11 juni 1944

De speech van Lotsy 

Vijf dagen na D-Day, de 6e juni, de dag waarop de geallieerde troepen landen op de kust van Normandië, wordt  in het stadion van EVV Eindhoven de finale om de KNVB-beker gespeeld. Het is op 11 juni 1944 een gedenkwaardige wedstrijd.  

Groene Ster, een tweedeklasser uit het Zuid-Limburgse Heerlerheide, heeft mede door een gunstige loting de finale bereikt.  Daarin is Willem II veel te sterk. Na een ruststand van 1-1 wordt het 9-2. Het geavanceerde spelsysteem baat Groene Ster ditmaal niet. Het systeem is geïntroduceerd door  Evert Grifhorst en de door hem te hulp geroepen Jan Weenink van DWS.

Evert Grifhorst is een jood die in 1942 naar Zuid-Limburg is gevlucht. Hij heeft de moed gewoon mee te voetballen en geen Duitser valt hem daar lastig. Met zijn dribbels maakt  Grifhorst indruk op de rechtervleugel. Later wordt hij een gereputeerd voetbaljournalist, eerst bij De Waarheid, daarna bij Het Vrije Volk waar hij onder het pseudoniem Zamora een populaire kroniek vult. Nadat Grifhorst ook nog het voetbalweekblad Goal op poten heeft gezet, treedt hij in 1971 in dienst van de KNVB als hoofd van de persafdeling. 

Opmerkelijk is bij de bekerfinale het optreden van KNVB-voorzitter Karel Lotsy na afloop. Lang na de Tweede Wereldoorlog wordt Lotsy hevig bekritiseerd vanwege zijn Duits-vriendelijke houding tijdens de oorlogsjaren. Ook in een wetenschappelijk onderzoek wordt hij om die reden ‘veroordeeld’. Straten die naar hem genoemd zijn, krijgen zelfs een andere naam. 

Hoewel Lotsy na de Tweede Wereldoorlog de schijn tegen heeft, klinken zijn woorden die hij na bekerfinale van 1944 uitspreekt de bezetters allerminst als muziek in de oren. Ook in het zuiden van het land is de oorlog dan nog niet einde. 
Bij het uitreiken van de beker aan Willem II legt Lotsy in zijn feestrede een nadrukkelijk verband tussen de nationale driekleur en Willem II, bijgenaamd De Tricolores. Willem II heeft zijn koninklijke naam tijdens de oorlogsjaren mogen behouden omdat Willem II géén levend lid is van het koningshuis.

Hierbij een deel van Lotsy’s speech:

‘Aanvoerder van Willem II, gij, oude man haast, gij, die al zo lang de kleuren van uw vereniging moogt verdedigen, voor U is het zeker, na de deceptie van dit jaar, toen ge misschien ook wel gehoopt had op het kampioenschap, een vreugde, dat ge thans, dank zij uitnemend spel, den beker hebt veroverd. Gij zijt lid van Willem II. In uw clublied staat dat het roemrijke kleuren zijn. Ik behoef u niet te zeggen, wat rood-wit-blauw voor ons zegt”, aldus Lotsy die daarmee lang aangehouden applaus  oogst.

Hij vervolgt dan met: ,,Het zijn uw kleuren, het rood, de liefde voor uw club, maar ook voor uw vaderland, het blauw de trouw aan die club, maar ook aan uw vaderland (opnieuw applaus) en die vanen zijn verenigd door een witte baan, onbesmeurde ridderlijkheid zoals Willem II dat steeds gewild heeft van zijn spelers.”

Lotsy sluit af met: ,,,Ik wil eindigen met de hartgrondige hoop, dat als wij volgend jaar weer de bekerfinale zullen spelen, dat het in een andere wereld zal zijn, een wereld waarin alle Nederlanders kunnen mee opbouwen, opdat dat kleine landje aan de Noordzee een gelukkig en een gezegend land moge zijn.”

Delen