1 juni 1916
Postduiven laten Tilburg juichen
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) raakt ook de Nederlandse sport. Weliswaar neemt Nederland een neutrale houding aan, maar veel sporters zijn in kazernes gemobiliseerd. Het telegraafverkeer is alleen beschikbaar voor het leger. Dat vergt improvisatie als Willem II op 1 juni 1916, Hemelvaartsdag. In de slotronde van de kampioenscompetitie speelt de Tilburgse club de uitwedstrijd tegen Go Ahead in Deventer.
Dankzij een doelpunt van Jos van Son, met een ’reuzenschot’ volgens de Nieuwe Tilburgsche Courant, wint Willem II: 0-1. Het mag zich daarmee de eerste niet-westelijke landskampioen noemen.
Eerder hebben twee Brabantse clubs de eindfase van de titelstrijd bereikt: Velocitas, de club van de KMA in Breda in 1904, en Wilhelmina (Den Bosch) in 1909. Voor deze clubs waren respectievelijk HBS en Sparta nog te sterk.
Willem II kan tegen Go Ahead pas op volle sterkte aantreden nadat bestuurslid Beb van den Bergh een rondje langs de kazernes heeft gemaakt. Hij slaagt er in om alle gemobiliseerde Willem II-spelers vrij te krijgen voor de wedstrijd in Deventer.
Willem II heeft in het seizoen 1915-1916 zoveel indruk gemaakt dat Tilburg in de roes raakt van het succes. Er reizen 300 supporters mee naar Deventer, een veelvoud daarvan verzamelt zich voor het kantoor van de Nieuwe Tilburgsche Courant op de Heuvel. Omdat er telegrafisch geen contact met Deventer mogelijk is, worden ze op de hoogte gehouden door de boodschappen die postduiven naar Tilburg brengen.
Duivenmelkers hebben spontaan gereageerd op een oproep om duiven hiervoor beschikbaar te stellen. Als de laatste duif Tilburg binnenvliegt, neemt de spanning toe. De bekendmaking van de uitslag leidt tot een krachtig gejuich, op slechts enkele kilometers van de grens met België dat wel betrokken is geraakt in de Wereldoorlog.
Het kampioenschap voor Willem II is een lichtpunt, waarnaar het Algemeen Handelsblad verwijst bij de eerste landstitel voor een zuidelijke club. ‘Dit eene kampioenschap van Nederland zal voor het “donkere Zuiden” van grooten invloed blijken te zijn.’