Mike Teunissen pendelt tussen Jumbo en Sunweb
Springerige jonge hond
Na twee jaar Sunweb hoopt Mike Teunissen terug bij de wielerploeg van
Jumbo op een vrije rol die hem successen oplevert. ,,Ik kan méér dan ik bij
Sunweb heb kunnen laten zien”, stelt de 26-jarige Limburger, die zich dit jaar
in Brabant heeft gesetteld.
De eerste trainingskilometers voor 2019 zitten er al weer op voor Mike Teunissen. Na een maandje rust wacht in december de eerste trainingsstage in Spanje, de aanloop naar een nieuw en lang seizoen. ,,Dit jaar zat ik op 5 januari in het vliegtuig naar Australië ie voor de Tour Down Under, op 14 oktober reed ik in Turkije mijn laatste wedstrijd. Zo kom je wel aan een seizoen van tien maanden”,
constateert de 26-jarige Limburger.
Zijn uitvalsbasis ligt tegenwoordig in Rosmalen, waar hij aan de rand van de bosrijke Zandverstuiving samen met vriendin Corine is neergestreken. ,,Corine komt uit de Alblasserwaard en studeert psychologie in Utrecht. Daarom wilde ze niet naar het prachtige Noord-Limburg. We hebben nog wel wat gezocht rond de Utrechtse Heuvelrug, maar zijn dan toch hier uitgekomen, een beetje in het midden. Wil je een beetje fatsoenlijk kunnen trainen, dan is Berg en Dal dichtbij en zit ik in een uur in
Zuid-Limburg.”
Vanuit Rosmalen is ook SchijndeI nabij waar Mike Teunissen lid is van de WV Schijndel. ,,Daar ben ik terecht gekomen toen Dick Wesseling die mijn ploegleider bij ‘t Luchtschip was, ermee stopte. Buitenlust in Helmond was voor mij de dichtstbijzijnde club vanuit Noord-Limburg. Bij ’t Luchtschip kon ik klassiekers rijden, mooie koersen die we nodig hadden. Na ’t Luchtschip bood Albert Ketelaars
in Schijndel ook een aantrekkelijk programma, het is ook altijd een mooie, grote club geweest.”
Wat stelt het voor een profrenner nog voor, dat lidmaatschap van een club?
,,Dat ik ieder jaar mijn contributie betaal... In principe heb ik nu geen club meer nodig, maar het is een warme, gezellige club. En als ik de tijd ervoor heb, doe ik met de club graag mee aan de Nederlandse clubkampioenschappen in Dronten. Omdat we een grote club zijn en in alle categorieën wel een mooi ploegje van zes man op de been kunnen brengen, wilden we dit jaar mikken op het combi-klassement. De profcategorie winnen was niet te doen, ik was de enige prof bij ons. Daarin werden we toch nog knap vierde. Het totaalklassement waarin alle categorieën opgeteld worden, hebben we wel gewonnen. We kunnen toch maar mooi zeggen dat wij met Schijndel de beste club van Nederland zijn.”
Waar komt jouw liefde voor het wielrennen vandaan?
,,Mijn opa fietste al, mijn vader ook, mijn zus, het zit in de genen bij ons. Peter Winnen woonde in Yssselsteyn pal naast mijn opa en oma. Het schijnt dat de fiets van mijn opa Peter Winnen heeft geïnspireerd om te gaan wielrennen.”
Wat weet je van Peter Winnen?
,,Sowieso vind ik het wel interessant om wat te weten over het wielrennen uit zijn tijd. Heel lang geleden heb ik eens samen met Peter een interview gehad. Ja, leuk dacht ik toen, zal wel een goeie wielrenner zijn geweest, die Peter Winnen. Gaandeweg ben ik er achter gekomen wat hij allemaal heeft gepresteerd. En hij is natuurlijk een goed schrijver, altijd leuk om zijn columns en boeken te lezen.”
Hij noemt jou een springerige jonge hond.
,,Ja, als ik hem tegenkom, heeft hij het daar wel eens over, vooral in de vergelijking van het koersen van vroeger met dat van nu. Dan vertel ik hem wel eens dat ik vaak liever zou fietsen zoals dat in zijn tijd kon, met veel minder stramien, veel minder gecontroleerd dan nu. Ik houd er wel van om erin te vliegen, rond te springen als het ware. Lekker koers maken.”
Je springt ook heen en weer tussen Jumbo en Sunweb.
,,Na de opleidingsploeg van Rabobank heb ik twee jaar bij Lotto-Jumbo gereden. Ik kreeg daar toen geen goed gevoel bij. Er werd in mijn tweede jaar gespeeld met mijn programma. Dan weer moest ik daar invallen, dan plotseling weer dié wedstrijd rijden. Daardoor reed ik vaak een koers of te veel of te weinig. Zo kwam ik nooit echt goed voorbereid aan de start van een wedstrijd. Halverwege mijn
tweede jaar bij Lotto-Jumbo ging dat scheef lopen, ook omdat mijn rol binnen de ploeg daardoor niet duidelijk was. Ik vond dat niet goed voor mijn ontwikkeling. Juist toen mijn contract afliep, kwam Sunweb om de hoek kijken.”
Kreeg je bij Sunweb meer zekerheid op dat gebied?
,,Sunweb maakte meteen duidelijk wat mij in de loop van een jaar qua programma te wachten stond. Daar weken ze ook niet vanaf. Een heel goed systeem, want als het even wat minder gaat, kun je in alle rust weer naar de volgende koers toewerken. Dat paste veel beter bij mij.”
Bij Sunweb maakte je ook deel uit van het sprinttreintje.
,,Meestal als derde of vierde man. In de Tour was ik vorig jaar de vierde van achteren. In Turkije was ikde op een na laatste man op kop, de laatste dus voordat de sprinter het moest afmaken, maar die rol ligt mij iets minder. Op hoge snelheid heb ik niet de echte punch om door te versnellen, dat hebben de echte massasprinters wel.”
Hoe trainen jullie daarop?
,,Je hebt aan de ene kant je eigen specifieke trainingen, zelf sprinten met een bepaalde versnelling. We hebben met Sunweb ook een aantal dagen het Tom Dumoulin Bike Park in Sittard afgehuurd, en dan maar sprinten met tien man, met twee treintjes tegen elkaar, verschillende scenario’s doornemen. Natuurlijk kun je een wedstrijdsprint dan nóg niet imiteren. In de koers gebeurt zoveel meer, zeker in de massasprint.”
Waarom heb je dit jaar de Tour niét gereden?
,,Het begon er al mee dat de ploegen van negen tot acht man werden ingekrompen Toen ik in 2017 de Tour reed hadden we een sprinttrein die Michael Matthews naar het groen moest rijden. Dit jaar lag de focus helemaal op het klassement van Tom Dumoulin en hadden we veel minder sprinters en sprintvoorbereiders in de ploeg, drie tegenover vijf vorig jaar. Ik was eerste reserve, maar toen Wilco Kelderman op het NK wegviel werd toch voor Laurens ten Dam gekozen omdat hij een betere
klimmer is. Na de Tour heb ik wel de Vuelta kunnen rijden. Een gekke koers, ik ben drie keer gevallen, maar wel een koers met charme.”
,,De redenen die ik had om weg te gaan, hebben ze getackeld. Daar is van geleerd. Bovendien heeft de ploeg de laatste twee jaar veel stappen gezet. Het is nu een van de beste ploegen in het peloton. Ik zag geen reden meer om weg te blijven, zeker niet omdat die mannen van de ploeg mij aangaven mij goed gevolgd te hebben en het fijn te vinden om weer met mij te kunnen werken. Bij Sunweb bleef ik het gevoel houden dat ik daar meer had kunnen laten zien. “
Leg eens uit.
,,De manier waarop Sunweb werkt, biedt weinig kansen aan de niet-kopmannen. Het plan kan in januari heel goed werken, maar werkt af en toe niet als bepaalde renners minder zijn dan verwacht was. Dan ontbreekt de flexibiliteit om de rollen aan te passen. Ik heb regelmatig meegemaakt dat ik mij goed voelde, maar er niks mee kon doen omdat al vaststond dat ik moest werken voor de kopman. Dan heb ik het niet over Tom Dumoulin of een andere klimmer. Tegenover die mannen heb
ik niet zoveel in te brengen, maar ik heb in het voorjaar regelmatig meegemaakt dat ik de beste van de ploeg was, maar geen vrije rol kreeg. Dan zag ik de sprinter van onze ploeg gelost worden en dacht ik, ik had hier top 3 kunnen rijden, ik had hier een korte uitslag neer kunnen zetten. Dan moesten we toch wachten op de sprinter, of moest ik de kopman bijstaan ”
Heb je voorbeelden?
,,Ja, het is misschien wel gemakkelijk om dat nu zo te zeggen, maar ik heb toch drie keer top 10 in Parijs – Nice gereden, drie keer top 10 in de Ronde van Polen en in Turkije werd ik nog een keertje vierde terwijl Edward Theuns daar eigenlijk onze sprinter was. Dat gebeurde steeds in een wedstrijd waarin ik me aan mijn taak moest houden en die of die moest helpen. In sprints waarin de echte sprinters er af liggen, ben ik vaak goed. Maar er werd door de ploeg nooit gezegd, je bent Greipel
voorgebleven in Parijs – Nice, je mag het nog eens proberen als Phil Bauhaus of Edward Theuns niet goed genoeg is. Die kans heb ik nooit gekregen. Daaraan heb ik toch het gevoel overgehouden dat ik méér kan laten zien. Als er dan een ploeg komt die dat wel met mij wil....”
Dan kies je voor Jumbo...
,,De gesprekken over contractverlenging bij Sunweb liepen in het voorjaar al moeizaam. Daar sprak weinig vertrouwen uit. Voorlopig niet, was de boodschap. Dan weet je eigenlijk al genoeg. Toen in het voorjaar de gesprekken begonnen over contractverlenging ging dat moeizaam. Toen ik in het voorjaar goed reed in Parijs – Nice, tweede werd in Dwars door Vlaanderen, elfde in Parijs – Roubaix in de sprint om plek acht, toen schoten ze wakker. In een groot aantal klassieke koersen was ik toch de beste van de ploeg geweest. Maar ondertussen had mijn manager al gesprekken gevoerd met andere ploegen.”
Wat had Jumbo te bieden?
,,In principe hoef ik in de voorjaarsklassiekers niemand te ondersteunen. Als ik goed ben, kan ik mijn ding doen in wedstrijden waarin de sprinters overboord zijn of in de klassiekers die niet altijd in een sprint eindigen. Dat kun je kopman noemen, maar als er drie beter zijn kan ik dat heus wel accepteren en zal ik diegene zo goed mogelijk helpen. Daarnaast ben ik er in de massasprints om Dylan Groenewegen of Danny van Poppel te ondersteunen. Het moet allemaal nog worden ingevuld, maar ik heb er vertrouwen in. Daar rolt wel iets moois uit.”
Financieel ook?
,,Sportief en financieel ga ik er op vooruit. Dat is ook wel logisch ook na mijn prestaties in de afgelopen jaren, denk ik. Het is een redelijk standaardcontract met een bonussysteem dat het de moeite waard maakt om koersen te winnen.“Het gemiddelde jaarloon van een voetballer in de eredivisie bedraagt 280.000 euro.
,,De gemiddelde wielrenner gaat dat niet redden, denk ik.
Ben jij een gemiddelde wielrenner?
,,Dat is aan anderen om dat te bepalen. Ik denk dat voetballers en tennissers een stukje meer verdienen, hockeyers veel minder.”
Is je carrière al geslaagd?
,,Ik ben 26. Natuurlijk had ik wel meer willen winnen. Maar realistisch gezien moet ik tevreden zijn over het verloop van mijn carrière. Ik heb mijn hbo-studie commerciële economie afgerond omdat ik niet afhankelijk wilde zijn van het wielrennen als het niet zou lukken om profrenner te worden. Als belofte heb ik in 2014 Parijs – Roubaix gewonnen. Ik rijd in de World Tour wat niet alle beloften uit de uitslagen van Parijs – Roubaix hebben bereikt. Ik ben redelijk tevreden.”
Bij de beloften ben je ook wereldkampioen en Europees kampioen veldrijden geworden.
,,Ik zou best nog graag een veldrit willen rijden. Maar ik zie de mogelijkheden niet. Ik ben wegrenner, daar liggen mijn grootste groeikansen en dat wil ik niet laten bederven door het veldrijden. Dan zou het jaar veertien maanden moeten tellen...”
(Najaar 2018, Helden nummer 24)