6 juli 1980
'Raas Tricheur'
In de groene glooiingen van Bretagne hangt een groot spandoek. ‘Raas Tricheur’, staat er opgekalkt – ‘Raas Valsspeler’. Jan Raas ontgaat het niet. Zijn regenboogtrui vormt een mikpunt voor boze wielersupporters met ieder hun eigen favoriet. Eerst in de tijdrit op het circuit van Francorchamps, nu in de regio waar Bernard Hinault het grote idool is. Het wielervolk is nog niet vergeten hoe Raas in 1979 in Valkenburg wereldkampioen werd, op de Cauberg, zich naar boven sjorrend aan de shirts van zijn hulpkrachten.
Gescholden wordt er als hij passeert, de vuisten ballen zich. ,,Laat ze maar kankeren op me. Dat doet geen pijn. Alleen wanneer ze me aanraken, mep ik er op los. Voor het overige stimuleren dergelijke teksten mij”, lucht Jan Raas zijn hart aan de finish in Nantes. Hij heeft zijn gram dan al gehaald in een woeste sprint, met zijn derde etappezege.
In de rush naar de eindstreep imiteert de Ier Sean Kelly de praktijken van Jan Raas in eigen land. Hij grijpt eerst de arm van Johan van der Velde vast en gebruikt vijftig meter voor het einde ook de arm van de Belgische kampioen Jos Jacobs om zich af te kunnen zetten. Dat baat hem niet. De fotofinish-apparatuur wijst uit dat Raas op de streep nog één centimeter vóór heeft. Kelly moet zijn actie bekopen met diskwalificatie.
Zo voegt Raleigh op zondag 6 juli in de negende etappe een nieuw hoofdstuk toe aan de triomftocht, de zevende zege al in tien koersdagen. Het sprinttreintje draait gesmeerd. Ook Leo van Vliet kan daarin nog wat werk doen, al is een vierkoppig vluchtgroepje met hem pas een kilometer voor de finish achterhaald. Nadat Cees Priem het tempo heeft opgevoerd komt Van Vliet nog op kop waarna Jacobs ongewild het laatste bruggenhoofd vormt voor Raas om naar de zege te jumpen, tot afgrijzen van Kelly.
Met die tumultueuze sprint is de strijd nog niet voorbij. Jacobs is woedend op Kelly en probeert tevergeefs op hem los te meppen, ook Ludo Delcroix zwaait met vuisten vol woede. Jan Raas onttrekt zich snel daaraan. Hij maakt zich op voor de huldiging als nieuwe drager van de groene trui. Een seintje om zich te melden daarvoor blijft evenwel uit. Op het podium krijgt daarentegen Yvon Bertin een nieuwe groene trui omgehesen. Zo mag Nantes een plaatselijke held bejubelen, een rekenfoutje dat pas de volgende dag wordt rechtgezet.
De gele trui blijft bij Rudy Pevenage. Op bijna vier minuten volgt Bernard Hinault op de derde plaats. Precies twee minuten verderop staat Joop Zoetemelk, op drie seconden gevolgd door Henk Lubberding en op 24 seconden door Hennie Kuiper. Vrij geruisloos blijft Kuiper in het spoor van Hinault en Zoetemelk. Met tegenzin is hij aan deze Tour begonnen omdat zijn vaste maatje José de Cauwer niet in de ploeg is opgenomen. Kuiper voelt zich zo bedonderd dat hij onderhandelt over een overgang naar de DAF-ploeg.
Opmerkelijke verschijning in de eindsprint in Nantes is Jan Jonkers, een vriendelijke, toegewijde Brabander. Hij wordt in de negende etappe zomaar zesde. Jonkers is 25 jaar en pas vier maanden prof bij de Belgische Boston-ploeg. Om tot deze Tour te worden toegelaten is Boston een samenwerking aangegaan met de groepering ‘Ami’s du Tour’ – ‘Vrienden van de Tour’. Hierin is een aantal werkloze Franse renners verzameld. Directeur van dit merkwaardige clubje is Tour-directeur Félix Lévitan, administratief is het gevestigd in de burelen van L’ Equipe, het sportdagblad dat de Tour mede organiseert.
Jonkers is tot zijn eigen verbazing terecht gekomen in een ploegje vrijbuiters en mag dus zelf ook zijn kans gaan. ,,Een kopman hebben we niet. Echt knechtenwerk hoeven we niet te doen. Ik heb geen regenjacks hoeven te halen of met drinken gesjouwd”, heeft Jan Jonkers mij enkele dagen eerder al opgewekt verteld. Zo kun je dus zesde worden in de eindsprint, zo kun je ook de Tour rijden.