18 juni 1997

Buschauffeur ontregelt dopingtest

In de nacompetitie voor promotie naar de eredivisie staat niets meer op het spel voor Cambuur Leeuwarden en VVV Venlo. In poule B liggen ze ver achter op NEC en Go Ahead Eagles, beide ploegen zijn al uitgeschakeld. Toch acht de KNVB het zinvol om op woensdag 18 juni 1997 een dopingcontrole te laten uitvoeren na het duel in de voorlaatste ronde van de nacompetitie in Venlo.

Tot de uitverkoren spelers, via loting, om een plasje te doen behoort Marinus Dijkhuizen, de spits van Cambuur. Of hij even 50 centiliter wil produceren, luidt het verzoek. Dijkhuizen komt niet verder dan 10 cl. Hij neemt nog eens een liter sinas tot zich, slaat zes potten bier achterover, maar het wil allemaal niet helpen. Ondertussen beginnen zijn wachtende medespelers in de bus te morren. Het is al bijna 11 uur ’s avonds en dan moeten ze nog meer dan twee uur voordat ze in Leeuwarden zijn.

Het ongeduld slaat over op de buschauffeur die begint te klagen over het rijtijdenbesluit waaraan hij zich moet houden. Daarmee is ook voor trainer Han Berger de maat vol. Hij stapt het dopinglokaal binnen en sommeert Dijkhuizen mee te gaan. De dopingarts blijft verbluft achter. 

Vier maanden later moet de tuchtcommissie van de KNVB zich over de ‘dopingzaak’ buigen. Omdat niet voldaan is aan de vereiste test wordt Dijkhuizen schuldig bevonden. Hem kan daardoor een langdurige schorsing wachten. 

De tuchtcommissie toont enig begrip. Dijkhuizen wordt niet bestraft met een lange schorsing zoals die voor dopingzonaars gebruikelijk is. Hij krijgt een boete van 250 gulden. Trainer Berger moet voor straf 500 gulden dokken.

,,Ja, ik ben fout geweest”, erkent Berger. ,,Maar ik had het idee dat deze zaak wel geseponeerd zou worden. Ze hebben bij de KNVB toch wel iets belangijkers te doen dan een dopingcontrole op woensdagavond bij een wedstrijd waarbij niks op het spel staat.” 

Delen