8 juni 1967
Gratie voor Cruijff, prijs voor Harmse
Op 8 juni 1967 krijgt Johan Cruijff gratie van de KNVB. In Amsterdam wordt hij geëerd als topscorer van de eredivisie. Een mooi moment, zo heeft de KNVB bedacht om hem te verlossen van een langdurige schorsing voor Oranje. Cruijff is in november 1967, in zijn tweede interland, uit het veld gestuurd tijdens het (vriendschappelijke) duel in het Olympisch Stadion met Tsjecho-Slowakije. Dat komt hem op een schorsing te staan van één jaar voor Oranje, opgelegd door de KNVB zelf.
De straf voor Cruijff is het gevolg van een beweging met zijn hand richting het gezicht van de Oost-Duitse scheidsrechter Rudi Glöckner. De scheidsrechter interpreteert die actie als ‘slaande beweging.’ Cruijff ontkent te hebben geslagen. De televisiebeelden wekken de indruk dat hij heeft geslagen, maar bieden geen volledig bewijs.
Door die straf is Cruijff niet beschikbaar voor de eerste serie wedstrijden in de kwalificatiefase voor het Europees kampioenschap van 1968. Hij moet onder meer de uitwedstrijd missen tegen Oost-Duitsland, toevallig het land waar de scheidsrechter vandaan komt die hem uit het veld heeft gestuurd. ‘Wangedrag wegens wangedrag in houding en gebaar tegenover de scheidsrechters’, oordeelt de strafcommissie van de KNVB.
De sanctie voor 1 jaar maakt veel discussie los. Zonder Cruijff wil het bovendien met Oranje niet vlotten. De KNVB schenkt het 20-jarige talent na acht maanden vergiffenis. Jos Coler, voorzitter van de sectie betaald voetbal, verklaart de strafvermindering in zijn feestrede:
„Johan, de KNVB heeft je de voorbije maanden scherp gevolgd. Over je gedrag zijn zelfs diverse rapporten uitgebracht. Gebleken is daaruit, dat je een goede en sportieve houding in het veld hebt aangenomen. Dat waarderen we erg in je. Je bent een enorm brok propaganda geweest voor Ajax en hel Nederlandse voetbal. Ik vind dit moment daarom zo prettig voor je, omdat je de kwijtschelding zelf hebt waargemaakt." De KNVB-bobo heeft ook een advies in petto voor Cruijff: ,,Blijf steeds aan dit ogenblik denken. Realiseer je dan, dat je niet alleen een groot voetballer, maar ook een groot sportman moet zijn.”
Johan Cruijff staat zich tijdens de prijsuitreiking in het Havenrestaurant in Amsterdam aanvankelijk verbaasd af te vragen, waarom Coler zoveel aandacht aan die klap besteedt. Later reageert hij met een gelukzalig gezicht. ;,Die straf heeft me altijd dwars gezeten. Ik ben erg blij dat ik ervan af ben. Blij, maar niet te vergeten, ook verrast, want ik wist nergens iets van."
Naast Cruijff staan die avond ook Dick Tol (Volendam) en Bertie Harmse (Wilhelmina) op het podium, als topscorers van respectievelijk eerste en tweede divisie. Terwijl Cruijff een cheque van 1.000 gulden ontvangt, worden Tol en Harmse gehonoreerd met respectievelijk 750 en 500 gulden.
Het is bijzonder dat met Harmse de topscorer in de tweede divisie komt van een laag geklasseerde, armlastige club. Het staat dan al vast dat Wilhelmina in de zomer van 1967 de sectie betaald voetbal laat opgaan in FC Den Bosch. Voor Harmse is geen plaats bij FC Den Bosch in de eerste divisie, ze vinden hem niet goed genoeg. Wilhelmina kan Harmse nog wel kwijt aan HVC Amersfoort, dat voor hem 50.000 gulden betaalt. De wijze waarop Wilhelmina zich in de slotfase van de competitie specifiek heeft ingespannen om Harmse naar de topscorerstitel te leiden, is daardoor niet tevergeefs geweest.