9 juni 1991
Het doelsaldo
Twee doelpunten scheelt het, zo schraal is de voorsprong op Ajax waarmee PSV op 9 juni 1991 landskampioen wordt. Voor het eerst is het doelsaldo bepalend voor de klasseringen in de eredivisie. Tot een reglementswijzing vanaf 1970 moeten gelijk geëindigde teams in een beslissingswedstrijd uitmaken wie zich kampioen mag noemen.
Twee keer is dat het geval in de eredivisie, in 1957 met DOS en in 1960 met Ajax als kampioen. Totdat het doelsaldo bepalend wordt, is de ranglijst (tussentijds) opgemaakt op basis van het zogeheten doelgemiddelde, waarbij het aantal gemaakte doelpunten wordt gedeeld door het aantal tegentreffers.
Om het aanvallende voetbal te stimuleren wordt vanaf 1970 het doelsaldo verkozen boven het doelgemiddelde. In Engeland zal pas in 1975 hiervoor worden gekozen.
Pikant is dat PSV in 1991 géén kampioen zou worden wanneer het doelgemiddelde is. Het aantal méér gemaakte doelpunten levert PSV de titel op met de doelcijfers 84-28, plus 56, een gemiddelde van 3.00. Ajax komt uit op 75-21, plus 54 met een gemiddelde van 3.57.
In 2007 geeft het doelsaldo opnieuw de doorslag, opnieuw ten gunste van PSV dat ditmaal ook op een beter doelgemiddelde kan bogen. PSV laat 75-25 noteren (plus 50, gemiddeld 3.00). Ajax komt uit op 84-35 (plus 49, gemiddeld 2.40).
Het doelsaldo is voor de KNVB ook de maatstaf wanneer in 2020 aan de UEFA moet worden gemeld welke club namens Nederland als de beste van de competitie aan de Champions League 2020-2021 mag deelnemen. Als gevolg van de anti-coronamaatregelen is de competitie na 25 van de 34 wedstrijden beëindigd. Ajax en AZ staan dan in punten gelijk. Het doelsaldo van Ajax (68-23) is beter dan dat van AZ (54-17). Daarentegen is het doelgemiddelde van AZ beter: 3.00 tegenover 2.95.
Niet in alle landen is het doelsaldo bepalend. In België is het hoogste aantal overwinningen doorslaggevend. In Italië zijn de onderlinge resultaten bepalend. Als die regel ook in Nederland had gegolden was AZ in 2020 als hoogst geklasseerde aangemerkt.