedrich Donenfeld.
OVERWICHT
,,Donenfeld liet hem in zijn waarde”, vertelt zijn toenmalige medespeler Piet Lagarde in 2015. ,,Hij maakte Rahn aanvoerder, psychologisch een slimme zet. Helmut had overwicht, niet alleen op de andere spelers, ook op de scheidsrechter. Iedereen keek tegen hem op. Hij was onze vedette die het ook op het veld nog vaak waarmaakte, terwijl hij toch al aardig in de dertig was.”
Donenfeld is in Enschede de bovenbuurman van Helmut Rahn. Dat weerhoudt Rahn niet van een zwierig uitgaansleven. Lagarde herinnert zich dat Donenfeld wel erg veel door de vingers zag. ,,Helmut sloeg wel eens een training over, dan was hij de avond tevoren aan het keilen geweest. Ook op zaterdagavond ging hij rustig op stap. Dat was op zondag nog te merken. Maar in de wedstrijd pakte hij nog vaak uit met weergaloze acties, een geweldig schot en goede voorzetten.”
AUTOHANDEL
Voetballen in Enschede combineert Rahn met een autohandel. Lagarde: ,,Hij handelde in tweedehandsauto’s. Die kocht hij in Duitsland op, meestal beneden de prijs, want als populaire voetballer kreeg hij ze vaak voor een appel en een ei. In hotel De Post aan de Nederlandse kant van de grens bij Glanerbrug hield hij kantoor. Dat ging legaal, hoor, met invoerrechten.”
In zijn laatste seizoen, 1962-‘63, raken Rahn en Sportclub Enschede uitgekeken op elkaar. In februari ontbreekt Rahn enkele wedstrijden omdat hij in Duitsland een gevangenisstraf moet uitzitten wegens drankmisbruik. De laatste competitiewedstrijden wordt hij niet meer opgesteld. Met dertien doelpunten in zijn laatste seizoen komt Rahn tot een totaal van 39 stuks in 69 competitiewedstrijden gedurende drie jaar.
Een maand later beleeft Duitsland de start van de eerste Bundesliga-competitie. Mét Helmut Rahn! Hij speelt dan voor Meidericher SV, later omgedoopt tot MSV Duisburg. Twee jaar later eindigt zijn carrière. Op 14 augustus 2003 overlijdt Helmut Rahn, twee dagen voor zijn 74ste verjaardag. In Essen, waar hij jarenlang voor Rot-Weiss Essen uitkwam, wordt hij geëerd met een bronzen standbeeld bij het Georg Melches Stadion.
- 22 september 2020 - Oranje krijgt de derde keus
‘Ja!!’, met twee uitroeptekens dus. Krachtiger kon Louis van Gaal niet uitdrukken hoezeer hij had uitgekeken naar een nieuw aanzoek van de KNVB om bondscoach te worden. Zó graag was hij aan een derde termijn begonnen, met als doel het EK van 2021 en het WK van eind 2022. Maar de KNVB negeerde gladweg Van Gaal’s zelf ingebrachte kandidatuur. Zo kwam de voetbalbond uit bij Frank de Boer, die nu als derde keus de eerste gegadigde is.
Het jawoord van Louis van Gaal volgde op een vraag van Willem Vissers, vooraanstaand voetbaljournalist van de Volkskrant. Of het klopte dat hij niet eens was gebeld door de KNVB, vroeg Vissers in een appje aan Van Gaal. Na diens reactie bedacht de journalist in een column wat de bobo’s kon hebben bewogen om Van Gaal te negeren: ‘Juist in die uitroeptekens zit teleurstelling verpakt, misschien zelfs verbijstering. Louis negeren, omdat je als bond niet durft of – en dat zou nog erger zijn – , omdat de van zichzelf overtuigde spelersgroep een ander wenst.’
Niet alleen de spelers, ook de overgebleven stafleden lieten na het vertrek van Ronald Koeman doorschemeren geen behoefte te hebben aan zo’n dominant, veeleisend type coach als Louis van Gaal. Ook het gebrek aan sturing en leiderschap, zoals dat in de laatste, verloren interland tegen Italië, naar voren kwam, inspireerde de top van de KNVB niet tot een eigen, bijgestelde visie.
HENK TEN CATE NIÉT
Op zoek naar een nieuwe bondscoach liet de KNVB nog wel een eigen geluid horen. Henk ten Cate, een van de geopperde kandidaten vanuit de spelersgroep, mocht het ook niet worden. Zijn lijntjes naar de media worden niet op prijs gesteld door ‘Zeist’. Ten Cate onderhoudt zo’n nauw contact met diverse journalisten dat hij in 2017 een verslaggever van Voetbal International liet meeluisteren toen hij in de auto werd gebeld door Hans van Breukelen.
Van Breukelen, destijds nog technisch directeur van de voetbalbond, had Ten Cate al beloofd bondscoach te worden, maar werd plotseling alsnog door hogere machten binnen de KNVB teruggefloten. Niet Ten Cate, maar Dick Advocaat moest bondscoach worden. Het uitlekken van die gang van zaken wordt Ten Cate – ex-coach van Ajax, oud assistent van Frank Rijkaard bij Barcelona en van Avram Grant bij Chelsea – nog altijd nagedragen.
STREEP DOOR RIJKAARD EN BOSZ
In het telkens nieuw opzwellende machtsspel rond de benoeming van een nieuwe bondscoach, moest de KNVB al een streep halen door de namen Frank Rijkaard en Peter Bosz. Zeven jaar geleden werd Rijkaard (coach van Oranje in de periode 1998-2000) ontslagen als bondscoach van Saoedi-Arabië. Sindsdien geniet Rijkaard (bijna 58) liever van veel vrije tijd. Ook bij Peter Bosz (ex-coach van Ajax) ving de KNVB bot. Bij Bayer Leverkusen ontbreekt in zijn contract een ontbindingsclausule à la Koeman. Het contract van Bosz in Duitsland bleek zoveel lucratiever dan wat de Nederlandse voetbalbond te bieden heeft, dat het telefoontje snel kon worden afgerond.
Zo kwam vanzelf Frank de Boer als derde keus naar boven. Hij is beschikbaar, hij leidde Ajax naar vier landstitels, hij heeft een mooie spelerscarrière achter de rug, en hij maakte ooit alleen maar ruzie om via een rechtszaak een transfer naar Barcelona af te kunnen dwingen. Een veilige keuze lijkt het zo op het eerste gezicht, maar vooralsnog wordt afwachtend en genuanceerd gereageerd op zijn aanstaande benoeming.
DE GRAAFSCHAP
Bij de naam Frank de Boer doemen herinneringen op aan zijn laatste wedstrijd als coach van Ajax . Verslagen, met een doffe blik, hing hij op 8 mei 2016 onderuit in de bus. Met een gelijk spel bij degradant De Graafschap had Ajax die middag het al zeker gewaande kampioenschap verspeeld. Het was een dramatische ommekeer in de laatste competitieronde. De KNVB had niet eens meer rekening gehouden met een titel voor PSV. Onderweg tussen Zwolle en Eindhoven moest de bus van PSV op een parkeerplaats halt houden zodat daar de kampioensschaal kon worden overhandigd. Een bizar beeld, dat blijft beklijven naast de doffe blik in de ogen van Frank de Boer in de bus van Ajax.
De vier titels van Ajax onder leiding van De Boer telden niet meer, behaald in een periode dat hij kon beschikken over spelers als Jan Vertonghen, Christian Eriksen, Toby Alderweireld, Daley Blind en Davy Klaassen. In dat laatste duel bij De Graafschap, nog altijd gebrandmerkt op de ziel van de Ajax-aanhang, pakten de wissels van Frank de Boer desastreus uit.
VERSTARD
Op de bank zat Lasse Schöne zich te verbijten, zó veel vrije trappen kreeg Ajax te nemen rond het strafschopgebied. Daar had Schöne wel raad mee geweten, dat had méér op geleverd dan al die ‘blinde hoge ballen’ naar het hoofd van de naar voren gedirigeerde Mike van der Hoorn. Een stormloop van 35 minuten bleef vruchteloos. Het bleef wachten op ingevingen van Frank de Boer die het onheil voor Ajax konden afwenden. Verstard leek hij die middag. Een dag later werd bekend dat De Boer contractontbinding had gevraagd (of had moeten slikken).
Sindsdien heeft Frank de Boer als coach nog nauwelijks tot de verbeelding gesproken. Bij Inter Milaan werd hij na drie maanden ontslagen, bij Crystal Palce na elf weken. Langer hield De Boer het vol bij Atalanta United, de kampioen van de Verenigde Staten in 2018. Hij won er twee bekers, maar moest in juli 2020, na anderhalf jaar terug naar de polder van Noord-Holland.
COMMUNICATIE
De rode draad in de verklaringen die bij zijn drie vorige clubs naar buiten kwamen, is gebrek aan communicatie met de spelers. Frank de Boer is de nogal stuurse helft van een succesvolle voetbaltweeling, van wie Ronald een welbespraakt tv-analist is geworden. Het voetbal onder De Boer, ook bij Ajax, weerspiegelt zijn karakter: zorgvuldig, maar weinig avontuurlijk, degelijk maar zelden gedurfd, breed in plaats van diep.
De vraag wordt het nu hoe Frank de Boer als bondscoach zal omgaan met het eigen willetje van Memphis Depay, met de samenhang binnen een selectie waarin de spelers elkaar kennelijk goed verstaan. Daar paste een coach bij, als Koeman, die de spelers los laat in eigen kring en discipline plus initiatief eist op het veld. In hun samenspel vormde communicatie een belangrijke basis. Daar zal ook Frank de Boer mee om moeten kunnen gaan.
- 29 september 2020 - Robin Gosens, van de disco naar de Mannschaft
Nog geen vijf Duitse spelers telde het Nederlandse profvoetbal toen Robin Gosens in 2012 door Vitesse Arnhem werd weggeplukt aan de andere kant van de grens. Inmiddels zijn er liefst 31 Duitsers actief in de Eredivisie, naast nog eens drie Duitse hoofdcoaches bij PSV, Heracles Almelo en Vitesse. De Deutsche Welle wordt deze golf al genoemd.
Al die 31 Duitsers laven zich gretig aan de voetsporen van Robin Gosens (28), nu Duits international, topspeler bij Atalanta Bergamo en begeerd door grotere Europese topclubs dan de verrassing in de kwartfinales van de Champions League in het vorig seizoen.
Het verloop van zijn carrière laat zien wat voor springplank het Nederlandse voetbal te bieden heeft. Robin Gosens, zoon van een Nederlandse vader en een Duitse moeder, droomde helemaal niet van de top toen hij ruim acht jaar geleden nog in de jeugd speelde van Vfl Rhede, een amateurclubje in het district Niederrhein. Ja, hij was wel eens uitgenodigd voor een testwedstrijd bij Borussia Dortmund. Maar hij had zich daarin zo hulpeloos gevoeld, zoveel minder dan alle anderen, dat hij zich niet verbaasde nooit meer iets te horen uit Dortmund.
NAAR DE DORPSDISCO
,,Een fiasco”, noemde Gosens die ervaring vorig jaar in het Duitse magazine 11Freunde. ,,Bij mijn dorpsclub in Rhede was ik een kleine ster, in Dortmund was ik een Niemand.” Daarom voetbalde bij vrolijk verder in de grensstreek met Nederland waar elke week er hetzelfde uitzag. Doordeweeks naar school, tussendoor achter de kassa van een tankstation en op vrijdagavond naar een teamgenoot om samen met veel drank het weekeinde in te luiden in de dorpsdisco Blues.
Hooguit een uur had Robin Gosens na een lange nacht geslapen toen hij ergens in mei 2012 in Kleef werd aangesproken door een scout van Vitesse. ,,Ik kreeg het er warm van. Ik wilde eigenlijk niets zeggen, ik hield mijn hand voor mijn mond, hij kon anders de dranklucht nog ruiken. Het kwam er op neer dat hij me voor een proeftraining in Arnhem uitnodigde.”
,,Van die dranklucht heb ik toen niets gemerkt”, vertelt John Suppers, de scout die door Vitesse naar Kleef was gestuurd. Suppers: ,,Marino Pusic, die de A-jeugd van Vitesse trainde, had me gevraagd een speler te bekijken. Na een kwartier wilde ik al weg, totdat ik in gesprek raakte met de vader van Robin Gosens. Die wees me op nummer 8, zijn zoon die links op het middenveld speelde. Je kon zien dat zijn techniek goed was en dat ie de goeie mentaliteit had. Een Kampfmacher zoals ze in Duitsland zeggen, niet kapot te krijgen.”
VITESSE
Terug in Arnhem moest eerst nog een veld gevonden worden waar Robin Gosens zijn talenten kon etaleren. Omdat de zomer naderde, lagen de velden op het trainingscentrum er al uit. En na zijn eerste test, was lang niet iedereen bij Vitesse overtuigd.
Marino Pusic, nu assistent-coach van AZ, geloofde er wel in. Gosens kreeg ook een contract, maar voor serieus profvoetbal in Arnhem werd hij uiteindelijk toch te licht geacht. Zo raakte de Duitser met twee paspoorten in 2013 als huurspeler verzeild bij FC Dordrecht in de Eerste Divisie. Hij vond er langzaam zijn draai en beleefde min of meer toevallig promotie naar de Eredivisie. Dat bleek het podium waar Nico-Jan Hoogma, nu technisch directeur van de KNVB en toen in die rol bij Heracles, het talent herkende in de van middenvelder tot linksback omgeschoolde Gosens.
Twee jaar voetbalde Gosens bij Heracles in de Eredivisie. Geen enkele Nederlandse topclub keek naar hem om. Hij maakte wel indruk op een scout van Atalanta Bergamo, dat eerder al de huidige internationals Marten de Roon en Hans Hateboer uit het Nederlandse provincielandschap had opgevist.
SAM LAMMERS
Met de inbreng uit de Nederlandse Eredivisie is Atalanta Bergamo inmiddels vanuit de middenmoot van de Serie A opgerukt naar de top. De zoektocht in Nederland gaat door. Vorige week werd Sam Lammers (23) voor tien miljoen weggekocht. Bij PSV had Roger Schmidt, de nieuwe Duitse (!) trainer, hem nog niet erkend als absolute eerste-keus-spits. Afgelopen zondag debuteerde Lammers in de Serie A.
De Italiaanse scout van Atalanta Bergamo laat zijn oog ook vallen op de Duitse spelers in de Eredivisie. Ze vallen niet alleen op door Kampfkraft en Laufpensum, ook door basistechniek en teamgeest. Op een enkele uitzondering na, zoals Philipp Max bij PSV, ligt hun afkomst meestal hoger dan het lokale amateurniveau waar Robin Gosens werd ontdekt. Ze komen doorgaans uit de Tweede Bundesliga, of het derde niveau, dan wel uit het reserveaanbod van Eerste Bundesliga.
VVV-Venlo
,,Je weet wat je hebt aan Duitse spelers”, zegt Stan Valckx in de Volkskrant. Valckx is technisch directeur van VVV-Venlo waar vijf spelers met een Duits paspoort actief zijn. ,,Ze zeuren niet bij een reservebeurt. Ze vinden het ook leuk om hier te voetballen. Het spel hier is aanvallend en open, en niet zo fysiek als in Duitsland. Hier mogen ze nog fouten maken. Hier zijn 19, 20 volwaardige spelers bij elkaar. In Duitsland tellen selecties soms 30 man. Daar zijn meer spelers ontevreden dan tevreden.”
Niet alleen voor Robin Gosens vormde de Eredivisie een leerschool. Mark Uth drong nog tot de Mannschaft door nadat hij eerder drie jaar bij sc Heerenveen en Heracles had gespeeld. Méér scouts blijven daarom uitkijken naar de ontwikkeling die Duitse spelers in Nederland doormaken.
Dat geldt ook voor John Suppers, de ontdekker van Robin Gosens en tegenwoordig werkzaam voor Wolverhampton Wanderers. Voor de subtopper in de Premier League speurt hij in Nederland, België en Frankrijk naar zowel jeugd als kandidaten voor het eerste elftal. Het voorbeeld van Robin Gosens laat zien dat zulke talenten op elk niveau schuil kunnen gaan.
- 15 september 2020 - 'Jullie zijn nog niet van me af'
Wat hield Donyell Malen eigenlijk bezig, zondagmiddag toen Arjen Robben plotseling neerzeeg en binnen een halve minuut uit het zicht verdwenen was? ,,Viel hij uit?”, vroeg de aanvaller van PSV aan NOS-verslaggever Frank Snoeks toen deze hem voor de camera met de abrupt afgebroken terugkeer in de Eredivisie van Robben confronteerde.
Hooguit enkele tientallen meters verwijderd van Robben bevond Donyell Malen zich toen de stilte een schok teweeg bracht in de Euroborg. Malen ging op in zijn eigen wedstrijd. Nergens anders had hij oog voor, ook niet voor wat Nederlands bekendste Eredivisie-voetballer doormaakte. De rest in het stadion, 6.049 toeschouwers, reageerde onthutst, bevangen door de schrik. Op de tribune keken Bernadien, de twee zoontjes en de ouders van Robben met bedrukte gezichten toe.
Nog geen half uur was er gespeeld bi FC Groningen – PSV (1-3) in de eerste competitieronde. Sinds Arjen Robben op 27 juni zijn rentree aankondigde had de club uit het noorden van Nederland een gedaanteverandering ondergaan. Shirts met de naam Robben vlogen de winkels uit, er was een run op seizoens-abonnementen, sponsors wilden ineens weer bij FC Groningen horen. FC Groningen leek wel FC Robben te zijn geworden.
Na 28 minuten en 30 seconden werden alle dromen wreed verstoord. Op weg naar de bal moest Robben een sprintje trekken, hij voelde een scheut in zijn liesstreek, het daaropvolgende duel ging verloren en toen hij toch de bal voor zijn voeten kreeg, mislukte de pass. Robben ging naar de grond en stak zijn benen in de lucht.
YOGA-OEFENINGEN
,,Wat zijn dit nou voor yoga-oefeningen?”, reageerde Frank Snoeks quasi-humoristisch in zijn commentaar voor Studio Sport. Toen ook hem duidelijk werd dat het menens was, overheerste pathetisch medeleven. ,,Nee hè? Ja toch…. Hier worden we verdrietig van, alsof we de Nachtwacht weggedragen zien worden uit het Rijksmuseum. ”
Weggedragen worden hoefde Robben niet na zijn wisselgebaar. Op eigen kracht vond hij de uitgang, die dichtbij lag. Nijdig, vooral op zijn tere lichaam, beende hij weg. Het shirt ging uit, de aanvoerdersband werd weggesmeten. Binnen een halve minuut was alles voorbij. Niemand kreeg Robben nog te zien. Nog voordat het pauze was, had hij het stadion al verlaten.
WARMING-UP
Zo treurig eindigde de dag waarnaar 79 dagen was uitgekeken. Weinigen slechts wilden geloven dat Arjen Robben met een comeback op 36-jarige leeftijd te veel van zichzelf zou vergen. In slechts twee oefenwedstrijden had hij nog geen anderhalf uur meegespeeld. Maar zijn warming-up was indrukwekkend geweest. Vooraf en tijdens de trainingen van FC Groningen, ook nog in het uur voor zijn rentree.
In afwachting van zijn eerste competitiewedstrijd, na zestien maanden, keken journalisten verrast op toen ze hem in het gangetje naast het perszaaltje onophoudelijk voorbij zagen rennen. De anders daarvoor beschikbare ruimte in de catacomben mocht hij niet binnendringen omdat deze deel uitmaakte van de bubbel van tegenstander PSV. Daarom maar zo, besloot Robben. Een memorabel inkijkje voor journalisten werd het, die sprintjes en rekoefeningen van zo’n gepassioneerd voetballer.
SPANDOEK
Buiten, in het stadion, etaleerden de fans hun verwachtingen in een mega-breed spandoek: ‘Welkom thuis Arjen’. Wie durfde toen al te vrezen dat de stille angst voor een nieuwe blessure van De Man van Glas zo snel zou worden bewaarheid?
Hoe nu verder? ‘Was dit het al?’, blokletterde het Algemeen Dagblad paginabreed. ‘Stoppen is enig juiste besluit voor Robben’, schreef Valentijn Driessen, de chef voetbal van De Telegraaf. Wie dat beweert, verkijkt zich op de eigenzinnigheid van Arjen Robben; op zijn eerzucht, op het genot dat hij beleeft aan het actieve voetbal, op zijn clubliefde voor FC Groningen.
De reactie van Robben liet dan ook niet lang op zich wachten, nog voordat op dinsdag een scan was gemaakt om te zien hoe ernstig de kwetsuur is. ,,Opgeven komt niet in mijn woordenboek voor. Dit was het slechtst denkbare scenario waarmee ik even geen rekening had gehouden. Het is nu zaak niet weg te kwijnen in een hoekje, maar er met wat zelfspot om te lachen en met een positief gevoel verder te gaan. Jullie zijn nog niet van me af”, reageerde hij in de Volkskrant.
POGING TOT COMEBACK
Is die overtuiging nog wel realistisch, vraagt voetballend Nederland zich nu af. ,,Pas op hè, het is nog maar een poging tot een comeback”, waarschuwde Arjen Robben al op 28 juni toen hij zijn terugkeer in het clubvoetbal bulkend van de ambitie toelichtte.
Al een carrière lang hebben spierblessures interrupties in zijn carrière veroorzaakt. Als 18-jarige ging hij weg uit Groningen. Nu is hij terug van zijn wereldreis langs PSV, Chelsea, Real Madrid en Bayern München. Zó groot is zijn hunkering dat de financiën geen rol speelden bij de contractonderhandelingen.
Jazeker, hij hield er rekening mee dat het wel eens mis kon gaan. ‘Arjen Robben beseft heus wat hem nog te wachten kan staan. Hij deinst er niet voor terug. Hij hoeft niet gewaarschuwd te worden, de supporters wel’, schreef ik eind juni op deze mooie website over zijn spraakmakende comeback.. Nu is het afwachten óf en hoelang er een vervolg komt.
- 8 september 2020 - Poldergeest fnuikend voor Oranje
Een haag Ajax-fans met rode fakkels luidde maandagavond Donny van de Beek uit na zijn voorlopig laatste wedstrijd in de Johan Cruijff ArenA. Het was hún afscheid van een geliefd speler na een treurige voorstelling van Oranje, waarin Donny van de Beek ontmoedigd de eerste was die werd geofferd.
De score bood nog wel uitzicht toen Van de Beek, de nieuwste Mancunian, na 57 minuten het veld moest ruimen in de interland tegen Italië (0-1). Nul-één stond het al sinds de laatste minuut van de eerste helft. In de krachtsverhoudingen op het veld was toen al zowat elk perspectief voor Oranje verloren gegaan; zo dominant was Italië, zozeer voelde het Nederlands elftal zich weggetikt door de frisse Azzuri.
Ook zonder Van de Beek kwam Oranje nog nauwelijks in de nabijheid van de gelijkmaker. Ook met Steven Bergwijn als zijn vervanger konden de Italiaanse aanvalsgolven over links niet worden ingedamd. ,,Een frustrerende avond. We dachten dat we verder waren”, zei Martin de Roon, de metselaar op het middenveld bij zowel Atalanta Bergamo als Oranje.
‘TEN KOSTE VAN ALLES’
,,Waarom moest Van de Beek ten koste van alles worden opgesteld?”, vroeg NOS-analist Rafael van der Vaart zich af – na afloop pas. De keuze voor Donny van de Beek was de enige wijziging die interim-bondscoach Dwight Lodeweges had aangebracht na de onbedreigd behaalde 1-0 zege op Polen in de openingsronde van de Nations League op vrijdag. Het aandeel van Van de Beek daarin beperkte zich tot een invalbeurt in het laatste kwartier.
Het is de rol die hem bekend voorkomt in Oranje. Sinds zijn debuut, drie jaar geleden al, maakte hij slechts vijf keer de aftrap mee, op een totaal van ‘maar’ twaalf interlands. Voor Ronald Koeman was Van de Beek (23) zelden een automatische keus.
In zijn tweede interland als opvolger van Koeman vond Lodeweges dan toch de tijd gekomen om ruimte te maken voor de vertrekkende Ajacied. Met zijn voorkeur voor Van de Beek dirigeerde Lodeweges zijn vaste loopmachine op het middenveld, Gini Wijnaldum, naar de rechterflank waardoor Bergwijn uit het elftal verdween.
MISLUKTE TACTISCHE ZET
Het was een zogeheten tactische zet, die faliekant mislukte. Wijnaldum zocht voortdurend naar zichzelf, rechtsback Hateboer miste het tactisch inzicht om er kundig op in te spelen, De Roon kreeg de gaten niet gedicht. De onophoudelijke rushes van de Italiaanse linksback Leonardo Spinazzola vielen geen moment af te remmen, ze vormden steeds de lanceerbasis voor een indrukwekkend Italiaans combinatiespelletje.
Ook de meters die Van de Beek altijd kenmerken, konden de witblauwe machine niet ontregelen. Pijnlijk zelfs was dat het 21-jarige Italiaanse talent Nicoló Zaniolo bij een ongelukkig uitgevallen botsing met hem voor de tweede keer in een jaar tijd ernstig kruisbandletsel opliep.
EENDRACHT
Die ene wijziging weerspiegelde bovendien de poldergeest die binnen Oranje heeft post gevat en fnuikend bleek tegen een hoogwaardige tegenstander als Italië. Om Donny van de Beek een plaats te kunnen bieden, was de vaste rolverdeling in het middenrif van het elftal aangetast, een aanpassing die geen openlijk verzet bij de kern van Oranje opriep en de eenheid niet zou ondermijnen. Om de haverklap riepen de spelers en coach vorige week in koor uit hoe blij ze met elkaar zijn. Die eendrachtigheid klonk als een signaal om ná het vertrek van Ronald Koeman geen ongewenste buitenstaanders toe te laten.
Wie dan wel de nieuwe bondscoach moet gaan worden, wilde niemand hardop uitroepen. Op een ‘onthulling’ van media-icoon Kees Jansma dat de spelers hun voorkeur voor Henk ten Cate hadden uitgesproken, volgde bij monde van Martin de Roon namens de selectie een hardnekkige ontkenning – opnieuw eensgezind, voor wat dat waard mag zijn.
STURENDE HAND
Het duel met Italië legde bloot hoezeer Oranje een sturende hand nog niet kan missen, zowel in het veld als langs de kant waar het bijna een uur lang wachten bleef op een corrigerende ingreep. Ook een andere coach dan ‘caretaker’ Lodeweges zal zich geconfronteerd zien met de vraag in welke rol Donny van de Beek het best kan renderen.
Bij Ajax, van jongs af aan zijn club, heeft Erik ten Hag eveneens daarmee geworsteld Van de Beek voelde zich zo vaak miskend dat hij naar de coach stapte en met de vuist op tafel sloeg voordat de oplossing werd gevonden met Hakim Ziyech in een vrije rol vanaf rechts. Zo ontstond er ruimte voor de diepgang en de penetraties van Van de Beek in het strafschopgebied van de tegenstander.
MANCHESTER UNITED
Eenzelfde probleem dient zich nu wellicht aan bij Manchester United, de nieuwe club van Donny van de Beek. Een jaar lang leek Real Madrid zijn nieuwe werkgever te worden, zo overtuigend daarover klonken de berichten vanuit de ArenA en uit het makelaarscircuit. Verrassend voltrok zich vorige maand een koerswijziging, waarbij Manchester United haast ging maken toen ook Tottenham Hotspur serieuze interesse toonde.
Circa 45 miljoen euro (inclusief opslagen) heeft United voor Van de Beek uitgetrokken, dat is minder dan de eerder genoemde 50 miljoen waarvoor Real Madrid zaken zou willen doen. De investering in Manchester blijft ook achter bij de bedragen die op Old Trafford werden betaald voor andere middenvelders als Paul Pogba, Bruno Fernandes en Fred.
Ole Solskjaer, de coach van Manchester United, wacht daarom een puzzel op het middenveld waarvoor ook Matic en McTominay beschikbaar zijn. Het wordt dus spannend voor Donny van de Beek; niet alleen in Engeland, ook bij de vraag welke rol voor hem weggelegd zal zijn in Oranje.
- 18 augustus 2020 - Ronald Koeman kan de verleiding niet weerstaan
De kroniek van een aangekondigd vertrek krijgt eerder haar epiloog dan de KNVB lief is. Wat vanaf de komst van Ronald Koeman als bondscoach van het Nederlands elftal in de lucht hing, vanaf begin 2018, is werkelijkheid geworden. Ronald Koeman keert terug naar de grote liefde uit zijn voetbalcarrière. Hij moet FC Barcelona uit het slop gaan halen.
Zo ziet het Nederlands voetbal zich in een week tijd geconfronteerd met het vertrek van twee succesvolle bondscoaches. Eind vorige week ging de kogel door de kerk voor Sarina Wiegman, de coach van het Nederlands vrouwenelftal dat in 2017 Europees kampioen werd en vorig jaar de finale van het WK haalde.
Wiegman wordt bondscoach van het Engels elftal maar gaat eerst nog met de in Nederland als Leeuwinnen bezongen vrouwen naar de Olympische Spelen (mits ze nog doorgaan). Ronald Koeman wacht het EK van 2021 (als het mag doorgaan) niet af. De verleiding van Barcelona blijkt bij hem sterker dan het absolute vertrouwen in een titel met Oranje.
ONTSNAPPINGSCLAUSULE
Een ontsnappingsclausule, in 2018 opgenomen in zijn contract met de KNVB, biedt hem de gelegenheid voor Barcelona te kiezen. Weliswaar lopen zijn afspraken tot en met het WK van 2022. Maar bij tussentijdse belangstelling van FC Barcelona staat het Koeman vrij om ná het EK van 2020 daarop in te gaan. Het EK is een jaar uitgesteld, maar de mores van het voetbalmilieu leert dat elk contract zijn betekenis verliest zodra de flirt serieus wordt.
Zover is het nu bij Koeman én Barcelona. De KNVB kan slechts toezien en moet zich tevreden stellen met de afgesproken afkoopsom, die minimaal één miljoen bedraagt maar wellicht een veelvoud daarvan. Op het moment dat Koeman gecharmeerd reageerde op de liefdesverklaring van Barcelona was zijn vertrek niet meer tegen te houden.
‘DROOM IN VERVULLING’
Koeman is 57, hij herstelde tijdens de coronapauze van een ingrijpende hartoperatie en wil zijn geduld niet langer op de proef stellen. Barcelona is de stad waar hij vorig jaar een tweede huis betrok, als vervanging van zijn optrekje in de Algarve waar hij dagelijks bezorgd was zijn buurtgenoot Louis van Gaal tegen het lijf te lopen. ,,Dit is het moment dat ik wil. Als het doorgaat, gaat er een droom in vervulling ”, zei Koeman dinsdagmorgen in Zeist, na een afrondende bespreking met de KNVB.
FC Barcelona is ook de club waar Koeman zijn mooiste voetbaljaren beleefde. Zes jaar speelde hij er, altijd met Johan Cruijff als coach, met als hoogtepunt zijn winnende vrije trap in de finale van de Champions League in 1992 tegen Sampdoria. Sindsdien is Koeman een legende voor de socio’s. Bij het B-elftal van Barcelona zette hij zijn eerste stappen als hoofdtrainer en al die tijd was het slechts wachten op het moment dat de scepter in Camp Nou klaar lag voor hem.
DEPRESSIE TE BOVEN
Daarvoor laat Koeman nu Oranje in de steek. Onder zijn leiding kwam het Nederlands elftal een zware depressie te boven en bereikte het vorig jaar de finale van de Europese Nations League. Koeman had daarbij de meevaller dat talenten als Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Steven Bergwijn en Donyell Malen ontloken en dat zich bij spelers als Depay, Van Dijk, Wijnaldum en De Vrij een sterke doorgroei manifesteerde.
Ronald Koeman komt de eer toe dat hij voor die mixture aan spelers, vrijwel allemaal actief bij Europese topclubs, een effectieve speelwijze componeerde. Het lukte hem ook na het afzwaaien van de generatie met Robben, Van Persie, Sneijder en Van der Vaart harmonie en passende hiërarchie terug te brengen in Oranje.
EERZUCHT
Tussen spelers en coach groeide zodoende een relatie die de basis bleek voor de herrijzenis van Oranje. Nu de stuurman het schip verlaat, valt niet te verwachten dat er nog spelers opstaan om Koeman tegen te houden. Topspelers begrijpen wel wat Koeman drijft, eerder eerzucht en ambitie dan nog méér euro’s in zijn beleggingsportefeuille.
Ook in de media is ditmaal met opmerkelijk veel begrip gereageerd op de keuze van Koeman. De kritiek op zijn vertrek bij PSV in de herfst van 2007, op dat moment kampioen en koploper, bleef lang nagalmen. ,,Deze trein komt maar eenmaal voorbij”, was het nadien vaak herhaalde excuus van Koeman toen Valencia hem naar Spanje lokte, Het leek voor hem de springplank naar Barcelona, maar een half jaar later al werd hij ontslagen en moest zijn trainerscarrière een nieuwe lift krijgen bij AZ.
RENOVATE ONTREDDERDE SELECTIE
Hoelang Ronald Koeman succesvol mag blijven bij Barcelona staat nu nog in de sterren geschreven. In Catalonië wacht een zware taak, met Alfred Schreuder (ex-Hoffenheim) als assistent; te beginnen met de renovatie van een ontredderde spelersgroep. Ga er maar eens aan beginnen, met zoveel dertigers als Piqué, Jordi Alba, Busquets, Suárez en Messi. De nood is hoog na de blamage in de kwartfinale van de Champions League tegen Bayern München, met zulke vernederende cijfers als 2-8.
Sneller dan maar kon worden vermoed offerde Barcelona daarom coach Quique Sétien als zondebok, een gebaar naar de fans waarin ook de snel aangekondigde komst van een publiekslieveling als Koeman paste. Een delicate opdracht krijgt hij mee, nota bene in een tijdsbestek waarin komend voorjaar een nieuwe president van de club moet worden gekozen. Een verkiezing waarin traditioneel de coach een belangrijke factor is. Snel succes wordt daarom verlangd van Koeman, waarbij het nog maar de vraag is over welke financiële middelen Barcelona beschikt om aan de wensen van Koeman te kunnen voldoen.
OPVOLGING
Bij de scheiding met Koeman ziet de KNVB zich plotseling opgescheept met de vraag welke coach het beste past in de opvolging. Het wemelt intussen van de namen in de media, die elk hun eigen (soms wonderlijke) voorkeuren uitspreken. Het duo Henk ten Cate met Ruud Gullit, Peter Bosz, Louis van Gaal, Frank Rijkaard, Mark van Bommel, Frank de Boer, Phillip Cocu, Clarence Seedorf – het zijn zomaar wat namen die al zijn geopperd, naast buitenlanders als Klinsmann en Wenger.
Vermoedelijk zal Koeman’s eerste assistent Dwight Lodeweges in eerste instantie Oranje als interim-coach gaan leiden, te beginnen met twee wedstrijden in de Nations League (als ze mogen doorgaan).
Als speler was Lodeweges (62) actief bij Go Ahead Eagles in Deventer en in Noord-Amerika bij Edmonton Drillers en Minnesota Strikers. Als trainer diende hij clubs als Cambuur Leeuwarden, Heerenveen, NEC Nijmegen, PEC Zwolle en was hij in 2009 eventjes hoofdcoach bij PSV nadat Huub Stevens was opgestapt.
Het is geen visitekaartje dat aanspreekt bij de fans. Hoelang hij eventueel het vertrouwen van de spelers zal behouden is ook altijd maar de vraag; niet alleen bij Lodeweges, óók voor Ronald Koeman in Barcelona.
- 1 september 2020 - De uitgestoken hand van Van Gaal
De pensionado’s in het Nederlandse voetbal kunnen het niet laten. Dick Advocaat, deze maand 73, is vrolijk aan een nieuw seizoen bij Feyenoord begonnen. Guus Hiddink, bijna 74, heeft een nieuw baantje gevonden als bondscoach van Curaçao, een Nederlands eiland met een kleine 160.000 inwoners in de zuidelijke Caraïbische Zee. En nu wil warempel ook Louis van Gaal (69) terug naar het voetbalveld.
,,Als ze me benaderen, ga ik er serieus over nadenken’’, antwoordde Louis van Gaal zondag op een vraag van de NOS. Hij kwam niet in beeld, een bandopname ontbrak van zijn interesse in de opvolging van de naar Barcelona vertrokken Ronald Koeman als bondscoach. De mededeling alleen al was voldoende om een nationale discussie op gang te brengen. Een eerste opiniepeiling onder radioluisteraars verdeelde de kampen waarna een krappe meerderheid van 52 procent zich voor zijn terugkeer uitsprak.
In de NOS-voetbaltalkshow Studio Voetbal opende oud-international Rafael van der Vaart het debat met een gepeperd standpunt. ,,Ik vind Van Gaal veel te dominant. Met Ronald Koeman was de juiste mix gevonden tussen coach, staf en spelers”, stelde Van der Vaart.
Hij werd aan dezelfde tafel bijgevallen door een andere oud-international, Theo Janssen. ,,Waarom Dwight Lodeweges niet? In de huidige situatie is dat misschien wel de juiste man op de juiste plaats. Een soort Hansi Flick van Bayern München”, zei Janssen over de voormalige eerste assistent van Koeman, die voorlopig de scepter zwaait bij Oranje.
STANDPUNT SPELERS
Op de eerste dag dat ze samen waren voor een nieuwe cyclus in de Nations League bespraken ook spelers en technische staf van Oranje de nieuwe invulling ná Koeman. In wat ze daarover naar buiten brachten, ontbrak een warme steunbetuiging aan de interesse van Louis van Gaal. ,,Wij als spelers willen op dezelfde voet verder. We zijn zeer tevreden met Dwight en de rest van de staf. Wij gaan als spelers en staf open met elkaar om, wij zijn naar elkaar toegegroeid, we hebben samen iets opgebouwd. Wij vonden het belangrijk om de directie van de KNVB te laten weten hoe wij daarover denken”, zei aanvoerder Virgil van Dijk.
Dwight Lodeweges, een nuchtere 62-jarige oosterling, ging zelfs nog verder. Zonder enige remming schetste hij maandag een beeld van de wijze waarop Koeman vanaf begin 2018 met zijn staf heeft samengewerkt; een model dat nogal afwijkt van de werkwijze zoals we die kennen van Van Gaal, die als coach de spelers overal op de huid wilde zitten en op het trainingsveld in woord en gebaar strak de regie voerde.
MANAGER
Lodeweges: ,,Ronald opereerde als een manager. Hij liet al het grondwerk aan ons assistenten over. De tegenstanders bekijken, de trainingen voorbereiden en leiden, een plan voor speelwijze maken. Hij was zelf vooral bezig met het managen van het team. Geweldig zoals hij zijn staf volledig vertrouwde. Tot twee weken voor een volgende interlandperiode durfde hij ons los te laten. Dan kwam hij langs en zei: ‘Wat hebben jullie bedacht aan trainingsvormen, aan de manier waarop we onze tegenstanders moeten aanpakken. Zo maakte Ronald van elke interlandperiode een project.”
Veelzeggend was misschien wel wat Lodeweges daar een tikkeltje cynisch aan toevoegde: ,,Maar als de KNVB nu iemand wil halen die 28 assistenten meeneemt, is dat prima.” Het was een hint, rechtstreeks verwijzend naar Louis van Gaal, die dweept met hem vertrouwde specialisten als de keeperstrainer en de video-analist.
VAN DIJK EN DEPAY
In hun eerste afstandelijke reacties op de avances van Van Gaal hielden de spelers persoonlijke ervaringen nog onbesproken, naar buiten toe althans. Niet vergeten mag worden dat Van Gaal in de periode dat hij voor Oranje de weg plaveide naar de derde plaats op het WK van 2014, stelselmatig de roep om Virgil van Dijk negeerde. Hij vond Van Dijk, destijds spelend voor Celtic, te log, niet wendbaar genoeg bij verdedigende acties. Op het WK inspireerde Van Gaal Memphis Depay zodanig dat een jaar later een transfer naar Manchester United, naar Van Gaal volgde. Maar in Engeland draaide hun samenwerking op een mislukking uit.
De eerste vraag die zich nu aandient is of én hoe de KNVB ingaat op de uitgestoken hand van Louis van Gaal. Daarbij zal ook bekeken moeten worden welke andere gegadigden beschikbaar zijn. De spelers dringen bij de directie aan op snel uitsluitsel. Aan welk tijdpad ze daarbij denken is niet duidelijk. Tot en met Euro 2021, of moet het WK van eind 2022 het doel van de nieuwe bondscoach worden?
KREDIET
In de publieke opinie mist Dwight Lodeweges het krediet dat een bondscoach nodigt heeft, zodra de resultaten, al dan niet incidenteel, tegenvallen. In zijn lange carrière als speler, als verdediger, was hij nooit actief voor een topclub. Go Ahead Eagles, de club in Deventer, de stad waar hij opgroeide, bleef hij lang trouw, onderbroken door wat jaartjes in Canada (zijn geboorteland) en de Verenigde Staten. PSV was de enige ‘grote’ club die Lodeweges coachte; vier maanden in 2009, als kortstondig opvolger van Huub Stevens, in een seizoen dat voor de Eindhovense club op de vierde plaats eindigde.
In de schaduw van Ronald Koeman heeft Lodeweges zich gemanifesteerd als een kundige trainer; in de beoordeling en benadering van spelers, in de voorbereiding van trainingen, op het veld en tussen de spelers. Tegenover de buitenwacht hoefde hij zich nooit te verantwoorden. Zijn eerste presentatie, maandag in Zeist, ging hem goed af, maar de rol die Lodeweges vanaf begin 2018 vervulde ziet er heel anders uit dan wat van een hoofdcoach van Oranje wordt verwacht. Niemand die dat beter beseft dan Dwight Lodeweges himself.
Interessant wordt daarom nu de vraag met welk type boegbeeld Oranje volgens Dwight Lodeweges het best verder kan opereren; zonder de harmonie aan te tasten, zonder de band tussen staf en spelers te verstoren. Het wordt een delicate keuze. Iets voor een flexibele persoonlijkheid als Ruud Gullit?
- 4 augustus 2020 - Voor AZ is de titelrace nog niet voorbij
De deadline is verstreken. Op 3 augustus sloot de termijn waarop nationale bonden hun clubs bij de UEFA konden aanmelden voor een nieuw seizoen Europees voetbal. Namens Nederland is Ajax aangemeld als de nummer 1 die in aanmerking kan komen voor deelname aan de Champions League. Die beslissing van de KNVB wordt nog steeds aangevochten door AZ, de nummer 2 op de ranglijst van de Eredivisie. Zodra de UEFA de aanmelding van Ajax officieel maakt, schakelt AZ door naar het internationale sportgerechtshof CAS.
Negen doelpunten in het voordeel van Ajax scheelde het slechts toen de competitie in maart werd stilgelegd. In punten stonden Ajax en AZ gelijk. Nog negen wedstrijden moesten beide ploegen spelen, inclusief de inhaalduels FC Utrecht – Ajax en AZ – Feyenoord AZ waarmee de complete ranglijst weer in evenwicht gebracht moest worden.
Uitwedstrijden bij FC Utrecht zorgen vaak voor schrik bij Ajax. Een week voordat er een streep ging door het coronaseizoen 2019-20 werd Ajax met een 2-0 nederlaag bij FC Utrecht nog uitgeschakeld in het toernooi om de KNVB-beker. ,,We hadden het gevoel dat we kampioen konden worden, maar we zullen het nooit weten. Er is geen duidelijke regelgeving bij een afgebroken competitie. Een beslissingswedstrijd was beter geweest.”, vertolkt neo-international Calvin Stengs het gevoel binnen de spelersgroep van AZ.
Geduldig wacht AZ voor actie nog het moment af waarop Ajax door de UEFA formeel wordt opgenomen op de deelnemerslijst voor de Champions League. Rechtstreekse plaatsing van een Nederlandse ploeg daarin is overigens nog niet zeker. Mocht Napoli of Olympique Lyon de Champions League van 2020 winnen, dan wordt de Nederlandse deelnemer veroordeeld tot kwalificatiewedstrijden.
ROBERT EENHOORN
Het is niet alleen de frustratie van de spelers waardoor de club uit de provincie Noord-Holland zich blijft verzetten tegen de nominatie van Ajax als papieren kampioen. Ook de clubleiding voelt zich gepiepeld door de KNVB. Robert Eenhoorn (52) kent als oud-tophonkballer van New York Yankees en New York Mets in de Amerikaanse Major League de wetten van de topsport. Als directeur van AZ is hij zijn vechtlust niet kwijtgeraakt.
,,We zijn de fase voorbij dat we alles maar moeten accepteren. Ik zit 33 jaar in de topsport en ben speler geweest, coach, technisch directeur en nu algemeen directeur. Ik heb met clubs, bonden en leagues te maken gehad, maar heb nooit meegemaakt dat ik totaal genegeerd werd. De reactie van de KNVB over onze actie richting de UEFA doet AZ daarom niks”, zei Eenhoorn onlangs in Het Parool..
VAN HANEGEM
,,Behoorlijk onbeschoft zoals AZ totaal is genegeerd door de KNVB. Toen de club naar de UEFA stapte om voor zichzelf op te komen, was Gudde (directeur van de KNVB) verbaasd dat hij niet was ingeseind. Als de KNVB stil blijft, dan zoek je het toch hogerop”, schreef oud-international Willem van Hanegem in een column.
Bij zowel de KNVB als de UEFA stuitte AZ op een gesloten loket. Er viel niet te praten over de beslissing om Ajax aan te wijzen voor de Champions League. AZ wijst op de onderlinge resultaten in de duels met Ajax, die beide door de club uit Alkmaar werden gewonnen, vlak voordat corona toesloeg nog met 2-0 in Amsterdam.
‘VERKEERD VOORGELICHT’
,,KNVB-directeur Gudde heeft objectief en aantoonbaar gelogen”, stelt Karim Aachboun, juridisch adviseur van AZ. ,,Gudde heeft de UEFA verkeerd voorgelicht. Eerst is schriftelijk, meermaals, door de KNVB bevestigd dat er geen reglement van toepassing is. Daarna is volgens de KNVB beslist op basis van UEFA-richtlijnen waaronder objectiviteit. Onderling resultaat is objectiever dan doelsaldo, vinden wij. Maar in plaats van die UEFA-richtlijnen te volgen, valt de KNVB terug op doelsaldo, uit artikel 17 van het reglement dat niet van toepassing zou zijn. Dat deugt niet.”
Gudde reageerde geprikkeld op het verzet uit Alkmaar: ,,In alle stukken naar KNVB en UEFA laat deze meneer blijken het niet te begrijpen of willen begrijpen. Wij hebben steeds gezegd dat het moeten beëindigen van de competitie vanwege corona niet is geregeld in de reglementen. Het besluit om voortijdig te moeten stoppen is daarom genomen op grond van artikel 1 lid 6 RWBV (reglement wedstrijden betaald voetbal): het bestuur betaald voetbal beslist in gevallen waarin het reglement niet voorziet.”
Gudde verder: ,,Voor wat betreft de verdeling van Europese tickets schreef de UEFA voor dat deze verdeling gebaseerd moet zijn op de sportieve resultaten in het seizoen 2019-2020. Om hieraan invulling te geven, hebben wij gekeken naar de ranglijst op het moment van stoppen. De regels voor deze ranglijst staan in de reglementen, artikel 17. Kortom, hier is sprake van verschillende besluiten, niet van één besluit.”
SPOEDPROCEDURE
Het wachten is nu op de bekrachtiging van de Ajax-aanwijzing door de UEFA. Het huiswerk is gedaan door AZ. Of de club bij acceptatie van Ajax doorzet met een procedure bij het CAS, moet nog worden afgewacht. Een spoedprocedure hoeft bij het CAS niet veel tijd te vergen. Katy Hogg van het sporttribunaal liet al weten dat een uitspraak in zo’n zaak binnen een paar uur kan volgen. Een gang naar het CAS zal niet alleen spanning veroorzaken bij Ajax en AZ, zeker ook bij de KNVB én de UEFA.
- 28 juli 2020 - De club van Abe, Foppe en Riemer
Weinig clubs kennen zo’n bijzondere geschiedenis, zo’n aparte identiteit als SC Heerenveen. Het is de trots van Friesland, de provincie met eigen tradities en een eigen taal, ook op Google Translate. Zo wordt bijvoorbeeld voor elke thuiswedstrijd van de voetbalclub het Friese volkslied gespeeld en massaal meegezongen. Het is ook een club die herkenbaar is aan illustere voornamen als Abe, Foppe en Riemer, iconen in de nu honderdjarige clubhistorie.
De sympathie voor Heerenveen houdt niet op bij de grenzen van Friesland. De club is nooit kampioen van Nederland geworden, maar de waardering strekt zich uit over het hele land. Deze maand werd uitvoerig stilgestaan bij het jubileum. In tal van programma’s op radio en tv kreeg het honderdjarig bestaan aandacht, en in menig geval kwam daarbij het lijvige jubileumboek volop aandacht, 672 pagina’s dik, vijf kilo zwaar. 100 Jaar SC Heerenveen, een imposante ‘stoeptegel’.
Over SC Heerenveen valt zoveel te vertellen dat het boek moeiteloos gevuld kon worden met kleurrijke verhalen, vanuit het amateur-tijdperk tot de Champions League. Langs een rode draad dribbelt Abe Lenstra door het boek. Ruud van Nistelrooij en Klaas-Jan Huntelaar hebben weliswaar hun eerste Eredivisie-doelpunten voor Heerenveen gemaakt, ze blijven in de schaduw van Abe Lenstra.
IDOOL ABE LENSTRA
Abe Lenstra (1920-1985) was het eerste grote publieksidool in het Nederlandse voetbal. Vier maanden na de oprichting van Heerenveen kwam hij ter wereld in Heerenveen. Zijn interlandcarrière reikte, met ‘slechts’ 47 interlands, van 1940 tot 1959. Pas toen Heerenveen na de invoering van betaald voetbal de zaken niet professioneel genoeg aanpakte, volgens Lenstra, koos hij in 1955 voor Sportclub Enschede, een voorganger van FC Twente. Eerder had Lenstra veel lucratievere aanbiedingen afgeslagen van AC Milan, Fiorentina, Nîmes, Toulouse, Lille, Roubaix, Nice, Bordeaux Arsenal, Huddersfield Town en Rot Weiss Essen.
Van zijn 47 interlands speelde Lenstra er 16 in de halfjaarlijkse derby tegen België. Als hij er niet bij was, lag dat meestal aan een conflict waarin Abe weer eens was verwikkeld. Trouw aan zijn volksaard als Fries ging Lenstra vaak koppig zijn eigen gang en hield hij vast aan eigen opvattingen. Met hem viel niet zomaar te sollen, van rechtsbuiten naar linksbuiten. In het aloude stopperspilsysteem voelde Abe zich op zijn best als binnenspeler, links of rechts, dat maakte hem niet uit. Maar hij pikte het niet als de keuzecommissie van de KNVB, verantwoordelijk voor de opstelling, zijn voorkeur negeerde.
NATIONALE BEKENDHEID
De sympathie van het voetbalpubliek voor hem ging nooit verloren. Lenstra was de eerste sporter die gekozen werd tot sporter van het jaar, twee jaar op rij, in 1951 en 1952. Een nationale Bekendheid. Een voorbeeld: Toen hij in 1948 autopech kreeg, bracht de politie hem naar het Feyenoord-stadion. Daar speelde het Nederlands elftal in een volle Kuip een oefenwedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers, de nummer 5 van Engeland. De 60.000 toeschouwers hadden uitgekeken naar Abe. Op het moment dat Lenstra zeven minuten na de aftrap langs de lijn verscheen, leefde het publiek massaal op. ‘Abe, Abe’ galmde het. Linksbuiten Mick Clavan kreeg een seintje dat hij moest uitvallen waarna het idool bij elke touch van de bal de toeschouwers in vervoering bracht.
Een yell bleek daarmee geboren. Jarenlang nog klonk het door de stadions. Zelfs lang na zijn afscheid bleef ‘Abe, Abe’ schetteren in de stadions, als een protestkreet wanneer het met Oranje weer eens misliep op het veld.
Een officieel afscheid kreeg Lenstra nooit. Geruisloos verdween hij uit Oranje nadat op 38-jarige leeftijd zijn laatste interland gespeeld bleek. Op 4 september 1985 zou hij alsnog worden geëerd, vooraf aan de eerste én enige interland van Oranje ooit gespeeld in Heerenveen. Twee dagen voor de vriendschappelijke interland tegen Bulgarije werd Lenstra, 64 jaar, getroffen door een hersenbloeding, die fataal bleek. Het programmablad kreeg in allerijl een inlegvel met een In Memoriam. De wedstrijd begon met een indrukwekkende minuut stilte. Maar Abe raakte nooit in de vergetelheid.
VAN 1-5 NAAR 6-5 TEGEN AJAX
Heerenveen speelde destijds nog in het oude sportparkje waar het in de jaren veertig en vijftig grote triomfen had beleefd. Negen keer op rij werden de Friezen kampioen van het noorden, van 1941 tot 1950. Maar geen enkele keer lukte het Heerenveen om in de kampioenscompetitie met de andere regionale kampioenen de landstitel te grijpen. Een gedenkwaardig hoogtepunt in die reeks blijft de thuiswedstrijd in 1950 tegen Ajax waarin een achterstand van 1-5 werd omgezet in een overwinning met 6-5: vanzelfsprekend met een hoofdrol voor Abe Lenstra.
Toen Heerenveen begin jaren negentig van de vorige eeuw na een periode in mineur zich weer gesetteld voelde op het hoogste niveau, werd besloten een nieuw stadion te bouwen. Het stadion kreeg de naam van Abe Lenstra en biedt nu plaats aan ruim 27.000 toeschouwers; bijna groot genoeg om alle 32.000 inwoners van Heerenveen te herbergen.
SCHAATSEN
De bouw van een nieuw stadion paste bij de groeiende populariteit van de voetbalclub en het enthousiasme voor sportprestaties in Friesland. Want Heerenveen is ook het epicentrum van internationale schaatswedstrijden, met altijd een vol schaatsstadion als er weer om titels gestreden wordt. De voetbalclub heeft er geen last van.
Friesland is ook de provincie van de Elfstedentocht, een schaatstocht over 200 kilometer natuurijs met een rijke historie, die in 1997 voor het laatst gereden kon worden. De hunkering naar een nieuwe tocht laait elk jaar, bij elk graadje vorst, opnieuw op. Heerenveen maakt geen deel uit van de elf steden waarlangs geschaatst wordt. Het heeft niet eens stadsrechten.
CHAMPIONS LEAGUE
In het nieuwe stadion bereikte Heerenveen, in 2000, wel de groepsfase van de Champions League en speelde het diverse jaren Europees voetbal. De laatste jaren heeft Heerenveen zich internationaal niet meer kunnen doen gelden. Maar de positie in de Eredivisie kwam nooit in gevaar.
De talenten in Friesland liggen niet voor het oprapen, nieuwe Abe’s zijn niet opgestaan. Eerder dan de meeste andere Nederlandse clubs zocht Heerenveen daarom de weg naar Scandinavië en landen als Roemenië. Dankzij het scouting-oog van oud-voorzitter Riemer van der Velde en de langjarige coaching van Foppe de Haan groeide Heerenveen toch uit tot een stabiele subtopper.
De laatste jaren brengt Heerenveen meestal door in de middenmoot. Het Abe Lenstra-stadion vertoont daardoor vaker grote lege plekken. Heerenveen is door de jaren heen zo verwend geraakt, ook met het winnen van de KNVB Beker in 2009, dat teleurstellingen moeilijker worden verdragen. Dat resulteerde in interne ruzies, met het gaan en komen van directeuren, bestuurders en trainers. Zo werd in 2009, nog geen drie maanden na de triomf met de beker, Trond Sollied ontslagen als coach.
FRIESE TRAINER
Sinds vorig jaar heeft Heerenveen met Johnny Jansen een rasechte Fries als trainer aan het stuur staan, iemand die al zijn leven lang aan de club is verbonden. Als voetballer maakte hij geen naam, maar met de clubliefde, sympathie en spontaniteit die Jansen uitstraalt, hoopt Heerenveen nu een streep door het recente verleden te gaan halen. Met Abe, Foppe en Riemer als eeuwige inspiratiebronnen.
- 21 juli 2020 - De Pep van Liverpool
Het succes van Liverpool FC draagt méér Nederlandse sporen dan ‘alleen’ de autoriteit van Virgil van Dijk en de drive van Gini Wijnaldum. Naaste toeverlaat van Jürgen Klopp, langs de lijn én op het trainingsveld, is Pepijn Lijnders, een 37-jarige trainer uit Broekhuizen, een gehucht in het noorden van Nederlands Limburg. In de staf zit ook John Achterberg, al elf jaar keeperstrainer op Melwood, het trainingscentrum van de nieuwe Engelse landskampioen.
Als voetballer is Pepijn Lijnders een onbeschreven blad, als jeugdcoach geschoold en gelouterd bij PSV, FC Porto en Liverpool. Toen beiden in december 2019 een nieuw contract tekenden tot medio 2024 sprak Jürgen Klopp zich lyrisch uit over met name zijn secondant:
,,Pep weet álles over voetbal. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo gepassioneerd en toegewijd is over en aan het spelletje. Hij is in every inch een toptrainer voor de toekomst. In de tussentijd ben ik blij dat hij nog bij ons is. Ik leerde hem pas kennen toen ik bij Liverpool aan de slag ging, maar ik raakte meteen verliefd op zijn besmettelijke commitment en voetbalkennis.”
Zoveel lof uit de mond van Klopp tekende vorig jaar niet alleen de bevlogenheid van de hoofdcoach zelf. Ook nadien heeft de waardering voor zijn assistent er niet onder geleden. Terugkijkend op het succes van dit seizoen, de eerste landstitel in dertig jaar, liet Klopp ook Lijnders ruimhartig delen in de triomf. ,,Ik kan wel een boek over hem schrijven, zo groot is zijn invloed, zoveel soul van Pep zit er in dit elftal.”
VIA PSV EN PORTO
Wat is het geheim van deze voetbaltrainer, die als 19-jarige door een kruisbandblessure bij zijn dorpsclub niet verder kon voetballen? Uit diverse grote interviews op websites en in kranten rijst het beeld op van een trainer die zijn vak beleeft met passie en oog voor details.
Zó bezeten van het spel was Pepijn Lijnders dat een ernstige blessure op jonge leeftijd de liefde niet kon bekoelen. Met zijn opleiding als sportdocent ging hij meteen verder in de jeugdopleiding, eerst bij zijn eigen club in Broekhuizen. De inspiratie daarvoor kwam van Wiel Coerver (1924-2011), eveneens een Limburger die in Nederland naam maakte met zijn gedrevenheid als specialist in het ontwikkelen van technische skills. Het belang daarvan koppelde Lijnders aan de opvattingen van Johan Cruijff. Het bleek de basis voor een internationale loopbaan. Na vijf jaar PSV riep FC Porto hem naar Portugal. Acht jaar lang ontwikkelde Lijnders Portugese talenten.
Zijn leermeester in Porto was Vitor Frade, de inspiratiebron ook voor coaches als Jose Mourinho en André Villas-Boas. In 2015 volgde een nieuwe stap, Liverpool FC. ,,Ik deed de trainerscursus UEFA A in Wales waar Michael Beale van de Liverpool Academy mij polste. Liverpool heeft mij toen gekidnapt. Ik stond op het punt naar de jeugdopleiding van Ajax te gaan toen ik contact kreeg met Liverpool. Dat klonk zo overtuigend, zo indrukwekkend dat ik mijn vrouw heb gebeld dat mijn plannen waren gewijzigd”, vertelt Lijnders op de website van The Athletic.
MENTOR
Bij Liverpool werd Lijnders verantwoordelijk voor de coaching van het team Onder 16. Talenten als Trent Alexander-Arnold en Rhian Brewster bracht hij hier verder, wat al spoedig de aandacht trok van toenmalig Liverpool-manager Brendan Rodgers. Hij raakte onder de indruk van de opvattingen die Lijnders uitdroeg. Of hij voor zijn jeugdspelers als mentor een brug wilde slaan naar de eisen die het eerste elftal stelde, was het verzoek van Rodgers.
Brendan Rodgers heeft er weinig profijt van gehad. In oktober 2015 werd hij ontslagen waarna Jürgen Klopp meteen klaar stond om het over te nemen. Het was het begin van de glorieperiode voor The Reds onder de Duitse coach, aanvankelijk nog zonder nadrukkelijke inbreng van de jeugdcoach uit Nederland.
NAAR NEC NIJMEGEN
In 2018 vond Pepijn Lijnders het tijd om op eigen benen te gaan staan. Zijn vader was ernstig ziek en Lijnders wilde ook wel eens dichter bij huis werken. Hij werd hoofdcoach van NEC Nijmegen, spelend in de Eerste Divisie, op slechts 45 kilometer van het ouderlijk huis. Zijn voetbaltaal viel snel verkeerd in de Nederlandse media. Onbegrijpelijk werden zijn termen genoemd; als een warrige spraakwaterval, een moderne betweter, werd hij afgeschilderd. Toen het NEC nèt niet lukte om promotie naar de Eredivisie af te dwingen, moest Lijnders binnen een jaar opkrassen. Hij was meteen weer welkom in Liverpool.
,,Ik keerde niet terug in mijn oude job. Ik werd de assistent van Jürgen Klopp”, aldus Lijnders. Wat dat inhoudt bij Liverpool FC? Lijnders: ,,Ik ben verantwoordelijk voor het trainingsproces, de voorbereiding van de trainingen en de uitvoering op het veld. Daar hoort de planning bij, de organisatie van het weekprogramma. Ik ontwikkel de trainingsvormen op basis van wat Jürgen Klopp in gedachten heeft voor de volgende wedstrijd. De manier waarop we die willen ingaan, moet ik trainbaar maken.”
KRUISBESTUIVING
In die rol zijn beiden onafscheidelijk geworden. Buiten trainingen en overleg om zoeken ze elkaar op bij hun onderlinge partijtjes padel die ze enkele keren per week op een speciaal aangelegd court op het trainingscomplex spelen. Hun kruisbestuiving leidt tot begrippen die het spel van Liverpool een herkenbaar gezicht hebben gegeven. Lijnders: ,,Intensity is onze identy. We spelen counterpressing, Gegenpressing op zijn Duits. Het is de beste methode om het gevaar van een counter van de tegenstander zo vroeg mogelijk in te dammen. Een voorbeeld waarop we dat op de training er in hameren? Als er bij ons in een trainingspartij wordt gescoord, telt dat pas als alle tien spelers zich op dat moment op de helft van de tegenstander bevinden.”
Pepijn Lijnders zegt de woorden van Jürgen Klopp te lenen als hij in andere bewoordingen uitlegt wat voor team Liverpool wil zijn: ,,Wij willen het team zijn waar niemand tegen wil spelen. Dat vraagt om karakter. Door overal op het veld de tegenstander na balverlies meteen aan te pakken, krijg je karakter in de ploeg.”
DRIE MINUTEN ONDER WATER
Speciale trainingsvormen moeten het karakter versterken. Zo nodigde Jürgen Klopp op een trainingsstage in het Franse Evian de Duitse big wave surfer Sebastian Steudtner uit voor een motivatietraining. Hij liet de spelers zo lang mogelijk onder water zwemmen. De meesten hielden het vijftig seconden vol. Na wat tips over ontstressen en ademhalen lukte het Adam Lallama en Dejan Lovren liefst drie minuten onder te duiken. Zo kweek je karakter, wil Lijnders er maar mee zeggen.
Klopp prijst niet alleen Linders, zijn hele staf wordt door de manager de hemel in geprezen. John Achterberg als keeperstrainer, ook al moest Klopp wel eens het hoofd schudden over Simon Mignolet en Loris Karius. Ook Peter Krawietz (‘The Eye’), de Duitse specialist voor de video-analyses bij Liverpool, geniet het volste vertrouwen van de manager.
Klopp: ,,Ik ben gezegend dat ik zo’n amazing staff heb. Eerlijk gezegd voel ik me de gelukkigste manager ter wereld op dit vlak. Peter en Pep hebben zoveel bijgedragen aan de ontwikkeling van het team en hoewel ik word gezien als het gezicht van de club, is hun input en expertise van onschatbare waarde.”
TWEE JEUGDINTERNATIONALS
Met Pepijn Lijnders, John Achterberg, Virgil van Dijk en Gini Wijnaldum houdt de Nederlandse inbreng niet op bij Liverpool. Tot de selectie behoren ook nog twee 18-jarige jeugdinternationals van Oranje, Ki-Jana Hoever (ex-Ajax) en Sepp van den Berg (ex-PEC Zwolle). Beiden kwamen al in enkele bekerwedstrijden in actie voor de hoofdmacht. Het wachten is nog op het moment dat Pepijn Lijnders hen kan voorbereiden op hun debuut in de Premier League.
- 14 juli 2020 - Wim Suurbier en de truc van MIchels (of Cruijff?)
Gaandeweg sterven ze uit. Met Wim Suurbier is opnieuw een speler uit de succesvolle Nederlandse WK-generatie van 1974 overleden. Eerder dit jaar ging Rob Rensenbrink heen. Suurbier is al de negende speler uit de eerste fase gouden jaren van Ajax (1969-1973), die is overleden – na Johan Cruijff, na Piet Keizer, na Barry Hulshoff, na Velibor Vasovic, na Gerrie Mühren, na Nico Rijnders, na Dick van Dijk, na Gert Bals.
Het zijn namen die weemoed oproepen bij Nederlandse voetballiefhebbers die zich nog herinneren hoe Wim Suurbier als rechtsback over de rechterflank naar voren flitste. Hij debuteerde bij Ajax op 19-jarige leeftijd, nog voordat Johan Cruijff opkwam en Rinus Michels het roer in handen kreeg.
Zeven keer werd Suurbier landskampioen met Ajax, drie keer behoorde hij tot het team dat de Europa Cup voor landskampioenen won. Zestig interlands kreeg Suurbier op zijn naam, hij speelde in twee WK-finales en kwam bij Ajax tot 509 wedstrijden.
Daarna vertrok Suurbier naar het buitenland, waar hij speelde voor Schalke 04, FC Metz, de Los Angeles Aztecs en Tampa Bay Rowdies. De uitloop van een imposante spelerscarrière liet weinig onvergetelijke indrukken na. Eenmaal weg uit Nederland spraken zijn prestaties nauwelijks nog tot de verbeelding.
De neergang kreeg een vervolg in zijn privéleven. Eind april werd Wim Suurbier, eenzaam in zijn appartement, getroffen door een hersenbloeding. Hij herstelde niet meer en overleed zondag 12 juli op 75-jarige leeftijd in het VU Medisch centrum te Amsterdam.
MODERNE VERDEDIGER
In menig In Memoriam in de Nederlandse media overheersen zijn grappen en grollen, zijn drankgedrag en andere escapades. Maar wie Suurbier heeft zien spelen in zijn beste jaren herinnert zich op de eerste plaats een snelle, moderne verdediger. Altijd geconcentreerd, gevreesd bij tegenstanders om zijn rushes langs de lijn, ook al eindigden ze veel te spaarzaam in pasklare voorzetten.
Óók was Wim Suurbier een brute kracht die nooit messcherpe tackles schuwde. Hij kon het zich permitteren in een tijdsgewricht dat scheidsrechters hiervoor te vaak hun ogen sloten. Suurbier was geboren in Eindhoven, in een Amsterdams gezin dat tijdens de oorlogsjaren meer vrijheid in het zuiden had opgezocht. Hij groeide op in Amsterdam met de flair die de hoofdstedelingen eigen is en waarmee hij menig tegenstander imponeerde én intimideerde.
LINKSBUITEN
Hij was geen verdediger van origine. Linksbuiten speelde Suurbier zelfs in een Amsterdams jeugdelftal, als speler van amateurclub Amstel, toen Ajax-jeugdtrainer Janny van der Veen hem ontdekte op 17-jarige leeftijd. Hij ontpopte zich als een veelzijdig voetballer en werd omgeturnd tot verdediger. In die rol drong hij binnen twee jaar door tot het eerste elftal van Ajax.
Met Wim Suurbier kon Rinus Michels op een van de snelste rechtsbacks van Europa vertrouwen. Het was een wapen, zowel aanvallend als verdedigend. Bijzonder was hoe Rinus Michels dat van pas kwam toen Ajax op 24 maart 1971, op weg naar de eerste Europese triomf, de return moest spelen tegen het toen nog gevreesde Celtic. Thuis had Ajax met 3-0 gewonnen, in Glasgow pakte Michels uit met een list waarin een speciale rol voor Suurbier was weggelegd. Het was een tactische noviteit zoals die destijds maar zelden werd toegepast.
ANALYSE VAN CRUIJFF
Vele jaren later keek Johan Cruijff op een rustig moment in Barcelona nog steeds met voldoening terug op die vondst met Suurbier als rechtsbuiten, een tactische zet die bedoeld was om voor Cruijff méér vrijheid te creëren.
In het voorjaar van 1994 kon Cruijff nog haarfijn navertellen hoe dat destijds ging, Als een voorbeeld. Niet omdat er concreet succes mee was geboekt, de wedstrijd ging met 1-0 verloren en Cruijff werd bont en blauw geschopt. Nee, voor Cruijff bevestigde dat trucje hoe je met het uitbuiten van een zwak punt bij de tegenstander je eigen team sterker kunt maken.
Daarom Cruijff nog eens met zijn analyse, hoe hij destijds sprak over de tactische variant met een hoofdrol voor Suurbier, met details alsof niet Michels maar hij de bedenker was geweest, alsof er in 1994 nog lang geen kleine 25 jaar was verstreken sindsdien.
„De beste van Celtic was hun linksback, Tommy Gemmell. Hij had één makke, als hij werd gedekt, dan wist ie ‘t niet meer. Bovendien was hij niet snel. Wat doe je dan? Dan zeg je, oké, ik zet iemand tegen hem die ietsje terugkomt, waardoor de ruimte in zijn rug groter wordt. Dus hebben we onze rechtsback Wim Suurbier die avond als rechtsbuiten opgesteld. We zeiden eigenlijk: Suurbier is heel snel en kom jij, Gemmell, maar eens lekker op een kleiner stuk spelen. En wie komt er drie keer vrij voor de keeper? Juist, Suurbier. Toen ging één van hun middelste spelers achter die linksback spelen. Dat was het geintje. De opzet was om mij vrij te krijgen en dat kon alleen maar op die manier. Het gat achter de linksback groter maken, waardoor die linksmidden er achter ging spelen en mijn ruimte groter werd. Er kwam een gat zo groot als een parkeerplaats. Zo doe ik het bij Barcelona ook wel eens. Het is schaken, maar geen dooie manier van schaken. Dit zijn voor mij de leukste dingen. En ze zijn vooral zo leuk omdat je voor die varianten altijd moet aanvallen.”
NOOIT MEER
Voor zover bekend is de truc met Suurbier nooit meer toegepast, niet bij Ajax, niet bij Oranje. Was het omdat Michels in 1971 Ajax al had verlaten, omdat Suurbier na het WK van 1974 niet meer onder hem zou spelen, omdat hij na de met 1-0 gewonnen WK-kwalificatiewedstrijd tegen België op 26 oktober 1977 nooit meer samen met Cruijff voor Oranje zou uitkomen?
Helaas, we zijn vergeten het tijdig na te vragen bij Wim Suurbier.
- 29 juni 2020 - 'The Last Dance' van Arjen Robben
Wat mogen we nog verwachten van een voetballer van 36, die een jaar weg is uit de competitie, en nu zijn passie niet langer kan bedwingen? ,,Pas op hè, het is nog maar een poging tot een comeback”, waarschuwt Arjen Robben zondagmiddag, op het klassieke voetbaltijdstip van half 3. Niemand wil dat gehoord hebben. De gekte kent geen grenzen.
Elf weken duurt het nog, voordat er in Nederland weer competitievoetbal gespeeld gaat worden. Maar in Groningen lijkt het nieuwe seizoen al begonnen. De terugkeer van Arjen Robben in een shirt van FC Groningen lokt vertegenwoordigers van alle Nederlandse media naar het noorden van het land. De persconferentie komt een uur lang live op tv. Het voorbehoud dat Robben zelf maakt, sneeuwt onder.
Op zaterdagmiddag is de euforie losgebarsten. Plotseling verschijnt tot ieders verrassing op de social media van FC Groningen een filmpje waarop Arjen Robben zijn terugkeer aankondigt. Op de Grote Markt in Groningen worden terrasbezoekers overvallen met dit filmpje op een groot scherm. Televisie-uitzendingen worden onderbroken, zo opzienbarend is het. De opwinding slaat om zich heen, bij serieuze journalisten én bij de media waar sport vooral entertainment is.
In een dag tijd krijgt FC Groningen 1600 bestellingen voor nieuwe seizoenkaarten binnen. De social media noteren 75 miljoen views. In no-time komen er shirtjes met de naam Robben en rugnummer 10, die snel aftrek vinden. ‘The Last Dance’, noemt de clubleiding zijn comeback, alsof Michael Jordan is neergedaald.
PRIKKELS
Met zo’n onthaal maakt trots zich meester van Arjen Robben. Als 18-jarige is hij weggegaan uit Groningen; de wereld in, eerst naar PSV, en dan verder naar Chelsea, naar Real Madrid, naar Bayern München. Tien jaar heeft hij voor Bayern gespeeld, en daarna zijn ze – Arjen, Bernadien en hun drie kinderen – daar nog een jaar blijven wonen, omdat het leven zo goed is in Beieren. Robben heeft kunnen skiën, hij heeft getraind voor de Rotterdam Marathon die door de coronacrisis kwam te vervallen en zo kwamen gaandeweg de prikkels terug.
,,Het is een combinatie van”, legt Arjen Robben uit. ,,We komen terug. Ons nieuwe huis is klaar, onze kinderen gaan hier op school. En toen FC Groningen vroeg of ik de club wilde helpen, kwam het idee op.” Financieel wierp hij geen barrière op. Arjen Robben is geen Johan Cruijff, die in 1981 pas terugkeerde bij Ajax nadat hij een fiks aandeel in de extra entree-opbrengsten had kunnen bedingen.
,,Het waren de gemakkelijkste onderhandelingen in mijn carrière”, zegt Robben. Op 9 mei werd hij gepolst waarna er intensieve trainingen, full speed , volgden onder de hem vertrouwde fitness-coach van Bayern München, op het complex van de club. Er verschenen filmpjes die illustreerden dat zijn oude bezetenheid terug was, hoe serieus hij te werk ging. Niemand dacht aan een comeback. ,,Gelukkig bleef het bij die filmpjes, zonder dat er iets uitlekte. Ik wilde eerst checken hoe ik er voor stond, ik wilde voelen hoe mijn lichaam reageerde.”
PIJNSTILLERS
Hij voelt zich nu fitter, zegt-ie, dan in zijn laatste half jaar bij Bayern München. ,,Die paar wedstrijden die ik toen nog heb gespeeld, mag je wat mij betreft niet eens serieus noemen. We hebben daar nooit bekendheid aan gegeven, maar het laatste half jaar ging het niet meer. Alleen dankzij pijnstillers heb ik nog even mee kunnen spelen.”
Zo mocht hij ook in zijn tiende en laatste seizoen bij Bayern nog meegenieten van een nieuwe landstitel, van een nieuwe bekertriomf. Hij was slechts invaller en kwam in zijn laatste vier wedstrijden niet verder dan 45 minuten. Het hele seizoen bleef voor hem beperkt tot 19 wedstrijden, uitgesmeerd over vier competities, opgeteld niet meer dan 1.005 minuten.
’MAN VAN GLAS’
De tere spieren van Arjen Robben zijn altijd blessuregevoelig geweest. ‘De man van glas’, werd hij daarom genoemd. Nu hij zijn terugkeer heeft aangekondigd, wordt dat wat al te makkelijk vergeten. ,,Ik heb aangegeven dat ik er voor wil gaan, we zien wel of dat gaat lukken. Dat kunnen twee wedstrijden worden, of wie weet wel 34, al lijkt me dat in mijn situatie niet erg waarschijnlijk”, zegt hij zelf. Van het voorbehoud wordt lacherig kennis genomen op de persconferentie. Want het sprookje van Groningen mag niet worden verstoord door pessimistische bespiegelingen.
Groningen hunkert naar een opleving. De tribunes vertoonden steeds meer lege plekken in de voorbije seizoenen. De ‘Trots van het Noorden’, was vervallen tot een grijze meeloper in de Eredivisie. Nu juicht heel voetballend Nederland met FC Groningen mee, want Arjen Robben is altijd populair gebleven. Zijn bijnaam Schwalbekönig is alleen voor Duits gebruik.
LOF WESLEY SNEIJDER
In Arjen Robben waardeert de Nederlandse voetballiefhebber naast kwaliteit ook onvoorwaardelijke inzet en sympathie. Het maniakale waarmee hij sport bedrijft, wekt bewondering. Hij maakte daarmee ook indruk op zijn medespelers. In zijn pas verschenen biografie schetst Wesley Sneijder treffend hoe Arjen Robben zich kon opladen, elke wedstrijd opnieuw.
Uit de biografie van Sneijder:
‘Arjen Robben begon zijn warming-up voor de wedstrijd altijd al in het hotel. Dan stapte hij met die verbeten kop de lift uit, de lobby in. Met die strakke legging aan, en dat superstrakke onderhemd over dat pezige lijf. Ik keek daar stomverbaasd naar. Wat een lichaam. En op en top concentratie. Zo anders dan ik. (…). Arjen voert voor zichzelf juist altijd de spanning op. De aftrap was voor hem de ontlading. Eenmaal in het stadion was hij ook altijd als eerste in de warming-upruimte. Wanneer wij gingen zitten om ons om te kleden, ging hij al tekeer. Dan hoorden we zijn voeten rammelen terwijl hij zichzelf aanmoedigde. Een bonk energie. Altijd de beste willen zijn. Tijdens het Wereldkampioenschap 2014 in Brazilië was hij ook de beste. Beter dan Messi. Beter dan wie ook. Met zijn snelheid als grote wapen, uiteraard. Maar ook zijn traptechniek was een wapen. En zijn scoringsdrift. Zijn eeuwige drive.’
Als Wesley Sneijder een elftal moet opstellen van spelers met wie hij heeft gespeeld, bij Ajax, bij Chelsea, bij Real, bij Bayern, in Oranje, dan staat Robben voor hem op één:
‘Arjen Robben schrijf ik als eerste op. Altijd wanneer we samenspeelden, dwong hij me haast die steekpasses te geven. We waren een twee-eenheid. Hij liep, ik passte. En dan was hij weg. Wat een topper. Robben had absoluut een keer de Gouden Bal verdiend, met uitroepteken. Altijd zo gepassioneerd. Overdreven fanatiek, vond ik soms, een voorbeeldige prof en de beste aanvaller met wie ik heb gespeeld.’
COMEBACKS
De getuigenis van Wesley Sneijder dateert uit de periode dat beiden samen speelden bij Oranje, vanaf 2003 tot de mislukte WK-kwalificatie in 2017. Drie jaar later maakt Arjen Robben zich nu op voor een comeback. De terugkeer van Frank Rijkaard, Phillip Cocu, Dirk Kuijt en Robin van Persie verliep goed. Veel pijnlijker kijken Mark van Bommel, Ibrahim Afellay, John Heitinga, Erwin Koeman, Marc Overmars, Pierre van Hooijdonk terug op de laatste periode bij hun geliefde club.
Arjen Robben beseft heus wat hem nog te wachten kan staan. Hij deinst er niet voor terug. Hij hoeft niet gewaarschuwd te worden, de supporters wel.
- 23 juni 2020 - Oranje mengt zich in racisme-debat
Liefst 1,7 miljoen tv-kijkers in Nederland volgden maandagavond de voetbal-talkshow Veronica Inside . Dat is bijna het drievoudige van het bekijks dat dit programma anders trekt – ook een gemiddelde van dik 600.000 is nog altijd heel veel voor de commerciële zender Veronica. De verhoogde belangstelling volgde maandag op het nationale racisme-debat na de zoveelste banale grap waaraan Veronica Inside een flink deel van de populariteit ontleent.
De omstreden opmerking kwam vorige week uit de mond van Johan Derksen, voormalig hoofdredacteur van het weekblad Voetbal International. Op zijn 71ste is Derksen nog lang niet van het tv-scherm weg te slaan. Recht voor zijn raap veegt hij de vloer aan met alles en iedereen als hem iets niet bevalt. Zijn aandacht daarvoor strekt zich uit over een breed terrein en houdt niet op bij de hoekvlaggen van een voetbalveld.
In dit geval had Derksen, pijnlijk hard als hij gewoon is, de spot gedreven met de zwarte rapper en antiracisme-activist Akwasi Ansah. De wijze waarop hij zich had uitgelaten verdeelde het Nederlandse volk. Aan de ene kant werd Derksen gesteund, vooral omdat het om Zwarte Piet ging. Daartegenover stond veel walging over zo’n ‘grap’, midden in een heftige tijd vol afkeer van racistische uitingen en gedragingen.
BOYCOT INTERNATIONALS
Als collectief keerden ook de internationals van Oranje, Jong Oranje en het Nederlands vrouwenelftal zich fel tegen de uitspraken van Derksen. Ze besloten tevens tot een boycot van het programma en de medewerkers daarvan. ‘Dit is ver over de grens. Niet voor de eerste keer. Niet voor de tweede keer. Keer op keer op keer. Enough is enough!’ , twitterde Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk.
Ook de actie van de spelers ontlokte verdeelde reacties. Zwarte spelers als Van Dijk, Wijnaldum, Depay, maar ook Feyenoorder Leroy Fer kregen grove verwensingen over zich heen. In het programma op maandagavond deed Johan Derksen weinig moeite om de gemoederen te kalmeren. Excuses bleven uit, geen spoortje van verontschuldiging viel te bekennen bij hem. Hij bleef volharden in zijn opvatting dat hij nooit een blad voor de mond neemt, zonder er rekening mee te houden hoe kwetsend zijn opmerkingen kunnen aankomen bij zijn ‘slachtoffers’.
‘KABEL’
Het is niet de eerste keer dat de multiculturele samenstelling van Oranje tot discussie leidt. Tijdens het EK van 1996 in Engeland veroorzaakte irritatie binnen de Surinaamse spelers van Ajax tot zo’n grote verdeeldheid dat Edgar Davids door bondscoach Guus Hiddink naar huis werd gestuurd. ‘Wij zijn kabel’ , noemden de zwarte spelers zich destijds waarmee ze zich als groep afzetten tegen een wit deel van de spelersgroep.
Ook tijdens het WK van 2014 in Brazilië kwamen de tegenstellingen naar buiten, toen doordat alle zwarte spelers gezamenlijk een tweet verstuurden waarop ze als groep poseerden om hun betekenis voor Oranje te onderstrepen. Die actie ontlokte destijds naast begrip veel afkeurende reacties binnen verdeeld Nederland.
BO VAN SPILBEECK
De tv-kijkers van Veronica Inside kijken niet meer op van de harde taal van de heren aan tafel. Die komt heus niet alleen van Derksen. Als Jan Boskamp present is als regelmatige gast, zit ook hij vaak te schuddebuiken. René van der Gijp, vaste tafelgenoot van Derksen, geneerde zich er twee jaar geleden niet voor om met een pruik op de Vlaamse transgender Bo van Spilbeeck belachelijk te maken. Homo’s en allochtone Nederlanders voelen zich regelmatig gepijnigd, ook al zegt Johan Derksen er steeds nadrukkelijk bij: ’Ik ben absoluut geen racist, ik heb helemaal geen hekel aan homo’s.’
Na de ‘act’ rond ’ Bo van Spilbeeck kondigden grote adverteerders van het programma al eens een boycot aan. Die bleek snel vergeten. Vorige week volgde een soortgelijke reactie. Als uitvloeisel daarvan kende de uitzending van afgelopen maandag geen flard reclame. Een substantiële ingreep betekende dat want de wervende boodschappen slokken anders een flink deel van de tijd op.
ERVARING BOUSSATTA
In hoeverre en hoelang de eigenaar van Veronica, mediatycoon John de Mol, genoegen zal nemen met een boycot door de sponsors moet nog worden afgewacht. De geplande uitzending van komende maandag is de laatste in de programmering van dit seizoen. Wie dan mag proberen Johan Derksen en co tot de orde te roepen, is nog niet bekend. Maandag was de zwarte advocate Natacha Harlequin te gast, samen met Dries Boussatta, de eerste international met Marokkaanse roots in Oranje. Boussatta (47), geboren in Amsterdam, speelde voor zowel Marokko als Nederland drie interlands. Hij herinnerde aan wat hem overkwam bij AZ. ,,Daar kreeg ik te horen van Gerard van der Lem, toen die vertrok als trainer, dat Dirk Scheringa, de eigenaar van de club, van alle gekleurde spelers af wilde. Hij haalde liever Scandinaviërs naar AZ. ‘Pas maar op’, zei Van der Lem. Met Henk van Stee kregen we een trainer die goed naar Scheringa luisterde. Bij de eerste de beste wedstrijd zaten alle spelers met een kleurtje op de bank, wel toevallig”, vertelde Boussatta.
DERKSEN OVERWEEGT VERTREK
Natacha Harlequin sprak als advocate op genuanceerde, maar tevens overtuigende toon, en niet zonder de vinger op de zere plekken te leggen. ,,Ik heb in 22 jaar nog nooit zo’n slechte k*tshow gemaakt”, reageerde Derksen dinsdag op de uitzending. ,,Ik ga deze zomer eens goed overdenken of ik de laatste twee jaar van mijn contract wil uitdienen.”
Johan Derksen heeft wel meer te verduren gehad, ook een boycot van internationals. In de eerste dagen van het WK van 1994 in de Verenigde State werd hij geconfronteerd met een boycot van de Nederlandse internationals die gemeenschappelijk besloten niet langer open te staan voor contact met journalisten en fotografen van Voetbal International , waarvan Derksen destijds hoofdredacteur was. De spelers hadden zich geërgerd aan denigrerende kwalificaties, vooral van Derksen, die ze onder meer als ‘grijze muizen’ had betiteld.
MINI- WK
Die affaire waaide snel over. Zoals het wel vaker gaat met boycots van internationals. Op het mini-WK in Uruguay in 1981 las Jan Peters als aanvoerder van Oranje een brief voor aan de verzamelde journalisten waarmee ze te horen kregen dat de spelers niet langer bereid waren tot interviews. Ze waren het beu, al die kritiek op bondscoach Jan Zwartkruis. Een week later nam Zwartkruis zelf ontslag. De internationals begrepen wel dat hij opgelucht was na dat besluit, snel gingen ze over tot de orde va de dag.
Kortstondig was ook de persboycot van Oranje in 2003 na een 6-0 zege in de EK-return op Schotland, uit protest tegen de berichten dat sommige internationals enkele dagen eerder, na de verloren heenwedstrijd, op stap waren geweest.
GEORG KESSLER
Veel langer geleden is het dat Georg Kessler als praatgrage bondscoach de spelers van het Nederlands Elftal een spreekverbod oplegde. Op 16 april 1967 gebeurde dat, na een verloren interland in Antwerpen tegen België (1-0). De treffer kwam van Rinus Israël die de bal na een schot van Wilfried Puis in eigen doel kopte. ,,Op zo’n ogenblik spijt het je dat je een hoofd hebt. En vraag de rest maar aan Bennie Muller”, zei Israël na de wedstrijd.
Met zijn verwijzing naar Bennie Muller doelde hij op de aanvoerder, die als enige van Kessler toestemming had gekregen om de pers te woord te staan. Kessler was tot die zwijgplicht overgegaan omdat zijn aanvallers na voorafgaande wedstrijd, in de DDR (4-3) ferm hadden uitgehaald naar de verdedigers van Oranje. ,,Belachelijk om zo makkelijk corners weg te geven”, had Jan Mulder onder meer gezegd.
SIGNAAL
Ook dat akkefietje vervloog snel daarna. De actuele affaire draagt een zwaardere lading. Niet de boycot van Veronica Inside is daarin belangrijk, wél het signaal dat ook welgestelde topvoetballers niet langer pikken hoezeer onheuse bejegeningen voortwoekeren in de Nederlandse maatschappij..
- 9 juni 2020 - Voetbal als 'exportprduct'
Zonder enig zicht op het moment dat de voetbalstadions open gaan, spreken de Nederlandse supporters hun vertrouwen al uit in de toekomst. Als zoete broodjes gingen in de eerste week van juni de bestellingen voor nieuwe seizoenkaarten over de digitale toonbank.
Ajax noteerde al 30.000 verlengde abonnementen, Feyenoord 16.000, PSV 13.000. Zelfs bij FC Twente lijdt het vertrouwen van de fans niet onder een sterk dalende trend in de prestaties tijdens de eerste maanden van 2020. Met ruim 13.000 seizoenkaarten is het stadion in Enschede al voor de helft gevuld, althans wanneer dat weer mág.
De trouw van de fans is een belangrijke steun in de rug bij de campagne van clubs en bond om meer goodwill en begrip te kweken binnen de maatschappij. Internationals als Memphis Depay en Denzel Dumfries, ja, twee donkere spelers, droegen hun sociale betrokkenheid uit bij demonstraties tegen het racisme. De clubs onderstreepten hun betekenis in een boekwerk van bijna 250 pagina’s, dat de overheid moet overtuigen tot steunverlening.
SOLIDARITEIT
Het aanvankelijke gekissebis tussen de clubs onderling, alle vastgenageld aan eigenbelang, is omgeslagen in solidariteit. Het verzet van clubs die zich misdeeld voelden bij de toewijzing van Europees voetbal, promotie en degradatie, lijkt verdreven. In de strijd om lijfsbehoud kregen de clubs begin mei een nieuwe pleitbezorger: Jan de Jong, voormalig topman van de NOS en daarna anderhalf jaar weinig succesvol als algemeen directeur van Feyenoord.
Jan de Jong (1967) werkte 30 jaar bij de NOS en vond in die periode de weg naar de subsidiepotten van de rijksoverheid en het lobbycircuit van Den Haag. Zolang ook is hij al vertrouwd met het betaald voetbal, aanvankelijk als assistent van voormalig NOS-icoon Kees Jansma, later als onderhandelaar over tv-rechten.
EREDIVISIE CV
Vorige maand dook De Jong plotseling op als de nieuwe directeur van de ECV, de Eredivisie Commanditaire Vennootschap , een overkoepelende organisatie die waakt over de tv-rechten, collectieve sponsoring en marketing van de eredivisieclubs. De ECV was altijd een onzichtbare organisatie en kreeg met De Jong een gezicht. Hij heeft zijn altijd lang hangende haren gekortwiekt en spreekt nu, mede namens de clubs in de Eerste Divisie, ook de niet-voetballiefhebber aan op een manier die begrip moet kweken.
,,Voor de beeldvorming was het niet verstandig om rollebollend over straat te gaan. De clubs hebben elkaar hard nodig om een competitie te kunnen spelen. We hebben blijkbaar tijd nodig gehad om tot dat inzicht te komen. Misery needs company, zeggen ze”, betoogt De Jong.
STADIONBEZOEK
Stokpaardje in de missie van de Nederlandse clubs is de verwijzing naar de grote afhankelijkheid van het bezoek in de stadions. Entreegelden, seizoenkaarten, horeca-inkomsten en merchandising. Deze factoren bepalen voor 60 tot 70 procent de opbrengsten van de clubs, die op jaarbasis op 622 miljoen euro worden getaxeerd.
Wanneer het héle komend seizoen de stadions gesloten zouden blijven voor publiek, betekent dat 331 miljoen aan gederfde inkomsten, zo is begroot. ,,Bij elke speelronde die wél gespeeld kan worden met publiek in de stadions, gaat zo’n 5 tot 7 miljoen per week van het totale tekort af”, aldus De Jong.
Zulke rekensommetjes moeten de overheid duidelijk maken hoeveel anders de situatie in Nederland is ten opzichte van bijvoorbeeld Engeland en Duitsland. Vooral dankzij de afhankelijkheid van tv-inkomsten stemde de overheid elders in met hervatting van de competities. De Jong: ,,Een club als Aston Villa (voorlaatste in de Premier League momenteel) ontvangt 135 miljoen euro per jaar aan tv-rechten. Feyenoord krijgt 7,5 miljoen uit de televisiegelden voor de Eredivisie, verhoudingsgewijs weinig op een begroting van 65 miljoen. De hoogste uitkering is voor Ajax, 10 miljoen, maar nog altijd niet te vergelijken met wat in Engeland en Duitsland wordt betaald.”
Om de nood te lenigen vragen de 34 Nederlandse clubs 140 miljoen als voorlopige steun. De rest van de gederfde inkomsten verwachten de clubs in eigen kring te kunnen dekken, onder meer uit een solidariteitsfonds waarin de topclubs een deel van hun Europese inkomsten storten.
‘EXPORTPRODUCT’
Grote woorden gebruikt De Jong ook om sympathie los te maken voor de positie van het Nederlands voetbal. ,,Het voetbal doet aan nation building en aan sociale verankering. Het voetbal doet iets met Nederland, ons land staat daarom bekend in de hele wereld. Het is een prachtig exportproduct. Als we iets hebben geleerd van de kredietcrisis in 2008, is het dat we toen een deel van de opleiding, bijvoorbeeld in de bouw, zomaar hebben weggegooid. Als je ziet hoeveel talent we telkens op weten te leiden, zou het erg zonde zijn als we dat met het voetbal ook doen.”
As hij over ‘exportproduct’ spreekt, bedoelt De Jong (ongenoemd) vooral het belang dat transferinkomsten vormen in de financiële huishoudingen van Nederlandse clubs. Uit de laatste bekende rapportage van de Nederlandse Beroepsvereniging van Accountants (NBA) kwam naar voren dat slechts twee van de 18 clubs in de Eredivisie in het seizoen 2017/2018 destijds niét afhankelijk waren van transferinkomsten. ,,Voor veel clubs geldt al langere tijd dat het exploitatieresultaat vóór transferopbrengsten negatief is. Dankzij transferopbrengsten wordt het nettoresultaat minder negatief of zelfs (fors) positief”, rapporteerde de NBA.
TRANSFEROPBRENGSTEN
De handel in voetballers zal ook deze zomer wel doorgaan, misschien minder hevig en met minder miljoenen dan vóór corona. Maar hebben we al iets gehoord over de bereidheid van clubs om een deel van de transferopbrengsten af te dragen aan het onderlinge solidariteitsfonds? Met name Ajax staat weer in etalage bij meer vermogende clubs in Europa of China. Donny van de Beek was in de winter al akkoord met Real Madrid, maar nu de Spaanse club aarzelt met afronding, heeft Manchester United zich gemeld in Amsterdam. Maar dan wel met een bod van ‘slechts’ van 40 miljoen, al gauw 10 miljoen minder dan de opbrengst waarop Ajax eerder rekende. Ook de marktprijzen voor Andre Onana en Nicolas Tagliafico dreigen nu te devalueren. Dat is dan ook een gevolg van de coronacrisis.
Veel seizoenkaarthouders laten zich kennelijk niet ontmoedigen daardoor. Ze kijken al uit naar een nieuwe generatie favoriete spelers, een volgende lichting ‘exportproducten’.
- 2 juni 2020 - De schaduw van Kuijt hangt al boven de Kuip
Dick Advocaat heeft zijn schijnbaar onstuitbare opmars met Feyenoord niet mogen voltooien. Dat irriteert hem, want wat lag er nog in het verschiet – negen wedstrijden voor het einde, nog maar zes punten achter Ajax en AZ? De kribbigheid knaagt verder bij de coach die in september 73 wordt, maar zichzelf nog altijd geen tijd gunt om te relaxen. Ook Feyenoord is nauwelijks in staat het ongeduld van Advocaat te temperen, integendeel.
Terwijl nog niet eens vast staat wanneer een nieuwe competitie van stapel kan lopen, heeft Feyenoord nu al laten weten wie medio 2021 de opvolger van Advocaat moet worden: uitgerekend Dick Kuijt, de oud-speler die graag al tijdens de inmiddels beëindigde competitie plaats had genomen in de technische staf. Dat stuitte op een veto van Advocaat, die bij zijn komst eind oktober twee oudere oudgedienden naast zich riep: John de Wolf en Cor Pot. ‘Laten we Kuijt maar zo ver mogelijk van de huidige spelersgroep weghouden’, dicteerde Advocaat naar verluidt binnenskamers.
Opmerkelijk is het daarom dat Advocaat straks een nieuw seizoen ingaat, vermoedelijk ergens in september, terwijl de schaduw van Kuijt al boven de Kuip hangt. Zo mogen althans de uitspraken worden uitgelegd van Feyenoords nieuwe technisch directeur Frank Arnesen: ,,Dirk Kuijt is hard bezig het vak te leren en het is de bedoeling dat hij op termijn onze trainer wordt. Die afspraken lagen er al voordat ik hier in januari begon. Maar ik sta daar ook achter. Volgens seizoen zullen we uiteraard met Dick Advocaat over zijn toekomst gaan praten. Als Advocaat in 2021 stopt, heeft Dirk Kuijt zeker een streepje voor.”
CENTRALE ROL ROB JANSEN
Pikant hierbij is dat Dick Advocaat, Cor Pot en Dirk Kuijt alle drie dezelfde belangenbehartiger hebben: Rob Jansen, wel vaker regisseur van grote deals binnen het Nederlandse voetbal. Jansen is bovendien nauw betrokken bij de Dirk Kuyt Foundation waarmee charitatieve doelen worden gesteund. Ook is Rob Jansen zaakwaarnemer van diverse spelers bij Feyenoord.
Met al die petten op vervult Jansen een centrale rol bij veel wat Feyenoord onderneemt. Met name bestuurslid technische zaken Sjaak Troost wekt regelmatig de indruk goed naar hem te luisteren. Of de stappen die Feyenoord zet waardering krijgen, zal – zoals gebruikelijk – in sterke mate afhankelijk zijn van de uitslagen.
Juist daarom is Dick Advocaat dit seizoen uitermate populair geworden. De zegereeks bracht Feyenoord van de twaalfde naar de derde plaats. Bovendien bereikte de Rotterdamse club de bekerfinale, traditioneel gepland in de Kuip, met FC Utrecht als tegenstander. De prestaties worden voor een belangrijk deel aan Advocaat toegeschreven. Hij eiste discipline, organiseerde defensieve zekerheid met duidelijke afspraken en gaf Feyenoord een vaste opstelling. Zo simpel leek het, zonder ingrijpende wijzigingen in de selectie.
JAAP STAM
Gekrenkt voelde Advocaat zich dan ook toen hij vorige week werd geconfronteerd met een interview in het dagblad Trouw waarin zijn voorganger Jaap Stam een deel van de eer opeist. ‘Waren de goede resultaten van Feyenoord onder Advocaat ook een beetje jouw succes’, luidde de vraag aan Stam, die eind oktober al na vier maanden opstapte. ‘Een beetje?! Niet een beetje, hoor. Ik ben vier maanden met de spelers bezig geweest. Voor een volgende trainer is het dan makkelijk om verder te gaan. Een deel van de selectie was nog niet fit. Maar ik heb de tijd niet gekregen’, antwoordde Stam onder meer.
Zo’n reactie pruimt Advocaat niet, ook niet als die komt van een oud-speler op wie hij altijd kon bouwen bij Oranje en PSV. In één zin vertolkte Advocaat zijn boosheid over de opmerkingen van Jaap Stam: ‘Jaap Stam heeft bij Feyenoord één goede beslissing genomen en dat is door op te stappen bij de club’, reageerde Advocaat kort en krachtig.
DIRK KUIJT
Zulke triviale twisten houden Feyenoord bezig in corona-tijd. Zo zal het ook wel gaan als het later tijd wordt voor een nieuwe wisseling van de wacht. De keus voor Dirk Kuijt is, nogal opportunistisch, gebaseerd op diens populariteit. Voor de achterban, supporters én sponsors, was Kuijt de grote held toen Feyenoord in 2017 na 18 jaar weer eens landskampioen werd. Met zijn eeuwige arbeidsethos was de 104-voudige international de inspirator van het succes. Bij zijn daaropvolgende afscheid dwongen Kuijt én Jansen meteen toezeggingen af over terugkeer als hoofdcoach in de Kuip.
Vooruitlopend daarop ging Kuijt ervaring opdoen bij de jeugd van Feyenoord en in de leer op de trainersopleiding van de KNVB. Probleem is evenwel dat hij met zijn werk als jeugdcoach weinig waardering oogst. Zowel de resultaten als zijn houding en toewijding roepen vragen op.
FLIRTS
De kritiek ging zo ver dat Kuijt zijn hengels al uitstak naar andere doelen. Zo werd hij bijvoorbeeld genoemd als kandidaat-trainer van Fenerbahce, een van zijn vroegere clubs, en Southend FC, dat op het derde niveau in Engeland speelt. Ook was Kuijt samen met zijn oud-collega Henrik Larsson en opnieuw Rob Jansen in de race om eigenaar te worden van de Engelse club Wycombe Wanderers (League One).
Al die flirts lijken inmiddels voorbij nu Feyenoord bereid is Kuijt in 2021 aan te stellen als hoofdcoach. Zelfs de complete invulling van de technische staf is al bekend. Naast John de Wolf is daarin plaats voor Alfons Groenendijk en Henrik Larsson, toevallig of niet allemaal cliënten van Rob Jansen.
Die vroegtijdige aankondiging lokte meteen scepsis uit. En ondertussen moet Dick Advocaat maar hopen dat zijn huidige selectie bijeen blijft en dat de gewenste versterkingen haalbaar zijn. Ook de onzekerheden daarover ondermijnen het humeur van Dick Advocaat. Rechtsback Karsdorp (gehuurd van AS Roma) is al weg, de gewenste Bryan Linssen (Vitesse) vindt dat Feyenoord hem te weinig biedt. Bovendien lonken Leroy Fer, het talent Orkun Kökcü en de Argentijnse verdediger Marcos Senesi begerig naar aanbiedingen van buitenlandse clubs.
Zo zal Dick Advocaat nooit rust vinden.
- 26 mei Goodwill gericht op fans en politiek
Eén voor één zetten clubs en spelers in het Nederlands voetbal hun stapjes, ook al wordt er niet gespeeld. Bij de helft van de 18 clubs in de Eredivisie is inmiddels een akkoord bereikt over een tijdelijke verlaging van de spelerssalarissen als gevolg van de corona-crisis. Van de vier hoogst geklasseerde clubs ontbreekt alleen AZ (nog) in deze goodwillactie waarbij de clubs ook een beroep doen op het niet-voetballende deel van het (kantoor)personeel.
De medewerking van de spelers moet ze sympathiek maken bij de supporters die hun abonnement nog moeten verlengen. Maar ondertussen is het eigenbelang in het Nederlandse voetbal nog niet verjaagd door het coronavirus. De bereidheid van de spelers is wel alvast een antwoord op de afkeurende reacties in de politiek op de eerste bedelverzoeken vanuit het voetbal.
Dit seizoen gaat er 96 miljoen verloren, berekende de KNVB eind april, plus nog eens 204 miljoen schade in het volgende seizoen, vooralsnog zonder publiek op de tribunes. Bovenop die 300 miljoen becijferde de voetbalbond nog 60 tot 100 miljoen euro aan misgelopen transferwinsten. Of de KNVB het voetbal tegemoet kon komen, luidde de smeekbede.
Die wanhoopkreet uit de losse pols viel slecht in het regeringscentrum in Den Haag. ,,Ik heb geen zak geld klaarliggen voor het betaald voetbal. Ik heb ook nog geen plan of protocol voor een oplossing vanuit het voetbal zelf gezien”, reageerde minister Van Rijn (Medische Zorg en Sport).
Hij kreeg steun vanuit het parlement. ,,Als je alleen maar aangeeft dat je 400 miljoen schade lijdt zonder een fatsoenlijk plan neer te leggen, dan sta je achteraan in de rij. Dus clubs, KNVB, terug naar de tekentafel”, sprak Klaas Dijkhoff, fractieleider van de grootste politieke partij (de liberale VVD) en seizoenkaarthouder bij PSV.
SOCIAAL AKKOORD
Die boodschappen uit de politiek werden begrepen in het voetbaldomein. Binnen twee weken hamerden werkgevers en werknemers vervolgens een sociaal akkoord in elkaar. Ze waren tot elkaar gekomen op initiatief van nota bene Rob Jansen, een van de invloedrijkste en meest vermogende voetbalmakelaars.
Het pakket omvatte zowel aanbevelingen als bindende afspraken:
Aanbevelingen:
Salarisreductie, voorlopig tot 1 januari 2021, beginnend vanaf 2,5 procent voor jaarsalarissen tot 25.000 euro, oplopend tot maximaal 20 procent.
Aanpassing van collectieve bonussen en restanten van vakantiedagen.
Bindende afspraken:
Aangepaste collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst (cao) tot 30 juni 2023.
Vermindering van het aantal verplichte contractspelers in Eerste Divisie van 16 naar 14 in 2020/2021 en 15 in 2021/2022
Inkomenscriterium voor niet-EU spelers handhaven op 422.000 euro.
UITLEG AAN SPELERS
Nadat de afspraken waren gemaakt, gingen alle clubs met hun spelers in conclaaf. Dat gebeurde met uitleg. PSV zette hiervoor de financieel directeur in die de spelers inzicht gaf in de inkomsten en uitgaven van de clubs en in wat de club nu zoal aan inkomsten misloopt. Dit seizoen betreft dat nog de entreegelden van losse bezoekers en de horeca-inkomsten bij thuiswedstrijden.
Voor het nieuwe seizoen is nog veel onzeker, met name wat betreft sponsorinkomsten en toeschouwersopbrengsten. Met het oog daarop deed PSV een klemmend beroep op de abonnees om trouw te blijven aan de club. De fans kregen arrangementen aangeboden, die door oud-spelers in telefoongesprekken met seizoenkaarthouders werden gepromoot. PSV betrok ook de media in de campagne om begrip te vragen voor de situatie waarin de club is komen te verkeren.
Ook de spelers van Feyenoord werden meegenomen in het huishoudboekje van de club. ,,Dat ook wij als spelers een bijdrage zouden leveren, stond voor ons vanaf het eerste moment vast. De directie heeft ons helder uiteengezet hoe zwaar Feyenoord het op dit moment al heeft en komend seizoen nog krijgt’, verklaarde aanvoerder Steven Berghuis, die te horen kreeg dat Feyenoord de begroting voor volgend seizoen met zo’n 25 miljoen euro terugschroeft.
VERZET TEGEN BESLISSINGEN KNVB
Wie denkt dat met het trots bezongen sociaal akkoord solidariteit tot uitdrukking komt binnen het Nederlandse voetbal, vergist zich. AZ, FC Utrecht, Cambuur Leeuwarden en De Graafschap blijven zich fel verzetten tegen beslissingen die de KNVB nam over promotie, degradatie en toewijzing van Europese tickets.
AZ en FC Utrecht hebben zich beide tot de UEFA gewend met bezwaren. AZ vecht de beslissing aan om Ajax aan te wijzen als deelnemer aan de Champions League. Beide clubs stonden in punten gelijk toen de competitie negen ronden voor het einde werd stilgelegd. Ajax kreeg de voorkeur omdat het doelsaldo acht goals beter is.
AZ beklaagde zich pas deze week bij de UEFA, zo kwam plotseling naar buiten. FC Utrecht deponeerde een lijvig dossier bij de UEFA waarin het wil aantonen op twee fronten te zijn benadeeld. Het stond op de vijfde plaats, met drie punten én één wedstrijd minder dan Willem II, bovendien met een veel gunstiger doelsaldo. Daarnaast had FC Utrecht zich geplaatst voor de finale van het KNVB-bekertoernooi met Feyenoord als tegenstander.
Voor de aanmelding van Nederlandse clubs bij de UEFA hanteerde de KNVB de ranglijst van de onvoltooide competitie. Met hun onbegrip vonden AZ en FC Utrecht geen gehoor in Zwitserland. Beide clubs zijn in eerste instantie terugverwezen naar de nationale bond. Ze willen de moed nog niet opgeven. Zeker in het geval van FC Utrecht lijkt nog een rechtszaak op komst, ook al hebben de supporters van Willem II hun Europese kwalificatie al uitbundig gevierd in Tilburg.
RECHTSZAAK
Bij de rechtbank heeft de KNVB de eerste procedure over het coronaseizoen al achter de rug. In de Eerste Divisie hadden Cambuur Leeuwarden en De Graafschap al zo ruim afstand genomen van de concurrentie dat beide clubs vast rekenden op promotie. Ze hadden hun voorbereidingen al getroffen en investeringen gepleegd, zo betoogden ze in de rechtszaak. Cambuur noemde daar een bedrag van 1,5 miljoen euro aan extra investeringen, gebaseerd op nieuwe spelerscontracten op basis van de Eredivisie. Zonder heldere uitleg hield de KNVB in dit geval vol dat de competitie niet was uitgespeeld en ADO en Haag en RKC Waalwijk daarom niet tot degradatie konden worden veroordeeld.
De rechter zag geen aanleiding om in te grijpen. De reglementen boden de KNVB deze mogelijkheid, oordeelde hij. Dat de peiling onder de clubs over promotie en degradatie een andere uitslag had laten zien, telde niet in de rechtbank. Van de 34 clubs hadden 16 clubs zich voor het doorvoeren van promotie en degradatie uitgesproken, 9 waren er tegen, 9 blanco waaronder alle topclubs uit de Eredivisie die zich hier niet mee wensten in te laten. De KNVB negeerde de peiling omdat het draagvlak niet breed genoeg werd gevonden.
NA DE SLAG BIJ WATERLOO
‘In België zouden ze wel raad geweten hebben die uitslag’, schreef een lezer van het Eindhovens Dagblad in een ingezonden brief. ‘Een meerderheid ‘tegen’ kun je alleen construeren door de blanco’s op te tellen bij de tegenstemmen. Met precies zo’n truc heeft koning Willem I na de slag bij Waterloo het huidige België bij Nederland ingepalmd. De stemming in de volksvertegenwoordiging leverde als uitslag op 32,9 procent voor, 49,6 tegen en 17,5 blanco. Conclusie van de koning: 50,4 procent is niet tegen en accepteert mijn koningschap. Hopelijk kent de KNVB zijn klassieken, want Nederland heeft België uiteindelijk los moeten laten.’
- 19 mei Weerstand opdoen op de leerschool
Weerstand opdoen op de leerschool
Lang voordat FC Barcelona op zijn pad kwam, voetbalde Frenkie de Jong dik anderhalf jaar in de Eerste Divisie, de competitie beneden de Eredivisie , die toen nog Jupiler League heette. Pas in het jaar dat hij 20 werd, maakte De Jong de sprong naar de hoofdmacht. Die leerschool heeft Frenkie de Jong, vorige week 23 geworden, geen kwaad gedaan. Op een lager niveau groeide zijn weerstand, daar kon hij zich verder ontwikkelen, nog zonder last van de druk die van de Johan Cruijff ArenA uitgaat.
Met 46 wedstrijden in de Eerste Divisie voert De Jong een lange rij Ajax-spelers aan die daar de springplank namen. Onder anderen Matthijs de Ligt, Donny van de Beek, André Onana, Noussair Mazraoui, Joël Veltman, Justin Kluivert, Sergiño Dest en David Neres raakten hier gehard, meestal op een vrijdag- of maandagavond. In menig geval speelden ze tientallen wedstrijden in deze omgeving, hier troffen ze tegenstanders met meer fysiek en meer ervaring.
De rol van teams als Jong Ajax in de competitie die tegenwoordig Keuken Kampioen Divisie wordt genoemd, leidt regelmatig tot discussie binnen het Nederlandse voetbal. Voor- en nadelen worden daarin tegen elkaar afgezet. Het zal in België vermoedelijk niet anders zijn als de grotere clubs een etage lager een satelliet-ploeg zouden kunnen stallen.
MERENDEEL VAN ORANJE
Niet alleen bij Ajax, ook bij PSV, AZ en FC Utrecht hebben talenten zich in deze competitie kunnen ontwikkelen. Steven Bergwijn speelde er bijvoorbeeld 31 wedstrijden, Donyell Malen 22. Het weekblad Voetbal International stelde onlangs vast dat het merendeel van de huidige generatie internationals ervaring heeft opgedaan in de Eerste Divisie. Dat gold ook in ruime mate voor de Oranje-klanten Marten de Roon, Quincy Promes, Denzel Dumfries, Kevin Strootman en Wout Weghorst in de periode dat ze uitkwamen voor een club op het tweede niveau. Wout Weghorst (nu Wolfsburg) bijvoorbeeld speelde met FC Emmen liefst 65 wedstrijden in de Eerste Divisie.
Supporters van min of meer gevestigde clubs in deze competitie gruwen vaak van de zogeheten Jong-teams die in het jargon van de KNVB als Beloftenteams te boek staan. Het voortdurende switchen met spelers tussen eerste en tweede elftal brengt het gevaar van competitievervalsing met zich mee. De wisselende uitslagen wijzen dat regelmatig uit. Bovendien houdt de komst van zo’n jongerenelftal het zogeheten uit-vak meestal leeg. Daarentegen lokt Jong Ajax vaak extra toeschouwers, vooral omdat er dan toekomstige talenten kunnen worden bewonderd en van de naam Ajax traditioneel al aantrekkingskracht uitgaat.
IDEE UIT PORTUGAL
Inmiddels staat Jong Ajax al met meer dan 250 competitiewedstrijden in de statistieken. Het debuut dateert van 2013, het idee werd geboren in Portugal. Op studiereis met een aantal eredivisieclubs raakte PSV’s toenmalig technisch directeur Marcel Brands (nu bij Everton werkzaam) onder de indruk van de ervaringen die Benfica, Sporting de Portugal en FC Porto hadden opgedaan met hun talenten.
Terug in Nederland maakte Brands zich sterk voor de inpassing van talententeams van de eredivisieclubs in de Eerste Divisie. Brands kreeg zowel de KNVB als FOX Sports enthousiast. Met eredivisienamen op het affiche speculeerde FOX als tv-rechtenhouder op hogere kijkcijfers op vrijdag en maandag. Met dat idee werden vervolgens de clubs in de Eerste Divisie geconfronteerd. FOX moest de tv-rechten als middel inzetten om de clubs te overtuigen.
START MET TWEE TEAMS
Niet meer dan twee clubs kregen aanvankelijk toelating. Naast Ajax was dat FC Twente, dat toen juist in een financiële crisis verkeerde. Om te kunnen overleven zag FC Twente zich gedwongen het talententeam op te heffen waardoor alsnog plaats vrijkwam voor PSV, de club van animator Marcel Bands. Via kampioenschappen op een lager niveau drongen later ook Jong Utrecht en Jong AZ door tot de Eerste Divisie zodat deze competitie nu naast 16 ‘vaste’ clubs vier Beloftenteams telt.
Pikant hierbij is de afwezigheid van Feyenoord. Bij de start van het project Voetbalpiramide waarin de integratie is verpakt, zag de Rotterdamse club geen voordelen in deze nieuwigheid. Dat besluit heeft Feyenoord moeten bekopen met voortdurende kritiek, vooral als er weer een talent van Ajax, PSV of AZ doorstroomde naar het hoogste voetbalniveau van Nederland. Inmiddels is Feyenoord tot inkeer gekomen en is met een Beloftenteam de inhaalrace ingezet, ook omdat er nieuwe mogelijkheden zijn geschapen voor doorstroming naar de Eerste Divisie.
OOK IN TWEEDE EN DERDE DIVISIE
In totaal tien clubs zagen destijds wel heil voor zo’n Beloftenteam. Als uitvloeisel daarvan spelen Jong Sparta en Jong Volendam nu in de amateursector in de Tweede Divisie en maken Jong ADO en Jong Almere deel uit van de Derde Divisie. Naast FC Twente is ook Vitesse afgehaakt. De club uit Arnhem oordeelde vorig jaar dat de regels te ‘verstikkend’ en ‘onwerkbaar ‘ zijn.
Gedoeld wordt daarmee met name op de mogelijkheden om spelers uit de A-selectie ook in te zetten tijdens competitiewedstrijden in het Beloftenteam . Om tegemoet te komen aan de bezwaren van de andere clubs besloot de KNVB tot aanscherping van de regels.
De clubs met Beloftenteams in de Eerste Divisie moeten zich nu houden aan de volgende voorwaarden:
- Beloftenteams bestaan uit alleen spelers die in het betreffende seizoen 23 jaar of jonger zijn.
- Doelmannen mogen 25 jaar of jonger zijn. Wanneer twee Beloftenteams tegen elkaar spelen geldt er voor doelmannen geen leeftijdsgrens.
- Een speler mag niet meedoen aan een wedstrijd van een Beloftenelftal als hij in hetzelfde speelweekend in de basis is gestart bij het eerste elftal, of minimaal 45 minuten heeft meegedaan in een wedstrijd van het eerste.team
- Er wordt geen dispensatie verleend.
- 12 mei 2020 In de geest van Van Gaal
In de geest van Van Gaal
Als Mark Rutte in de coronacrisis ten einde raad zou raken, kan de Nederlandse premier altijd nog bij Louis van Gaal terecht. En wanneer het Nederlandse Rijkinstituut voor Volksgezondheid (RIVM) geen oplossing meer ziet, bel dan ook maar Louis van Gaal. Voldaan met zichzelf en opnieuw overtuigd van zijn eigen gelijk sprak hij in die geest zondagavond 10 mei het Nederlandse tv-publiek toe.
Van Gaal was naar de talkshow Op1 gekomen voor een propagandapraatje voor zijn eigen biografie, LVG, de trainer en de totale mens . Het is de tweede biografie al na een lijvige band in 2009 waarin carrière en visie waren gebundeld. Bij zijn tv-presentatie draaide het ditmaal even nadrukkelijk uit op een referaat waarin Van Gaal erop hamerde dat de Nederlandse overheid veel strenger moet optreden om de besmetting in te dammen. Aan tafel hoorden VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff en een van de vele Nederlandse topvirologen hem bijna ademloos aan.
,,De mens is van nature zwak. De discipline is niet altijd aanwezig. De mens moet regels krijgen om alles in goede banen te leiden. Daarom moet er opgetreden worden als de regels worden overtreden. Dat kun je niet zomaar bewerkstelligen met de gedachte van vrijheid-blijheid. Die ervaring heb ik als coach”, sprak Van Gaal op vermanende toon.
KIJKCIJFERS
Televisieoptredens van Louis van Gaal zijn nooit saai. Dat vindt hij zelf ook. ,,Als ik in een tv-programma verschijn, lopen de kijkcijfers op tot het dubbele.” Van Gaal geniet van zijn eigen woorden als hij weet dat een groot publiek wil luisteren. In de campagne om zijn nieuwste biografie aan te prijzen ontdekte hij ook de moderne communicatiemiddelen: ,,Normaal laat ik me interviewen in hotel Huis ter Duin in Noordwijk aan Zee. Ik heb nu ontdekt dat facetimen ook heel praktisch is voor een interview. Dat is me goed bevallen.”
In deze tijden van corona verklaart Van Gaal zijn eigen ervaringen als coach met groot gemak van toepassing op de dilemma’s van een premier. ,,Mark Rutte krijgt adviezen van een hoop deskundigen. Dat gold voor mij als coach ook. Maar uiteindelijk moet de coach de knoop doorhakken, net als de premier. Want als het mis loopt, draaien ze de coach de nek om, niet de leden van de staf, niet de adviseurs.”
TOTALE MENS
Louis van Gaal baseert zich, zegt hij, bij zijn coaching en beslissingen op het zogeheten ‘Totale Mens-principe’, een begrip dat hij in der loop der jaren tot handelsmerk heeft uitgebouwd. ,,Daarmee geef ik aan dat het voor mij als coach niet alleen gaat om de technische, tactische en conditionele kwaliteiten van spelers. Je moet spelers ook kennen en beoordelen op hun persoonlijkheidskenmerken. Ieder mens heeft een individuele aanpak nodig, iedere speler heeft eigen voorkeuren. Daarom moet de coach elke speler apart benaderen en leren kennen. Met al die eigenschappen van de spelers bij elkaar moet je tot de optimale samenstelling van het team komen.”
In zijn eerste biografie heeft Van Gaal al die aspecten al uitvoerig belicht. Wat hij in de laatste elf jaar aan ervaringen opdeed bij Bayern München, Oranje en Manchester United is voor deel 2 bedoeld. Na zijn afscheid bij Bayern in 2011, na twee jaar, keek hij uit naar Ajax. Als algemeen directeur droomde hij ervan zijn eigen club naar nieuwe roem te leiden. De macht van Johan Cruijff verhinderde dat.
BLOKKADE CRUIJFF
,,Ik werd gevraagd door de Raad van Commissarissen. Ik zou 3 à 4 ton gaan verdienen. Een schijntje voor mij. Dankzij Johan heb ik mooie andere dingen kunnen doen, met Oranje, met Manchester United. Johan wilde gewoon niet dat ik directeur van Ajax zou worden. ‘Hebben jullie dit wel met Cruijff doorgesproken’, vroeg ik aan de commissarissen. Ze zagen geen probleem, en ik kon ze niet overtuigen dat ze beter eerst met Cruijff hadden kunnen praten.”
Zelfs via een rechtszaak kreeg Cruijff zijn zin, maar uiteindelijk maakte de blokkade voor Van Gaal de weg vrij naar Oranje. De bittere herinneringen aan Cruijff zijn niet verdwenen. Tweede-elftalspeler was Van Gaal destijds in de spelersjaren van Cruijff bij Ajax, maar hij telde niet mee. Ook later bleek er weinig verbondenheid. Van Gaal: ,Ik heb in mijn trainersopleiding stage gelopen bij Ajax in de fase dat Johan de coach was. Johan sprak helemaal niet met mij. Ik sprak wel met Danny Blind die toen nog speler was.”
HOLLANDSE SCHOOL
Inmiddels is het al vier jaar geleden dat het winnen van de FA Cup met Manchester United de laatste klus was van Louis van Gaal (68). Hoewel hij dat zelf nog altijd niet nadrukkelijk wil uitspreken, lijkt zijn actieve loopbaan als leidinggevende in het profvoetbal beëindigd.
Terugkijkend op zijn carrière schaarde Van Gaal zichzelf zondagavond in één rijtje met Rinus Michels en Johan Cruijff. ,,Michels, Cruijff en Van Gaal staan voor de Hollandse School, daar zou je ook Guus Hiddink en Dick Advocaat bij kunnen betrekken, al vind ik dat Hiddink en Advocaat daar niet zo veel aan hebben toegevoegd. Rinus Michels heeft het totale voetbal uitgevonden. Cruijff heeft dat van hem overgenomen en van de spits een valse spits gemaakt. Dat is minder herkend in de voetbalgeschiedenis. Cruijff heeft dat overgehouden aan zijn eigen spelers-carrière. Hij liet zich altijd al terugvallen vanuit de spits om in balbezit te kunnen komen.”
WEINIG GEDULD
Overal waar Louis van Gaal het voor het zeggen had, won hij wel een of meerdere prijzen, als we derde plaats van Oranje op het WK van 2014 ook als zodanig mogen beschouwen. Als coach ontdekte Van Gaal ook waarom hij zichzelf als sportleraar op een basisschool minder geschikt had gevonden ,,Ik heb van nature weinig geduld. Daarom was ik beter geschikt als coach dan als leraar. Als coach kun je prestaties eisen.”
De meeste voldoening uit zijn loopbaan als coach, haalde Van Gaal, zegt hij, bij de meest bescheiden club, AZ waarmee hij in 2009 kampioen van Nederland werd. ,,Bij AZ beleefde ik mijn mooiste periode. Daar waren de voorwaarden geschapen om spelers en begeleiders te laten werken in mijn geest.”
DISCIPLINE
Met een kampioenschap op zak nam Van Gaal in 2009 afscheid van AZ omdat Bayern München wachtte. We zijn daarom nooit te weten gekomen of hij met AZ in staat was geweest op die incidentele titel nog een tweede succes te laten volgen. Van Gaal: ,,Als je eenmaal kampioen bent geworden, komt het gevaar. Dan moet je de energie opbrengen om de discipline te bewaren. Zo werkt het bij een club, zo werkt het in de maatschappij waar we denken dat, nu het aantal besmettingen afneemt de coronacrisis voorbij is. Juist dan moet de coach ervoor zorgen dat het geen vrijheid-blijheid wordt.”
Hij zei het er niet bij, maar de woorden van Louis Gaal hadden veel weg van een boodschap voor premier Mark Rutte.
- 6 mei De bevrijding van Feyenoord
De bevrijding van Feyenoord
Waren het er 200.000 of zelfs 250.000, die menigte die op Hemelvaartsdag 1970 samen kwam in het centrum van Rotterdam om Feyenoord toe te juichen? Zelden nog, misschien wel nooit, hebben we in Nederland zo’n mensenmassa bijeen gezien. De eerste triomf van een Nederlandse club in het Europa Cup-toernooi voor landskampioenen betekende meer dan een historische zege. Méér nog was het een (tijdelijke) verlossing van het verleden, 25 jaar na de bevrijding van Nederland.
Het volksfeest voltrok zich in een stad die nog sporen droeg als de zwaarst gebombardeerde stad van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was evenzeer een afrekening met de verafgoding van Ajax, de rivaal uit Amsterdam die aan het eind van de jaren zestig furore had gemaakt in Europa met klinkende overwinningen op Liverpool en Benfica, maar in 1969 kansloos ten onder was gegaan in de finale tegen AC Milan (4-1).
‘Wat Ajax? Ik hoor jullie alleen maar over Ajax. Houd eens op’, zei Ernst Happel toen hij in 1969 als coach met Feyenoord aan de slag ging. Zijn bluf had de leiding van Feyenoord al overrompeld bij de eerste besprekingen. ‘Hoe zit het met mijn premie als we de Europa Cup winnen’, vroeg Happel toen. ‘Wat? Het is al mooi als we verder komen dan de tweede ronde’, reageerde manager Guus Brox. ‘Niks tweede ronde. Ik kom hier om te winnen’, hield Happel vol.
NAAR ANTWERPEN
De woorden van Ernst Happel bleken welbesteed aan no-nonsense-types als Willem van Hanegem en Rinus Israël. Ze sloegen over op Coen Moulijn, de publiekslieveling die zes jaar eerder mét doelman Eddy Pieters Graafland de eerste Europese successen van Feyenoord had beleefd. Liefst 35.000 voetballiefhebbers volgden toen, op 12 december 1962, de Rotterdamse club naar Antwerpen voor een beslissingswedstrijd in de tweede ronde tegen Vasas Boedapest. Begeleid door toeters en bellen klonk de hele dag het clublied ‘Hand in hand kameraden’ door de Scheldestad.
Met de 1-0 zege van Feyenoord raakte Nederland die dag in de greep van de Europa Cup-koorts. Vijf maanden later kwam het in de halve finale tegen Benfica tot een nieuwe apotheose. Twee schepen vervoerden 1.500 supporters naar Lissabon. Heel Nederland leed mee toen er met 3-1 werd verloren. Een heus Legioen was geboren.
START VOETBAL INTERNATIONAL
Het initiatief om twee schepen te charteren kwam destijds van de voormalige socialistische krant Het Vrije Volk . Het enthousiasme voor de wedstrijd tegen Vasas Boedapest werd door de krant opgevat als een teken van de massale belangstelling voor voetbal. Eerder hadden de Nederlandse voetballiefhebbers weinig te bewonderen gehad. Oranje verloor in die tijd zelfs in de EK-kwalificatie van Luxemburg. Het succes van de actie van Het Vrije Volk was de aanzet tot het starten van een nieuw, gespecialiseerd voetbalweekblad, Voetbal International (VI) , dat in 1965 uit hetzelfde bedrijf voortkwam.
Met VI kreeg het Nederlandse voetbal tevens een medium dat kritiek niet schuwde. Die aanpak werkte prikkelend, spelers en trainers voelden zich uitgedaagd. De rivaliteit tussen Ajax als Feyenoord werd nog scherper. Zo ook in Feyenoords triomfantelijke seizoen 1969-1970.
Onder leiding van Ben Peeters was Feyenoord in 1969 kampioen geworden op een moment dat de komst van Ernst Happel van ADO Den Haag naar de Kuip al vaststond. Onder Happel vlotte het lang niet altijd in de competitie. Er was veel gezeur, vooral over de berichtgeving in de kranten, en de supporters morden regelmatig. Feyenoord liet zich weliswaar niet kloppen door Ajax, het won thuis met 1-0 en speelde in Amsterdam met 3-3 gelijk, maar de Rotterdammers speelden zo vaak gelijk dat ze aan het eind vijf punten achter stonden op Ajax.
SCHORSING VAN HANEGEM
Spraakmakend in die dagen was een schorsing die Willem van Hanegem kreeg opgelegd, vlak voordat Feyenoord tegen Ajax moest spelen. Een officiële waarschuwing voor het trappen van een tegenstander werd beboet met een schorsing voor de drie eerstvolgende wedstrijden plus een boete van 300 gulden, Bijzonder aan de straf was dat deze ook van toepassing werd verklaard op de eerste Europa Cup-wedstrijd in de tweede ronde, uit tegen bekerhouder AC Milan nog wel. De strafcommissie van de KNVB had tot die sanctie besloten omdat ze ook een officiële waarschuwing liet meewegen die Van Hanegem had opgelopen in een interland tegen Bulgarije.
De strafmaat zorgde voor veel ophef. Van Hanegem kondigde aan niet langer voor Oranje uit te komen. Feyenoord reageerde woedend en vervolgens ging zelfs het bestuur van de KNVB in beroep. Dat leidde tot het aftreden van de strafcommissie en een uiteindelijke verzachting van de straf tot 500 gulden boete.
GEDENKWAARDIG TWEELUIK
Van Hanegem kon daarom meespelen in de tweede ronde in Milaan tegen AC Milan op 12 november 1969. Het was deel 1 van een gedenkwaardig tweeluik. In Milaan bleef Feyenoord na een snel opgelopen achterstand de gelijke van AC Milan. Thuis speelde het de Italianen van de mat: 2-0. ‘Een betere wedstrijd hebben we nooit meer gespeeld’, zegt Van Hanegem over dat historische duel.
De overwinning op de bekerhouder bevestigde voor Happel welke mogelijkheden er gloorden voor Feyenoord. Het middenveld met Wim Jansen, Franz Hasil en Willem van Hanegem etaleerde internationale klasse. Achterin vormden de verdedigers Rinus Israël en Theo Laseroms een even ijzersterk als genadeloos koppel. Voorin was Coen Moulijn als linksbuiten een plaag voor elke verdediger en bezat Feyenoord in de Zweed Ove Kindvall een spits met allure.
Na de zege op AC Milan was Feyenoord het aan zijn stand ook verplicht af te rekenen met de volgende tegenstanders, Vorwärts Berlin en Legia Warschau. ‘Dat was zoiets als je auto wassen, een klusje waar je niet onderuit kan, maar je toch netjes moet doen’, zei Coen Moulijn daarover.
APPLAUS IN EINDHOVEN
Zelfbewust en onbevangen leefde Feyenoord vervolgens ook naar de finale toe. Tegenstander Celtic, de Europa Cup-winnaar van 1967, kon de Rotterdammers geen angst inboezemen. Het Feyenoord-legioen had er evenveel vertrouwen in. Met 25.000 man reisden ze naar de finale op 6 mei 1970 in Milaan waar Ove Kindvall drie minuten voor het einde van de verlenging het beslissende gaatje vond: 2-1.
De zege werd bejubeld in heel Nederland. Toen de supporterstrein daags na de finale op de terugreis vanuit Milaan het stadion van PSV in Eindhoven passeerde, was de thuisclub net op weg naar een 3-0 zege op FC Twente. De aandacht daarvoor werd opzij gezet voor een massaal klaterend applaus vanaf de tribunes richting trein, uit waardering voor de prestatie van Feyenoord. Tegelijkertijd liepen in Rotterdam de Coolsingel en Blaak mudvol voor een ode die in deze vorm vijftig jaar lang nooit meer is overtroffen.
- 29 april 2020 Eddy PG en de knieval van Happel
Eddy PG en de knieval van Happel
Terwijl de Nederlandse voetbalgemeenschap verder steggelt over de vragen welke clubs Europa in gaan en wie volgend seizoen in de Eredivisie mogen spelen, overleed dinsdag 28 april Eddy Pieters Graafland. Nee, niet aan corona. Hij stootte zijn hoofd toen het trapje waarop hij stond, plotseling weggleed.
Eddy Pieters Graafland, in Nederland bekend als Eddy PG , was 86 jaar en nog superfit. In het pre-coronatijdperk ging hij drie keer per week naar de sportschool. Consciëntieus hield hij vast aan die gewoonte. Zó gedisciplineerd kenden we hem als keeper van Feyenoord en Oranje.
Toen Ernst Happel in 1969 naar Feyenoord kwam, wilde hij Eddy Pieters Graafland lozen. Hij was al 35 en had bedongen nooit op zaterdag in het tweede elftal te hoeven spelen. Want dan moest-ie zijn twee winkels in sportartikelen runnen. Als reservekeeper gedoogde Happel hem nog wel. Totdat Eddy Treijtel, de nieuwe eerste doelman, blunderde in de topper tegen Ajax (3-3) waarmee de titelkansen goeddeels waren vergooid.
EUROPA CUP-FINALE
Tien dagen voor de finale van het Europa Cup-toernooi voor landskampioenen in 1970 gebeurde dat, Feyenoord – Celtic. Of Eddy Pieters Graafland als inmiddels 36-jarige klaar was om toch maar terug te keren in het doel, zo polste Happel hem. Pieters Graafland keek Happel eens ernstig aan en zei doodleuk dat hij dat eerst toch wel eens goed wilde overwegen.
Thuis trok echtgenote Teddy een bedenkelijke blik. ‘Wat denk je, als jij een fout maakt waardoor de wedstrijd verloren gaat, ben jij de zondebok en merken wij dat in de winkels. Laat ze maar stikken’, hield ze haar man voor.
Eddy’s eerzucht bleek nog niet gesleten op zijn oude dag. Zijn trots was gestreeld. Zó kon hij toch nog revanche nemen, alsnog een antwoord vinden op de grillen van de coach die hem al had afgeschreven. En dus stond Eddy Pieters Graafland enkele dagen later in het doel tegen DOS Utrecht, en keepte hij weer zes dagen verder in de Europa Cup-finale. Dat haar man dan toch was gezwicht voor de aandrang, moest zijn vrouw van journalisten horen…
ÉÉN TEGEN ÉÉN
Niets viel hem in de finale in San Siro te verwijten. Als er al een Celtic-aanvaller door de Rotterdamse linies glipte, pareerde Eddy PG elke doorbraak. ‘In de één-tegen-één-duels heb ik nooit meer een betere keeper gezien dan Eddy’, zei Willem van Hanegem woensdag over zijn overleden ploeggenoot.
Het was de laatste internationale wedstrijd voor Eddy PG , afgesloten als uitblinker bij de eerste Europese triomf (met 2-1) van een Nederlandse club. Waardiger kan een voetballer niet afscheid nemen.
WEG BIJ AJAX
Rechtlijnig had Eddy Pieters Graafland, geboren Amsterdammer, zich twaalf jaar eerder al getoond. Handelsvertegenwoordiger in sportartikelen was hij toen nog. Hij had vrij genomen om met Ajax een toer te maken door Zuid-Afrika. De trip liep zodanig uit de hand dat de afgesproken terugreis een week vertraging opliep. Dat pikte Eddy niet. Hij regelde zelf wel een retourvlucht, want hij móest op tijd terug zijn op zijn werk. ‘En denk je dat Ajax nog geïnformeerd heeft of ik veilig thuis was gekomen? Ben je gek. Toen heb ik meteen besloten nooit meer voor die club te willen spelen…’ Nota bene, de club waar zijn vader nog bestuurslid was geweest.
ELF DERBY’S
Voor het toenmalige recordbedrag van 134.000 gulden (ruim 60.000 euro) verhuisde Eddy Pieters Graafland in 1958 van Ajax naar Feyenoord. Van zijn 47 interlands speelde hij er 43 als Feyenoorder. Elf keer verdedigde hij het doel in de halfjaarlijkse Derby der Lage Landen met België. Het was de tijd waarin Oranje nooit een EK of WK bereikte, maar tegen België overwinningen boekte met scores als 7-2, 9-1, 4-1 en 6-2.
In 1967 maakte Georg Kessler een (voorlopig) einde aan zijn interlandloopbaan. Zonder hem te informeren. De supporters van Feyenoord uitten hun boosheid daarover bij de verkiezing van de Voetballer van het Jaar, georganiseerd door het weekblad Revu. Liefst 14.000 van de 23.000 stemmen gingen naar Eddy PG , bijna 9.000 meer dan de enige andere genomineerde, Johan Cruijff. Een jaar eerder was Pieters Graafland bij dezelfde verkiezing als tweede geëindigd, toen ná het door chronisch knieletsel daarna snel vergleden talent Willy Dullens.
Later in 1967 kwam Georg Kessler nog wel terug op zijn afwijzing van Pieters Graafland, maar na drie interlands kreeg uiteindelijk dan toch Jan van Beveren de terechte voorkeur als keeper van Oranje.
EDDY PG TROFEE
De waardering voor Eddy Pieters Graafland verdween niet daarmee. In een tijd dat de roddelmagazines nog niet wroetten in het liefdesleven van topvoetballers, beschreef het vrouwenweekblad Eva al gedetailleerd hoe Eddy Pieters Graafland zijn vrouw had leren kennen. Zo’n bekende voetballer was hij destijds dat Eva al zó ver ging. En toen in de jaren zeventig ook de NOS een eigen Voetballer van het Jaar ging kiezen, kreeg de prijs daarvoor als naam Eddy PG Trofee.
‘Eddy Pieters Graafland was geen echte keeper, want de meeste die in het doel gaan staan, zijn lichtelijk gestoord. Eddy was een heer, een gentleman. Eddy was ook niet altijd de beste keeper, maar in de finale tegen Celtic was hij op zijn best’, oordeelt Willem van Hanegem nu.
Vijf landtitels won Pieters Graafland, waarvan vier keer met Feyenoord. Strafschoppen stoppen kreeg hij als specialiteit toegedicht. De kunst daarvan stak hij op in de bioscoop. Elke maandagavond ging Eddy PG daarheen om het Polygoon Journaal te kunnen zien. Op de filmbeelden keek hij dan uit naar strafschoppen, van Josef Masopust of van Eusebio, en vooral naar de wijze hoe ze konden worden gestopt. Treffender kon hij zijn toewijding niet verbeelden.
- 15 april 2020 Geld drijft Raiola naar de troon
Geld drijft Raiola naar de troon
Bij gebrek aan actie op de voetbalvelden vult het Nederlandse weekblad Voetbal International (VI) de editie van deze week met de vijftig invloedrijkste Nederlanders in het voetbal. Bovenaan op de ranglijst staat Mino Raiola (52), van origine Italiaan, die op jonge leeftijd met zijn ouders naar Nederland kwam en er opgroeide in de walm van een pizzeria. De keuken vond hij elders, in de spelonken van het internationale voetbal, als gewiekste handelaar in vaak schimmige spelerstransfers.
Wie zijn klantenlijst bekijkt op de website transfermarkt.be zal snel concluderen dat Raiola in het circuit van makelaars tot de absolute mondiale top behoort. In vrijwel elke competitie komt hij binnen bij topclubs die zijn spelers hebben afgenomen. Van Paul Pogba tot Mario Balotelli, van Ibrahimovic tot Haaland. Nederlandse topspelers laten zich ook door hem leiden, met Matthijs de Ligt en Donyell Malen als zijn meest prominente satellieten binnen de selectie van Oranje.
PEILING ONDER EXPERTS
Veelzeggend is het dat met Mino Raiola een spelersmakelaar de meeste stemmen heeft vergaard bij een peiling onder ‘experts in de voetbalwereld’, zoals VI dat noemt. De voorkeur illustreert hoezeer het voetbal in toenemende mate gedreven wordt door de gedachte dat sport business is, bedoeld om geld te verdienen. Geld is een doel geworden, waar het ooit de uitkomst van succes was.
Zijn verkiezing – boven coaches, clubmanagers of bobo’s – roept vragen op over zijn invloed op de sport. Wat bijvoorbeeld heeft Mino Raiola bijgedragen aan de ontwikkeling van talenten uit de Hollandse School, die de kracht van het Nederlands elftal bepalen? Zijn aandeel daarin beperkt zich tot het op jonge leeftijd exporteren van veelbelovende tieners naar financieel vermogender topclubs in het buitenland. Geen enkele rol ook speelde Raiola in de ontwikkeling van clubteams op hun weg naar nationaal of internationaal succes. In dat opzicht vormt zijn keuze een groot contrast met de stemmen die gingen naar de nummers 2 (Ronald Koeman) en 3 (de vier jaar geleden overleden Johan Cruijff).
Raiola onttrekt bovendien jaarlijks enkele tientallen miljoenen aan de internationale bedrijfstak voetbal dank zij de commissiegelden die hij opstrijkt bij transfers van topspelers. De betrokken partijen storen zich daar kennelijk niet aan, spelers en clubs worden er immers zelf ook beter van – als de handel maar blijft draaien.
CHARME OM SPELERS TE PAAIEN
In dat circuit weet Raiola beter de weg dan heel veel anderen. Hij bezit ook de charme om spelers te paaien en hij laat zich gretig adviseren door oud-trainers en ex-spelers die wel ervaring hebben in de praktijk op het veld. Martin Jol bijvoorbeeld, ex-coach van onder meer Tottenham Hotspur , Ajax, Hamburger SV en Fulham, is zijn belangrijkste adviseur.
Hijzelf voetbalde nooit op enig niveau, ook al pocht Raiola wel dat hij als jeugdspeler van Haarlem ooit een testwedstrijd heeft gespeeld voor het Nederlands elftal min 17. De handel in voetbal verleidde hem toen hij onder de vleugels van spelersmakelaar Rob Jansen als ‘tolk’ fungeerde bij de transfer van Dennis Bergkamp en Wim Jonk in 1993 van Ajax naar Inter Milaan.
‘GEEN TAXIBEDRIJF’
Veel spelers adoreren zijn handelwijze. ‘Ik ben géén taxibedrijf. Wie denkt dat ik dat wél doe, onderschat de intelligentie van de speler. Ik sta altijd voor mijn spelers. Dat voelen ze en zien ze’, verklaart hij zijn werkwijze. Gevreesd is Raiola daarom bij clubs, bij andere makelaars die klanten aan hem kwijtraken en óók bij de FIFA. Vorig jaar dacht de FIFA hem te kunnen gijzelen met een schorsing, maar toen Raiola in beroep ging bij het internationaal sportgerechtshof CAS, was hij spoedig van zijn ketens verlost. En zonder dat de handel had stilgelegen.
Het cowboy-imago verhindert hem ook niet om zijn macht uit te breiden. Waar Raiola mogelijkheden ruikt, dringt hij zich op. Zelfs als er aan een speler niets meer te verdienen valt. Zo meldde hij zich in 2017 aan het bed van Abdelhak Nouri, een week nadat de jonge Ajacied door een hartstilstand was getroffen. En zonder dat Nouri onder zijn hoede stond. Warmhartig adviseerde Raiola de familie Nouri om contact te zoeken met een persoonlijke vriend van hem, een neurochirurg in Milaan. Over de kosten hoefden ze zich geen zorgen te maken, zei Raiola. De Italiaanse medicus kwam inderdaad naar Nederland, maar ook hij moest constateren Nouri niet te kunnen helpen.
REAL MADRID
Zo’n geste typeert Mino Raiola. Zo maakt hij zich geliefd bij de topspelers, maar niet bij alle clubs. Het is hem bijvoorbeeld nog nooit gelukt een deal aan te gaan met Real Madrid. Het is zijn doel voor komende zomer, áls er dan nog gehandeld kan worden. ‘Ik wil deze zomer iemand naar Real Madrid brengen’, zei Raiola onlangs.
Als hem dat inderdaad lukt, zal hij nog meer indruk maken op andere topspelers. Zo wint hij steeds meer aan respect, en zo stijgt ook zijn eigen marktwaarde.
- 31 maart 2020
Straks in juli, als het zomer is en het corona-virus goeddeels verjaagd moet zijn, vormt Abdelhak Nouri al drie jaar een gevoelig dossier in de geschiedenis van Ajax. De herinneringen aan zijn veelbelovende acties zullen nooit vervagen, maar steeds nadrukkelijker gaat de juridische nasleep overheersen. Nieuw in deze delicate kwestie is de verschijning van een boek dat nieuwe inzichten biedt, meteen gevolgd door de aankondiging dat Ajax per 1 juli het werkgeverschap formeel zal beëindigen.
De opzegging van het contract vloeit vooruit uit de Nederlandse wetgeving. Peildatum is 31 maart, de dag waarop ook voetbalclubs jaarlijks bij aflopende contracten hun spelers duidelijkheid moeten verschaffen over de toekomst. Zonder formele opzegging zou Ajax gebonden zijn het uit 2015 daterende contract onder dezelfde voorwaarden te verlengen. Dan zou Abdelhak Nouri ook in de komende seizoenen 450.000 euro per jaar blijven verdienen.
De besprekingen, noem het maar harde onderhandelingen, over de afwikkeling van de relatie tussen speler en club lopen al drie jaar. Op aanraden van de inmiddels overleden Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan heeft de familie Nouri daarvoor letselschade-advocaat John Beer ingeschakeld.
MEDISCHE AANPAK
De houding van Ajax in de discussie werd lange tijd grotendeels bepaald door onderhandelaar Rutger Arisz, die inmiddels als operationeel directeur met stille trom is vertrokken. Edwin van der Sar, de algemeen directeur, beperkte zich al die tijd tot een grootmoedig excuus voor de medische aanpak van Ajax. Over de consequenties daarvan liet de gerespecteerde oud-keeper zich nooit uit.
De afstandelijke betrokkenheid van Van der Sar pijnigt de familie Nouri. Erger nog vinden de Nouri’s het dat Van der Sar bij besprekingen over een vergoeding uitriep dat ‘voorkomen moet worden dat Ajax gouden kranen gaat betalen’ in een aangepaste woning voor Abdelhak Nouri. Én, dat Ajax in de juridische stukken zelfs durft te stellen dat nooit bewezen kan worden dat Appie ooit wel die geweldige topvoetballer zou zijn geworden, die velen in hem zagen.
LICHT BEWUSTZIJN
De voetballer, die op 2 april 23 jaar wordt, bezit inmiddels een speciale woning, vlakbij het ouderlijk huis in Amsterdam-West. Familieleden verzorgen hem dag en nacht. Sinds Nouri op 8 juli 2017 tijdens een oefenwedstrijd in Oostenrijk werd getroffen door een hartstilstand met blijvend hersenletsel is zijn toestand gaandeweg enigszins verbeterd. Een staat van licht bewustzijn, wordt dat nu genoemd. Hij ligt het grootste deel van de dag op bed, op andere momenten zit hij in een rolstoel.
,,Hij ligt niet in coma. Hij slaapt, eet, fronst en boert maar is erg afhankelijk. Communiceren beperkt zich tot het optrekken van wenkbrauwen, bijvoorbeeld als hij meekijkt bij een voetbalwedstrijd op tv”, vertelde zijn broer Abderrahim vorige week in het tv-programma De Wereld Draait Door. Het was een emotionele uitzending waarin Donny van de Beek, Frenkie de Jong en Steven Bergwijn gevoelvol over hun vriend spraken.
KEUZE VOOR BARCELONA
In het boek beleven ze alle drie opnieuw hoe ze op 8 juli 2017 met het lot van Abdelhak Nouri werden geconfronteerd, en hoe ze daarna met hem omgingen. Frenkie de Jong bijvoorbeeld: ,,Ik was ‘n keer bij Appie op bezoek toen zijn moeder er ook was. Ik had op dat moment nog niet gekozen voor Barcelona, er waren nog andere clubs in beeld (Paris Saint Germain onder meer, HM). Op een bepaald moment vroeg zijn broer aan Appie: naar welke club moet Frenkie gaan, Barcelona?’ Toen knikte hij naar zijn moeder.”
Abdelhak Nouri adviseerde hem destijds ook voor Ajax te kiezen, en niét voor PSV, vertelde Frenkie de Jong in de tv-uitzending. Donny van de Beek schetste daarin hoe beiden vanaf de jeugd elkaars beste vrienden zijn. In de weken na het tragische vooral kreeg Donny van de Beek pas een goed gevoel als hij in het bed van Appie kon slapen, op een kamer met diens broer Mo. ‘De hele nacht met Mo praten over wat er geweest is en zo mooi was. Appie was familie, hij was het die altijd stilstond bij kleine dingen, die een grote impact konden hebben op anderen’, beschrijft Khalid Kasem de getuigenis van Donny van de Beek in het boek.
AANKLACHT
Khalid Kasem is een advocaat met Marokkaanse roots die als vertrouwenspersoon en belangenbehartiger dichtbij de familie staat. Het boek draagt de titel Abdelhak Nouti – een onvervulde droom. Kasem beschrijft daarin nauwgezet alle stappen en verwikkelingen rond Abdelhak Nouri die sinds juli 2017gevolgd.
Die reconstructie maakt het boek deels tot een aanklacht aan het adres van Ajax. De halsstarrigheid waarmee de club de besprekingen vertraagt, doet pijnlijk aan. Zo’n grote club, met inmiddels 262 miljoen euro eigen vermogen? Wat verhindert Ajax tot een genereus gebaar, los van wat de verzekering wil? Het is de vraag die blijft hangen in een boek, dat ook ontroerend duidelijk maakt hoe geliefd hij was bij zijn leeftijdsgenoten – als voetballer, vooral ook als mens.
- 17 maart 2020
Wervende wapenspreuken zijn hem al vooruitgesneld. En hoelang de Nederlandse Eredivisie nog moet wachten op Roger Schmidt staat niet eens vast in deze onzekere corona-tijden. Maar het toekomstige spel van PSV onder een nieuwe coach in het nieuwe seizoen wordt nu al geïdealiseerd in veel Nederlandse media.
Vollgas-Fussball – Gegenpressing – Dauerpressing – Umschaltfussball. Het zijn zomaar wat kreten waarmee het voetbal onder Roger Schmidt is getypeerd. ‘Het lijkt wel dat PSV een nieuw wereldwonder in huis heeft gehaald’, reageerde Willem van Hanegem smalend.
De 53-jarige Duitser wordt al met zulke moderne voetbaltermen geassocieerd sinds Ajax in februari 2014 werd weggeblazen door Red Bull Salzburg. Met Sadio Mané als belangrijkste kracht was Red Bull Salzburg in de Europa League onder leiding van Schmidt twee keer veel te sterk voor Ajax, dat toen nog door Frank de Boer werd gecoacht.
Het machtsvertoon van de Oostenrijkse club maakte zoveel indruk in Nederland dat drie jaar later Hans van Breukelen als technisch directeur van de KNVB Schmidt wilde aantrekken als bondscoach van Oranje. Schmidt voelde zich nog te jong, nog niet ervaren genoeg op het hoogste niveau, nog te veel clubcoach. Daarom koos hij na zijn ontslag bij Bayer Leverkusen liever voor een avontuur in China waar jaarlijks 5 miljoen euro netto te verdienen viel bij Sinobo Guoan In Peking.
PRIJZEN
Behoudens de Chinese beker heeft Schmidt ook in China geen tastbare prijzen binnengehaald. Net als bij Bayer Leverkusen werd hij in Peking na ruim anderhalf jaar op straat gezet. In Leverkusen gebeurde dat omdat de resultaten tegenvielen, ook al waren onder Schmidt talenten als Heung-min Son, Julian Brandt en Kai Havertz tot bloei gekomen. In China werd het hem vooral kwalijk genomen dat hij niet langer wilde blijven na afloop van zijn contract eind 2019.
Zijn gedwongen, voortijdige vertrek vorige zomer werd met name door de Chinese fans betreurd. Opmerkelijke beelden zijn bewaard gebleven op YouTube waar te zien is hoe supporters hem massaal en geëmotioneerd uitgeleide doen op de luchthaven van Peking. Ook Schmidt kon zijn tranen niet bedwingen.
‘CLUB VAN NAAM’
Schmidt wilde simpelweg terug naar Europa, waar zijn vrouw in Neuss (bij Düsseldorf) was blijven wonen (op slechts 112 kilometer van Eindhoven!). ‘Hij wilde niet vergeten worden Hij wilde weer bij een club van naam in Europa gaan werken’, vertelt Huub Stevens, ex-trainer van onder meer PSV, in NRC.
In april vorig jaar had Stevens als commissaris technische zaken bij Schalke 04 hem terug willen halen naar de Bundesliga. Té vroeg was dat nog. Sinds hij terug was in Duitsland kwamen geen andere grotere clubs naar buiten met interesse in Schmidt. Totdat Hans van Breukelen in het najaar wel een geslaagde gooi naar hem kon laten doen, nu als commissaris technische zaken van PSV.
MAANDENLANG GEHEIM
In december toonde Schmidt zich geïnteresseerd in PSV. Begin februari bekeek hij de Eindhovense ploeg bij de nederlaag (1-0) in Amsterdam tegen Ajax. Al die tijd bleef de wederzijdse interesse geheim. Pas vorige week ging de kogel door de kerk. Zonder dat Schmidt in Eindhoven kwam toelichten hoe hij PSV weer allure denkt te geven, wat hij aan wil met de huidige spelersgroep met zoveel miskopen. ,,Roger Schmidt wil pas op zijn eerste werkdag naar buiten treden. Dit seizoen wil hij Ernest Faber niet voor de voeten lopen”, licht PSV-woordvoerder Thijs Slegers toe.
Eerder al, in mei, verschijnt er in Duitsland een boek van Roger Schmidt met als titel Trainer. Peter Bosz hoeft niet te wachten daarop. De huidige trainer van Bayer Leverkusen kreeg via het computersysteem van de club al enig inzicht in zijn opvattingen, zo vertelde hij vorige week in het Algemeen Dagblad.
Bosz: ‘Hij werkte hier met een hoop spelers die er nu nog zijn. Hij heeft goed werk geleverd, hoor je. In het computersysteem van de club heb ik een paar trainingen van hem opgezocht en hoe hij het druk zetten trainde. Interessant om te zien. Ik ben gewend dat je dat met het hele elftal doet en dat je dan tegen spelers zegt: je loopt naar voren, maar daar of daar stop je. Bijvoorbeeld tegen je spitsen, die geven druk, maar tot op een halve meter van de verdediger. Bij Schmidt gaat dat anders. Die zegt: je moet blijven dóórlopen. En nooit stoppen. En dan kan het zijn dat jij als spits uitgespeeld wordt door een tegenstander, maar dat is niet erg, want kort achter je staat de volgende golf van ploeggenoten alweer klaar. Op die manier kunnen tegenstanders echt overrompeld raken. Er zijn zeker gelijkenissen met hoe wij spelen, al zie je bij mijn teams meer opbouw van achteruit en meer balbezit.’
4-2-2-2
In cijfers uitgedrukt wordt het systeem-Schmidt als 4-2-2-2 gemodelleerd met als belangrijkste doelstelling de tegenstanders naar de zijkanten te dwingen. ‘Voor PSV wordt dat een cultuuromslag. De laatste jaren zag je daar voornamelijk reactievoetbal vanuit een gesloten defensie’, meende Wim Kieft in zijn wekelijkse column in De Telegraaf.
Net als Van Hanegem nuanceert Kieft de nogal gezwollen verwachtingen. Beiden wijzen op de patronen die Co Adriaanse langer geleden al en Danny Buys recent in de speelwijze van respectievelijk AZ en FC Groningen integreerden. Van Hanegem: ‘Wat is dat toch? Dat we altijd maar menen achter een nieuw wereldwonder aan te moeten lopen. Schmidt is eruit gegooid bij Preußen Münster en Bayer Leverkusen. Wat hij in China heeft gedaan, weet helemaal niemand. Ik vind het allemaal zo vreselijk overdreven. Schmidt heeft vast een speelstijl die mensen aanspreekt. Maar dat gedweep met een trainer die graag wil aanvallen, ik kan er slecht tegen.’
EXPLOSIEF GEDRAG
Niet alleen de door hem gepropageerde speelwijze heeft Schmidt bekendheid gegeven. Ook zijn gedrag tegenover arbitrage én journalisten heeft tot de verbeelding gesproken. In Duitsland zeurde hij zo vaak over de arbitrage dat hij al eens vijf duels werd geschorst. Toen zijn ontslag bij Bayer Leverkusen nabij was, liep hij boos weg van een persconferentie met de woorden: ‘Ik heb het nu vijf keer uitgelegd. Bent u mij aan het provoceren?’
Zulk explosief gedrag maakt duidelijk hoezeer het topvoetbal mensen kan veranderen. Als speler, voornamelijk als semiprof bij SC Verl, deed Schmidt nooit van zich spreken. Met zijn studie werktuigbouwkunde leek voor hem een vrij anonieme baan als ingenieur weggelegd. Alles werd anders en groter voor Roger Schmidt toen hij na trainersbanen bij Delbrücker SV, Preußen Münster en Paderborn door Ralf Rangnick in 2012 naar Red Bull Salzburg werd gehaald.
Het spel van Paderborn had zoveel indruk gemaakt dat Rangnick hem graag op Red Bull Salzburg wilde loslaten. Vanuit diezelfde gedachte hoopt PSV nu op meer spektakel in Eindhoven.
- 9 maart 2020
Met inspirerende filmpjes op de social media wil Memphis Depay de Nederlandse voetballiefhebbers laten geloven dat het tijdig goed komt met hem. In Dubai, in een speciaal ultramodern topsportcentrum, werkt de zwaar geblesseerde aanvaller zich de hele dag door in het zweet. Een Italiaanse specialist, trots op wat hij met al zijn bekende patiënten heeft bereikt, voedt het optimisme met bijna ongeloofwaardige beloftes.
Begin december scheurde Depay de voorste kruisband in zijn linker-kniegewricht, wat volgens de gebruikelijke prognoses tenminste zes tot wellicht negen maanden herstel vergt. Zó lang wil Depay niet wegblijven van het internationale front. Hij is gebrand op Euro 2020 en gelooft rotsvast in de haalbaarheid daarvan. Ronald Koeman bewondert zijn vastberadenheid en opofferingen, maar waagt zich verder aan geen enkele bespiegeling.
De blessure van Depay is een forse streep door de rekening van Oranje. De 26-jarige aanvaller van Olympique Lyon vervult een cruciale rol in de aanvalspatronen van het Nederlands elftal. Hij is daarin de magneet die de bal aanzuigt, hém vrezen de vijandelijke verdedigers het meest. Met die centrale rol voor Depay, nieuw voor hem bij Oranje, kreeg de herrijzenis onder Koeman gestalte.
OOK MALEN EN BERGWIJN
Niet alleen Memphis Depay zorgt wellicht voor een vacature in de aanvalsposities van Oranje voor Euro 2020. Ook de aanvallers Donyell Malen (PSV) en Steven Bergwijn (Tottenham Hotspur) moeten vrezen het EK te missen. Áls ze al op tijd hersteld raken, dan nog blijft het de vraag of de drie spelers fit genoeg zijn én voldoende ritme krijgen voor een EK vanaf 12 juni tot en met mogelijk 12 juli.
De blessuregolf heeft het aanvankelijke optimisme in Nederland stevig gedempt. Donyell Malen (21) baarde in het najaar opzien in Oranje, maar liep half december een zware knieblessure op. Hij onderging een operatie in het Amerikaanse Pittsburgh, in de kliniek waar professor Volker Musahl eerder andere cliënten van Malen’s zaakwaarnemer Mino Raiola opereerde.
Steven Bergwijn (22) maakte dit seizoen als aanvaller zoveel indruk bij zowel Oranje als PSV, dat Tottenham Hotspur hem tijdens de winter-window voor 31 miljoen euro wegkocht uit Eindhoven. Of hij tijdig fit is voor Euro 2020 moet worden afgewacht. De enkelblessure die Bergwijn zaterdag tegen Burnley opliep, schakelt hem volgens Spurs voor langere tijd uit. ‘Een significante verstuiking van de linker-enkel’, luidt de eerste diagnose van Spurs, die door José Mourinho nog eens werd aangedikt met: ‘Dit seizoen reken ik niet meer op hem.’
KANS VOOR ZIRKZEE
Wie eind deze maand in de oefeninterlands tegen Verenigde Staten en Spanje de voorkeur krijgt in de aanval, heeft Koeman nog niet laten doorschemeren. Ná de mogelijke afvallers stonden Ryan Babel (Ajax), Luuk de Jong (Sevilla) en Myron Boadu (AZ) het hoogst genoteerd in de pikorde van Koeman. Voor Calvin Stengs (AZ) gloort een plaats op de vleugel. Maar ook blijven er vragen open staan die in de eerste helft van dit seizoen nog geen antwoord kregen. Bijvoorbeeld: krijgt Wout Weghorst (Wolfsburg) nu wel het volle vertrouwen van Koeman? En ligt er voor Steven Berghuis (Feyenoord), uitgegroeid tot zowat de beste speler van de Eredivisie, intussen een belangrijker rol in het verschiet?
Of komt er met zoveel blessuregevallen in de aanval vanzelf plaats vrij voor Joshua Zirkzee.
Joshua Zirkzee is bij Bayern München de pas 18-jarige vervanger van de voorlopig nog geblesseerde Robert Lewandowski. ‘Ik zag bij Bayern hoe Thomas Müller met hem aan de slag gaat. Hij speelt Zirkzee aan, laat hem echt groeien. Zirkzee verdient al een kans bij Oranje. Ik denk dat het snel zal gaan met hem’, orakelde Willem van Hanegem vorige week in zijn wekelijkse column in het Algemeen Dagblad.
Drie maanden geleden pas debuteerde Zirkzee in zowel de Bundesliga als de Champions League. In zijn eerste twee competitiewedstrijden brak hij in een laat stadium de ban voor Bayern, dat leek te blijven steken op een gelijkspel. Uit tegen Freiburg lukte Zirkzee dat 104 seconden nadat hij was ingevallen; enkele dagen later thuis tegen Wolfsburg na 149 seconden. ‘You need a late winner? Bring on Zirkzee’, twitterde Jérôme Boateng, gevolgd door een andere tweet uit de Bayern-kleedkamer van David Alaba: ‘Santa Zirkzee is in town’.
DEBUUT IN BUITENLAND
Met Joshua Zirkzee ontluikt een nieuw talent uit de Hollandse School in het buitenland. Van de spelers in de huidige Oranje-kern beleefden eerder al Patrick van Aanholt (Crystal Palace) en Nathan Aké (Bournemouth) hun debuut op het hoogste niveau bij een buitenlandse club.
Zirkzee, de 1.93 meter lange zoon van een Nederlandse vader en een Nigeriaanse moeder, doorliep al vrijwel alle Nederlandse jeugdselecties. Hij was al 14 jaar toen ADO Den Haag hem wegplukte bij amateurclub Spartaan ’20 in Rotterdam. Pas op zijn zestiende zag Feyenoord welk talent Zirkzee met zich meedroeg.
Één jaar slechts speelde hij bij Feyenoord. Zowel Everton als Bayern München lonkte. Een stage bij Everton kon hem zelf niet overtuigen. Bij Bayern twijfelden ze nog nadat ze Zirkzee weer eens hadden gezien in de nationale onder 17-ploeg. ‘Laat me drie keer meetrainen en oordeel dan of ik goed genoeg ben’, hield hij de scouts van Bayern voor. Anderhalf jaar later al mocht Zirkzee met het eerste elftal op winterstage in Qatar, een half jaar verder speelde hij mee in een benefietwedstrijd tegen het noodlijdende FC Kaiserslautern.
‘VERTROUWEN IN MEZELF’
Achteraf is Joshua Zirkzee blij met de keuzes die hij heeft gemaakt, en met zijn geloof in zichzelf. ‘Mijn gevoel zei dat ik hiervoor moest gaan, ik vertrouw mezelf en mijn instinct. Ik was niet bang om al vroeg naar het buitenland te vertrekken. Het was eerder een mooie uitdaging, bijvoorbeeld ook om op mezelf wonen’, vertelt Zirkzee op de website voetbalzone.nl. ‘Niemand weet of ik me bij Feyenoord op dezelfde manier had kunnen ontwikkelen. Ik denk het wel, ik heb vertrouwen in mezelf. Feyenoord wilde me graag houden, maar ik koos voor Bayern. Het leven gaat zoals het gaat.’
De trainerswissel Flick voor Kovac versnelde in november 2019 de carrière van Zirkzee bij Bayern München. Hij won snel het vertrouwen van de stakeholders binnen de selectie. ‘Na een tijdje gaat het een gewoonte worden. Ze nemen jonge spelers goed mee, proberen altijd het beste uit je te halen op de training. Daardoor ben ik me redelijk snel thuis gaan voelen bij het eerste’, zegt de jongeling op voetbalzone.nl, als collega van Manfred Neuer, Thomas Müller en al die andere vedetten bij de Duitse club.
LEWANDOWSKI INSPIRATIEBRON
Met name Robert Lewandowski inspireert hem, referend naar de periode dat de Pool nog niet door blessures moest verzaken. Zirkzee daarover in het weekblad Voetbal International: ‘Elke training kijk ik naar hem. Naar zijn loopacties bij voorzetten bijvoorbeeld. Of hoe hij zich laat zakken tussen de linies. Maar ook zijn timing, hoe hij een bal afschermt en meegeeft. En zijn sprints naar de goal, ook heel mooi om te zien.’
De lessen van Lewandowski blijken welbesteed aan Joshua Zirkzee. Het wachten is nog op zijn entree in Oranje, die nu misschien wel sneller komt dan Ronald Koeman had gewild.
- 3 maart 2020
Zonder Play-offs, zonder competitiepunten te halveren, zonder te hunkeren naar een BeNeLiga, krijgt de Eredivisie ook dit seizoen een boeiend verloop. De veronderstelde superioriteit van Ajax is verschrompeld tot een voorsprong van tien doelpunten in het doelsaldo. AZ rechtvaardigt de titelpretenties niet alleen door gelijk op te gaan, elf wedstrijden voor de finish. Imponerender nog was het machtsvertoon van de Noord-Hollandse provincieploeg zondagavond in de Johan Cruijff ArenA waar Ajax met 0-2 er genadig vanaf kwam.
AZ maakt dit seizoen de belofte waar die het al enkele jaren in zich meedraagt. De club uit Alkmaar plukt de vruchten van weloverwogen beleid, moderne jeugdopleiding en slimme scouting. Weinig herinnert nog aan het verleden toen avonturiers als de broers Molenaar en Dirk Scheringa succes boekten met landstitels van 1981 en 2009 die er vermoedelijk nooit waren gekomen zonder de sturende hand van de coaches Georg Kessler en Louis van Gaal.
KENTERING
De hoogste trede bleef de laatste tien jaar onbereikbaar, mede omdat het vaak gepolijste voetbal van AZ in de krachtmetingen met directe concurrenten telkens té kwetsbaar bleek. Dit seizoen laat een kentering zien. Alle vier wedstrijden tegen opponenten uit de top-vier werden gewonnen, zonder tegentreffers, met een doelsaldo van 10-0. Nog open in deze mini-competitie staan voor AZ thuiswedstrijden tegen Feyenoord en PSV.
De volwassenheid van AZ manifesteert zich in de clubleiding die zich in de luwte kan ophouden, én in de groei die de talenten doormaken binnen een team waarin de Noren Fredrik Midtsjø en Jonas Svensson dragende routiniers zijn. Calvin Stengs en Myron Boadu drongen al door tot Oranje. Voor Teun Koopmeiners, Owen Wijndal en wellicht ook doelman Marco Bizot gloort zo’n toekomst. Ze hebben zich allen zo goed ontwikkeld dat AZ zich ook niet uit het veld liet slaan toen in vrijwel de gehele eerste competitiehelft alle thuiswedstrijden op kunstgras in Den Haag moesten worden gespeeld nadat de storm het dak van het stadion had weggeblazen.
REVIVAL FEYENOORD
Even bijzonder is de revival van Feyenoord, dat als nummer drie op zes punten volgt na het 1-1 gelijke spel op Super Sunday bij het enigszins opgeleefde PSV. Daarmee is Feyenoord inmiddels dertien wedstrijden op rij ongeslagen. Tien daarvan werden er gewonnen, lang niet altijd met voetbal dat respect afdwong, maar in de stijgende lijn lijkt de piek nog altijd niet bereikt.
De serie van Feyenoord draagt onmiskenbaar het keurmerk van Dick Advocaat. Eind oktober 2019 werd hij aangesteld als opvolger van Jaap Stam, die al na vier maanden opstapte. Feyenoord stond toen op de twaalfde plaats. Met Advocaat kon de Kuip-club uitschakeling in de Europa League niet meer ontlopen, maar in de competitie ging geen enkele wedstrijd meer verloren terwijl in het bekertoernooi inmiddels de halve finale is bereikt.
‘MODERNE TRAINER’
Dick Advocaat beleeft zichtbaar plezier aan het succes op zijn oude dag. Zijn populariteit is groter dan ooit kon worden vermoed. Feyenoord wilde de coach die in augustus 73 jaar wordt, al in februari strikken, toen nog nadat Giovanni van Bronckhorst had aangekondigd aan het eind van het seizoen te stoppen als coach in Rotterdam. Reacties vanuit de supportersgroeperingen weerhielden Advocaat van het jawoord. ,,Mijn gevoel was niet goed. Bij FC Utrecht zat ik op dat moment niet echt goed in mijn vel en bij Feyenoord kondigden de supporters al acties aan omdat ik te oud zou zijn. Ik kreeg te horen dat ze al spandoeken aan het maken waren om te demonsteren tegen mijn komst. Toen heb ik tegen Rob Jansen, mijn adviseur, gezegd: ‘bel ze maar af’.”
Acht maanden later dacht hij er anders over. Hij was het thuiszitten aan het water in Leidschendam beu; twee keer per week een potje tennis kon hem niet langer voldoening geven. Bij Feyenoord smoort Advocaat nu ook de discussie over de ‘moderne trainer’ waarin hij als zeventigplusser niet zou worden herkend. Het irriteerde hem: ,,Hoe vaak heb ik al niet moeten horen dat ik geen moderne trainer zou zijn. Wie legt mij uit wat een moderne trainer is? Moet ik daarvoor dan met een laptop op mijn schoot zitten? Als coach moet je vooral realistisch zijn.”
NIEUWE STRUCTUUR
Vanuit zijn eigen filosofie, gebaseerd op 35 jaar in het trainersvak, ging Advocaat eind oktober in de Kuip aan de slag. Hij gaf de organisatie in het team een nieuwe structuur, vooral defensie gezien. Hij zeurde niet over blessures bij spelers, die eerder voortdurend hadden lopen klagen over hun pijntjes. In het doel kreeg de talentrijke Justin Bijlow de voorkeur boven international Kenneth Vermeer (34), die toestemming kreeg naar Los Angeles FC in de MLS te vertrekken. Op het middenveld wonnen talent Orkun Kökcü (19) en routinier Leroy Fer (30) zichtbaar aan vertrouwen. Aanvoerder Steven Bergkamp leefde op als de beste van het elftal en de Colombiaan Luis Sinisterra (20) etaleerde plotseling zijn lang goeddeels verborgen gebleven talenten.
In de zegereeks van Feyenoord werd het gelijk spel bij PSV zondag door de Rotterdamse supporters als een zege begroet, als een signaal dat hun club daadwerkelijk weer meetelt. De wijze waarop Feyenoord voor de rust de wedstrijd dicteerde, illustreerde dat. PSV kon weliswaar kort na de hervatting langszij komen, maar naderhand was toch weer Feyenoord het dichtst bij de overwinning.
DICK ADVOCAAT INDEX
De opmars van Feyenoord is zo opvallend dat de NOS in het tv-programma Studio Voetbal wekelijks de Dick Advocaat Index laat zien. Het is een ranglijst opgemaakt vanaf de dertiende competitieronde, vanaf het moment dat Dick Advocaat terugkeerde in de Eredivisie. Met 33 punten uit 13 wedstrijden gaat Feyenoord daarin superieur op kop, vijf punten voor op AZ, met liefst negen punten méér dan Ajax dat dit seizoen al vijf keer heeft verloren.
De cijfers laten Feyenoord-supporters dromen van titelkansen, hoewel de achterstand op Ajax en AZ nog wel zes punten plus een flinke dosis doelpunten bedraagt. Advocaat negeert zulke bespiegelingen. ,,Bij wie zoemt dat dan rond, dat wij nog kans maken op de titel? Bij ons zoemt niets rond. Wij kijken niet verder dan de volgende wedstrijd. Donderdag spelen we in de halve finale thuis tegen NAC. Dat is realistisch Dan weten we waar we staan.”
TINA TURNER
Even terughoudend reageert Advocaat op suggesties dat hij ná dit seizoen er straks nóg een jaar aan vast gaat knopen in de Rotterdamse Kuip. Hij is dik tevreden met Frank Arnesen als technisch directeur aan zijn zijde. Hij loopt er zo goed geluimd rond dat contactverlenging als vanzelfsprekend zal worden ervaren. Persconferenties met Advocaat monden soms uit in hilarische conferences. Dan komt zelfs Tina Turner wel eens ter sprake als de zangeres van wie hij de song Simply the best tot stadiontune bij PSV heeft geïntroduceerd.
Op zulke momenten legt de vaak als saai afgeschilderde Advocaat ook bloot hoezeer een ontspannen humeur op zijn 73ste de basis kan vormen voor een simpele, nuchtere en realistische aanpak als voetbalcoach.
- 25 februari 2020
In een half jaar tijd boekte Ajax dit seizoen al een winst van liefst 53 miljoen euro, voornamelijk omdat de transferopbrengsten van Matthijs de Ligt (naar Juventus) en Kesper Dolberg (Nice) nu pas in de boekhouding konden worden verwerkt. Nieuwe kaskrakers gloren in de tweede helft van dit voetbaljaar. Met Chelsea heeft Ajax al een akkoord bereikt over een afkoopsom van minimaal 40 miljoen euro voor Hakim Ziyech. Zijn ploeggenoten Andre Onana, Donny van de Beek, Sergiño Dest en Nicolas Tagliafico kijken begerig uit naar de volgende klanten in de snoepjeswinkel van Ajax.
De financiële voorspoed van Ajax weerspiegelt zich in een eigen vermogen dat per 31 december 2019 is opgelopen tot 262 miljoen euro. Het zijn ongekend hoge cijfers voor een voetbalclub uit de Lage Landen, maar Johan Cruijff zei het al in 2013: ‘Ik heb een zak geld nog nooit een doelpunt zien maken.’ Op de aanhangers maakt de financieel zo rooskleurige situatie geen indruk; zeker niet als Ajax donderdag killetjes uit de Europa League wordt gekegeld door de vuurvreters van Getafe CF, de Spaanse nummer 4.
Uitschakeling dreigt na de 2-0 nederlaag van vorige week in Getafe, slechts 16 kilometer ten zuiden van Estadio Santiago Bernabéu waar Ajax een jaar geleden nog maar een flonkerende show opvoerde tegen Real Madrid (1-4). Van dat glorieuze Ajax, de oogappel van de Champions League in het vorig seizoen, waren in Getafe alleen nog de schimmen zichtbaar. Of de Nederlandse koploper tot een ommekeer in staat is, mag worden betwijfeld.
DRIE VERLOREN UITWEDSTRIJDEN OP RIJ
Niet alleen de score van 2-0 vormt een flinke handicap. Méér nog speelt de huidige staat Ajax parten. Het verval tekent zich evenzeer af in de Eredivisie. Bij Heracles Almelo verloor Ajax afgelopen zondag zijn derde uitwedstrijd in de competitie op rij. De voorsprong op het eveneens met zichzelf tobbende AZ is gekrompen tot drie punten. Zelfs Feyenoord ruikt bloed nu het met Dick Advocaat als coach al twaalf wedstrijden ongeslagen is, daarin tien keer heeft gewonnen en het gat met Ajax is teruggebracht tot zeven punten.
Hoe wankel Ajax is geworden, etaleerde zondag Cyril Dessers het allerbest. Met een simpel zetje drukte hij diep in de tweede helft Daley Blind opzij, waarna een explosieve knal volgde die ook Andre Onana perplex liet staan. Dessers schoot zichzelf met zijn vijftiende competitiegoal naar de topscorerspositie van de Eredivisie. Ajax scheepte hij op met een complex waarvan de omvang nog moet blijken.
,,Als ons dit overkomt, wordt al gauw gesproken over een crisis, maar vergeten wordt dan dat we hier verliezen door één moment van onachtzaamheid en vooral omdat wij de zelf gecreëerde kansen niet hebben benut”, constateerde coach Erik ten Hag. Maar naast de uitslag lieten ook verloop en vertoon in de wedstrijd nadrukkelijk zien hoezeer Ajax is weggegleden van het niveau in het vorig seizoen.
KNOCK-OUT DREUNT NA
De harde knock-out in de Champions League dreunt na. Ajax leidde op 5 november op Stamford Bridge tegen Chelsea ogenschijnlijk solide met 4-2 toen het na 68 minuten plotseling met negen man kwam te staan na twee dubieuze rode kaarten in één actie. De wedstrijd eindigde bij 4-4 waarna zelfs een zege bij Lille nog niet voldoende bleek voor een vervolg in het elite-toernooi. De daaropvolgende klap, thuis tegen Valencia (0-1) annex uitschakeling, lijkt nog altijd niet verwerkt.
Plotseling was de droom verstoord bij Ziyech, Tadic, Van de Beek, Onana en Promes die allen zo graag verder hadden willen gloriëren tussen de topclubs van Europa. Ajax werd veroordeeld tot wedstrijden in de Eredivisie, soms op kunstgras, tegen opponenten die niet zomaar opzij gingen. Ajax moest ook in Europa de provincie in, de Europa League, met Getafe als eerste tegenstander, een ploeg die zelfs in Spanje gevreesd wordt om zijn taaie, soms ronduit vileine strijdwijze.
AANGETAST
De tikken die Ajax in de Champions League heeft opgelopen lijken zowel het moreel als het fysieke welzijn te hebben aangetast. Het herstel van David Neres (knieblessure) laat maar op zich wachten. Ziyech is aan het tobben met een spierblessure, Promes ook, Daley Blind heeft acht weken rust moeten nemen met een ontstoken hartspier die tot grote ongerustheid in het Amsterdamse kamp leidde.
Bovendien blijkt inmiddels welke sporen het vertrek van Frenkie de Jong (naar Barcelona), Matthijs de Ligt (Juventus) en Lasse Schöne (Genoa) heeft nagelaten. De versnellingen en variaties van De Jong zijn verdwenen, het oog en de ervaring van Schöne worden gemist, weemoed resteert naar de defensieve zekerheid en het leiderschap van De Ligt. Bijna negen maanden na hun vertrek heeft Ten Hag nog altijd geen vaste lijn kunnen aanbrengen in de bezetting van verdediging en middenveld. En als gevolg daarvan, en de blessures, moet ook voortdurend met de aanvalsposities worden gerouleerd.
BOHEMIANS PRAAG
Elk greintje vastigheid is verdwenen bij het Ajax anno 2020. Daardoor heeft het ook aan karakter verloren en ging het vorige week bij Getafe mentaal door de knieën. Tegenstanders die strijden als Getafe kwam Ajax eerder alleen tegen in de gouden jaren onder Michels en Cruijff (het Slowaakse Spartak Trnava) en in de tijd dat de talenten Van Basten, Rijkaard, Ronald Koeman, Vanenburg en De Wit onder Aad de Mos nog aan het rijpen waren. ,,Met types als Rijkaard en Vanenburg win je nooit de oorlog”, waren de memorabele woorden die Aad de Mos in 1984 uitsprak na de genadeloze uitschakeling bij Bohemians Praag.
Getafe CF riep vorige week herinneringen op aan Bohemians Praag. In de Spaanse Primera División staat de club uit de voorstad van Madrid genoteerd met de meeste overtredingen en recordaantallen gele kaarten. Tegen Ajax ging het op diezelfde voet voort, gespekt met provocaties, tijdrekken en voortdurend geklaag bij de scheidsrechter. Het sorteerde in zoverre effect dat de scheidsrechter, de Fransman Ruddy Buquet, drie gele kaarten voldoende vond voor de thuisclub, net zoveel als voor Ajax, en aan het eind niet meer dan vier minuten extra tijd nodig achtte.
ZUIVERE SPEELTIJD
Het eindsignaal viel na opgeteld 42 minuten en 36 seconden zuivere speeltijd. Méér dan de helft van de negentig minuten lag de wedstrijd stil. Alleen op 3 december 2009 werd in het Europese voetbal minder effectieve speeltijd gemeten: 40 minuten en 8 seconden bij Austria Wien tegen Athletic de Bilbao. Het viel niet alleen de scheidsrechter te verwijten dat Getafe – Ajax in een wanstaltige vertoning ontaardde. Ook Ajax liet zich daarin meezuigen, bijvoorbeeld toen Ryan Babel imiteerde hoe zijn tegenstander een stervende zwaan uitbeeldde. Ajax bleek onvoldoende ingesteld op de intimidaties van de tegenstander, die veelal onbestraft zijn gang mocht blijven gaan.
‘Oelewapper, jodokus, koekenbakker’, betitelde tv-analist Marco van Basten in de Studio van Fox Sports de Franse arbiter. Bij Van Basten keerde op dat moment de frustratie terug twee jaren bij de FIFA. Geïrriteerd haakte hij vorig jaar af als technisch adviseur. Van Basten voelde zich onvoldoende gehoord met zijn ideeën over verbeteringen van de spelregels. Met beelden van het verloop van Getafe – Ajax had hij de spelregeldeskundigen binnen FIFA en IFAB misschien wél kunnen overtuigen van het nut van bijvoorbeeld twee keer 35 minuten zuivere speeltijd.
- 18 februari 2020
Het is een wrange samenloop van ongewenste omstandigheden. Op de dag dat Matthijs de Ligt bij Juventus terug moest naar de reservebank (voor hoelang?), overleed zondag 16 februari zijn vertrouwenspersoon, Barry Hulshoff (van 30 september 1946). In welke mate De Ligt bij zijn keuze voor Juventus wél naar Barry Hulshoff heeft geluisterd, is altijd binnenskamers gebleven.
Barry Hulshoff was circa vijftig jaar geleden de vaste voorstopper van Ajax. De functie bestond nog toen de Amsterdamse club tussen 1969 en 1973 vier keer de finale om de Europa Cup voor landskampioenen haalde, én drie keer won. Hij was voorbestemd als centrale verdediger van Oranje voor het WK van 1974, totdat een ernstige knieblessure Rinus Michels tot nieuwe inzichten dwong.
Barry Hulshoff was bovenal een voetballer die in gedrag en taal altijd mens is gebleven. Voor Matthijs de Ligt was hij géén wegwijzer in de jungle waar clubs op zaakwaarnemers botsen. Als zij elkaar spraken, ging het over voetbal, over de keuzes die verdedigers moeten maken, over duelleren en koppen.
‘Barry, ik ben onwijs dankbaar dat ik jou heb leren kennen. Je hebt mij altijd geholpen als mentor, zaakwaarnemer maar vooral als beste vriend’, schreef De Ligt op zijn social media. ‘De dagen en uren dat wij samen over voetbal konden praten en lachen zullen mij altijd bij blijven. Je bent en blijft mijn grootste inspiratie. Ik zal je missen, Bar!’
‘GEEN SLIDING’
Voor de zakelijke transacties heeft Matthijs de Ligt zich verbonden aan de in heel Europa gevreesde Mino Raiola. Op Barry Hulshoff kon hij altijd blijven terugvallen voor wijze raad op het grasveld. ,,Ik slurp alle informatie van hem op”, legde De Ligt wel eens uit. ,,Ik leerde Matthijs dat verdedigen niet alleen betekent dat je erin moet kleunen. Het is het oplossen van situaties en dat vereist veel inzicht. Er zijn duizenden omstandigheden waarin je als verdediger verzeild kunt raken. Als je één keer iets meemaakt, moet je weten hoe je er de volgende keer mee omgaat”, doceerde Hulshoff in 2016.
Van Hulshoff leerde De Ligt onder meer zuinig te zijn met het inzetten van een sliding, Hulshoff in 2016 in De Telegraaf: ,,Een sliding is het laatste middel , een sliding op het middenveld is gekkenwerk.” De woorden van Hulshoff maakten vaak indruk op De Ligt.
ACHT CLUBS IN BELGIË
Zó moeten ze twintig tot dertig jaar geleden ook geklonken hebben bij Wuustwezel, Lierse, Westerlo, Beveren, Beerschot, Sint-Truiden, Eendracht Aalst en KV Mechelen. ,,In België ben ik bij acht clubs trainer geweest, bij zes daarvan heb ik nooit een contract getekend. Zij gaven mij hun woord en ik de mijne. Uiteindelijk heb ik maar een keer een probleem gehad en dat was toevallig bij een club waarmee ik wel een papieren contract was aangegaan. Ik heb er tot vier jaar na mijn afscheid voor mijn geld moeten vechten. In het profvoetbal heb ik wel op mijn manier een weg in gevonden. Door eerlijk te zijn en door mijn principes na te leven”, vertelde Hulshoff in 2003 in De Volkskrant.
Barry Hulshoff stond te boek als een apart type in het Ajax van de jaren zeventig. Als voetballer had hij niets van het glamourachtige dat Johan Cruijff, Piet Keizer en Ruud Krol met zich meedroegen. Zijn techniek was beperkt, zijn bewegingen niet altijd gecoördineerd. In de jeugd van Ajax noemden ze hem Het Vraagteken, vanwege zijn lichaamshouding met dat lange lijf van uiteindelijk 1.88 en die wat gebogen nek.
SJAAK SWART
Hij kwam ook niet uit Amsterdam wat altijd al voor een natuurlijke achterstand zorgt. Barry Hulshoff werd geboren in Deventer, in het oosten van Nederland. Anderhalf jaar jong was hij nog maar toen hij met zijn moeder na een scheiding van zijn ouders in de Amsterdamse Dapperbuurt terecht kwam. Even verderop runde Sjaak Swart, vanaf 1956 al speler in het eerste elftal van Ajax, een winkel in rookwaren en ander gerief. Bij Swart klopt Hulshoff aan toen hij zich op zijn zestiende onrechtvaardig behandeld voelde als jeugdspeler van de amateurclub Zeeburgia.
Hulshoff zocht iemand die hem bij Ajax kon aanbevelen, zo ging dat in die tijd. Tweeënhalf jaar later al, een jaar na de komst van Rinus Michels naar Ajax, debuteerde hij in de Eredivisie; in één team met Sjaak Swart, met een 1-1 gelijk spel in de Rotterdamse Kuip tegen Feyenoord.
MUZIEKKEUZES
Er werd raar tegen hem aangekeken destijds. Hulshoff bekende zelf zich vaak onzeker te voelen. De Amsterdamse flair was hem vreemd. Met zijn lange haren en woeste baard was hij een uitzondering, hij gedroeg zich vaak ook anders dan zijn meeste medespelers. Zijn voorkeur voor agressieve muziek werd niet altijd begrepen. Hulshoff dweepte met The Rolling Stones, Them en The Pretty Things.
Om zo snel mogelijk nieuwe elpees in huis te kunnen hebben, ging hij in een platenzaak werken. ,,De nieuwste Led Zeppelin, die moest je gewoon hebben”, vertelde hij ooit. ,,Binnen Ajax was ik geen buitenbeentje. Ik heb altijd zeer goed in groepen gefunctioneerd, maar ging wel mijn eigen weg. Mijn keuzes waren anders. Extremer. Ik sympathiseerde met de provo’s en de flowerpower-generatie. Kunst en literatuur hadden ook mijn interesses. Moderne schrijvers als Wolkers, Vestdijk en Reve spraken me aan. En een boek als Ik Jan Cremer natuurlijk Verplichte stuff, hét boek van mijn generatie. Een sensatie in die tijd.”
‘NIET GEMEEN GENOEG’
Pas anderhalf jaar na zijn debuut werd hij vaste keus voor Rinus Michels, vanaf begin 1967. ,,Michels vond me aanvankelijk te sof, niet gemeen genoeg”, verklaarde Hulshoff in het alweer vergane weekblad Sportweek. ,,Ik heb bewezen dat het op mijn manier ook kon, zonder gemeen te zijn. Mijn kracht was het positioneel verdedigen. Ik kon een tegenstander in een positie dwingen waarin ík me sterk voelde. In 1972 werd ik zevende bij de verkiezing van Europees voetballer van het jaar. In die tijd noemden ze me de beste voorstopper ter wereld.”
Een kruisbandblessure knakte begin 1974 zijn carrière, op 27-jarige leeftijd. ,,Mijn kruisband scheurde af en omdat ze dat niet tijdig hebben geconstateerd, is die band helemaal weggesleten. Ik miste daarna toch de scherpte van vroeger. In 1977 ben ik naar MVV gegaan, eerste divisie. Ik heb er een schitterend jaar gehad, we promoveerden via de nacompetitie. Maar uiteindelijk bleven de blessures terugkomen. Op mijn 32ste ben ik ermee gestopt. Het ging gewoon niet meer.”
- 11 februari 2020
Het leek wel een VN-samenzijn in het klein. Diverse minderheden in de maatschappij waren te gast bij Voetballend Nederland en de Rijksoverheid; op een bijeenkomst waar twee ministers en de KNVB hun gezamenlijke aanvalsplan tegen racisme en discriminatie presenteerden. Uitgesmeerd over drie jaar is voor de aanpak 14 miljoen euro uitgetrokken door de regering.
Overwegend witte mannen waren present bij de lancering van het ‘aanvalsplan tegen racisme’ op zaterdag 8 februari op het sportpark van de grootste multiculturele voetbalclub van Amsterdam. Een gewichtig onderwerp dat de maatschappij beroert, vandaar dat ook vertegenwoordigers van bijvoorbeeld Marokkaanse en Turkse Nederlanders, joodse organisaties en LHBT’ers hun instemming kwamen betuigen.
Negen tv-camera’s registreerden de goede voornemens. Het was zaterdagavond nieuws in alle journaals, de plannen zoemden voort in de kranten op maandag. Maar slechts een enkele voetbaljournalist was er bij, die zaterdagmiddag. Op zondagavond bleef het thema volstrekt onbesproken in de voetbaltalkshows van NOS en Ziggo; zelfs nu de storm alles had weggevaagd wat er nog actueel was aan Ajax, Feyenoord en AZ.
Daarom blijft nu de vraag hangen: waartoe zat dit pakket van 21 initiatieven effectief leiden? In welke mate zal het smeulende racisme daardoor van de velden en uit de stadions verdwijnen?
EYE-OPENER
Aanleiding voor de brede Nederlandse aanpak waren de tranen en woorden van Ahmad Mendes Moreira, de linksbuiten met Guinese wortels van de Rotterdamse eerstedivisieclub Excelsior. ,,Een eye-opener was dat, een nieuwe confrontatie met de werkelijkheid”, zei vice-premier Wouter Koolmees, tevens minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zaterdag bij de start van de campagne ‘Ons voetbal is van iedereen’.
Op 17 november 2019 gebeurde dat met Mendes Moreira, op een zondagmiddag, toen de Eredivisie interlandverlof kende en het middenmotersduel uit de Eerste Divisie tussen FC Den Bosch en Excelsior daarom live op tv kwam. Na een half uur drong in het land door dat de wedstrijd tijdelijk was gestaakt wegens racisme. Had het incident zich voorgedaan op het gebruikelijke tijdstip van vrijdagavond, dan was het wellicht ondergedompeld als een onbeduidend akkefietje. Nu kreeg het in sneltreinvaart een ongekende, landelijke uitvergroting.
WIJNALDUM
Ook Nederland kende nu zijn kwalijk voorbeeld van racisme in het voetbalstadion. Niet langer hoorde het verderf toe aan Italië of Engeland. De politiek roerde zich heftig, een half uur lang moest premier Rutte zich in het parlement onderwerpen aan het ongenoegen van de Kamerleden. Ook Oranje mengde zich in discussie, met dappere woorden van gelegenheidsaanvoerder Georginio Wijnaldum, en samen met Frenkie de Jong in een gebaar dat indruk maakte. ,,Als het bij ons zou gebeuren, dan loop ik van het veld”, kondigde Wijnaldum zelfs aan.
Bijna drie maanden verder zijn we intussen. Niemand is weggelopen. Maar rond de voetbalvelden woekert het racisme ongeremd voort; in Engeland, in Italië, in Oost-Europa, óók in Nederland. Spelers van Jong PSV, FC Groningen en Ajax beklaagden zich sindsdien over racistisch getint gebrul bij uitwedstrijden tegen Helmond Sport, ADO en Telstar. Maar de scheidsrechters negeerden hun signalen, FOX Sports en NOS moffelden ze weg, in de kranten waren het voetnoten, de KNVB liet de wandaden begaan.
ONBESTRAFT
Een enquête van de spelersvakbond VVCS bevestigde vorige week het beeld dat het racisme in de stadions onbestraft in stand is gebleven. Liefst 21 van de 28 ondervraagde aanvoerders van de Nederlandse profclubs lieten weten dat racistische spreekkoren veel vaker te horen zijn dan ze in het nieuws komen. Geschokt bracht de vakbond de bevindingen naar buiten.
Maar wat deed die VVCS verder? Bewoog ze Andre Onana om niet langer te zwijgen over de racistisch getinte bejegeningen die hij als doelman van Ajax bij uitwedstrijden moet ondergaan? Drong de spelersvakbond er bij Groningen-speler Zeefuik op aan om wél een aanklacht in te dienen over de racistische uitingen waarop hij door aanhangers van ADO was onthaald? Riep de vakbond de KNVB op om scheidsrechter Yoeri Kooy tot de orde te roepen nadat hij in een week tijd tot twee keer toe racistisch gedrag had genegeerd? Drie voorbeelden, alle van ná 17 november.
ÉÉN INCIDENT
In geen van deze gevallen ondernam de KNVB actie. Sinds de ‘eye-opener’ ligt alleen het incident bij FC Den Bosch als concreet geval van racisme op tafel. De aanwezigen bij die wedstrijd vroegen zich al meteen af wat er werkelijk was gebeurd. De meesten hadden niets gehoord, behoudens een enkel sinterklaasliedje, kwalijk verwijzend naar Zwarte Piet. De tranen van Mendes Moreira hadden indruk gemaakt, op de eerste plaats bij scheidsrechter Laurens Gerrets, die meteen ingreep. Maar massale spreekkoren waren er niet te horen geweest, los van wel erg merkwaardig aandoend supportersgeschreeuw.
Maandenlang onderzoek resulteerde in welgeteld één stadionverbod wegens racisme. Liplezers onderzoeken nog of de beelden met daarop vijf andere toeschouwers kunnen worden gekoppeld aan geluidsopnamen met racistische beledigingen. Achttien supporters kregen een stadionverbod omdat ze aanstekers of bekers bier op het veld hebben geworpen.
Massaler was het niet, ook al leek de aarde in Nederland even te beven onder de gebeurtenissen van 17 november. Premier Mark Rutte toog daarom met twee ministers in zijn gevolg snel en op hoge poten naar Zeist. Het resultaat van die missie kwam zaterdag, na intensief onderling beraad, naar buiten.
ACTIEPLAN
Het actieplan oogt indrukwekkend. Zomaar een greep:
Denktank aanpak discriminatie
Instelling van netwerk met maatschappelijke belangengroepen
Opzet van anti-discriminatieteam met spelers en trainers
Aanstelling van een manager discriminatie bij KNVB
Trainingsprogramma bij 600 clubs
Scholing voor scheidsrechters
Fair Play-projecten op clubs en scholen
Versterking van de sport-rechtspraak
Digitale meldplicht bij stadionverboden
Camera’s bij 300 amateurclubs
Persoonsgerichte aanpak in alle gemeenten met een club in het profvoetbal
Verdubbeling van de straffen door Justitie bij discriminatie
Subsidieregelingen ten behoeve van veiligheid rond voetbalvelden
Meldingsapp voor toeschouwers om discriminatie te signaleren
Rapportagetool voor de scheidsrechters
Slimmere technologie om geluidsopnamen beter te koppelen aan camerabeelden
Speciale projecten voor supporters die zich schuldig maken aan kwetsende spreekkoren
‘BLANKE ORGANISATIE’
Goedbedoelde plannen zijn het. Ook zegt de KNVB zichzelf tegen het licht te gaan houden. ,,Wij zijn een heel blanke organisatie. Als KNVB zijn wij geen afspiegeling van onze maatschappij”, geeft Jan Dirk van der Zee toe, directeur van de KNVB-sectie amateurvoetbal met 1,2 miljoen leden. Hij wordt daarin bijgevallen door oud-internationals als Dries Boussatta en Edgar Davids. Beiden signaleren een wel erg gering aandeel van niet-witte trainers, zowel binnen de KNVB als bij de clubs.
Of de inbreng van niet-witte Nederlanders daadwerkelijk groter wordt in de komende jaren moet nog maar blijken. Van der Zee: ,,Na de drie jaar die in eerste instantie voor dit project zijn uitgetrokken, is het probleem heus niet opgelost. We weten nu al dat we over drie jaar niet klaar zijn.”
Zijn woorden worden onderstreept door Eric Gudde, zijn KNVB-collega die directeur is van de sectie betaald voetbal. Gudde: ,,Het goede van de aanpak die nu gekozen is dat alle stakeholders elkaar op regelmatige basis zullen ontmoeten op dit punt. Overheid en voetbal zullen structureel de voortgang bespreken. Nu is het nog zo dat op elke twintig stadionverboden slechts één dader strafrechtelijke vervolging krijgt. De bestraffing moet beter, maar vooral willen we gewicht gaan geven aan de maatregelen om racisme terug te dringen, om het te voorkomen.”