10 juli 1980
Een blauwtje met de gele trui
Tot de klusjes van Jacques Duchaussoy op het podium van de Tour de France behoort de dagelijkse zorg over de gele trui. Op donderdagmorgen 10 juli probeert hij het tricot tevergeefs te overhandigen aan zijn eigen schoonzoon, Joop Zoetemelk. Vriendelijk lachend laat Zoetemelk zijn schoonvader een blauwtje lopen. ,,Ik heb pas recht op die trui als ik hem echt heb verdiend”, verklaart Zoetemelk de weigering.
Aan tafel heeft hij die morgen gehoord dat Bernard Hinault uit de Tour is verdwenen, zonder afscheid te nemen. Als hij dat hoort, haalt Zoetemelk slechts zijn schouders op. ,,Hij at zijn ontbijt op en ging terug naar zijn kamer. Toen hij de eetzaal verliet, hebben we hem met z’n allen zitten nakijken. Hij was toch een speciale…”, vertelt verzorger Ruud Bakker later tegen Mart Smeets in het boek De Tour van ’80.
Zonder gele trui in het peloton is Bernard Hinault toch de meest besproken man vooraf aan het vertrek van de dertiende etappe, die donderdagochtend op de Place de Verdun in Pau. ,,Hij heeft in de bergen niet willen afgaan”, zegt Peter Post. ,,Hinault heeft zich geforceerd bij die achtervolging op mij over de stenen in de etappe naar Lille”, weet Hennie Kuiper heel zeker. ,,Hij is toen tot het uiterste moeten gaan. En hij had er al een Ronde van Italië opzitten, terwijl hij zich eigenlijk in de eerste week van de Tour nog rustig wilde houden.”
Tussen de finish van de Giro en de start van de Tour hebben voor Hinault, als eindwinnaar, maar achttien dagen gezeten. Het uitvallen van Hinault wekt geen verbazing bij Raymond Poulidor, veertien keer deelnemer aan de Tour en nu ook werkzaam in het omringende peloton. ,,Ik vraag me al jarenlang af hoe hij dat vol zou kunnen houden. Dat grote verzet kun je niet zomaar blijven gebruiken. Dat moest een keer fout gaan.”
De afwezigheid heeft tot gevolg dat Hennie Kuiper ná Joop Zoetemelk nu de belangrijkste gegadigde is voor de leiding in het algemeen klassement. Één minuut en tien seconden bedraagt het onderlinge verschil, aan de voet van de Pyreneeën de vandaag wachten. Daaraan verandert niets op de 198 kilometer over Aubisque, Tourmalet, Aspin en Peyresourde. De twee Nederlanders gunnen de Fransman Raymond Martin een triomfantelijke solo. Zoetemelk en Kuiper mijden risico’s op de door regen, mist en ijzel begoten cols. In een groep van acht bereiken beiden met 3 minuten en 27 seconden achterstand de finish in Bagnères-de-Luchon.
Verlies moet Zoetemelk wel incasseren. Jan Raas levert al na 104 kilometer, op weg naar de Tourmalet zijn groene trui in. ,,Drieëntwintig minuten”, roept Ruud Bakker hem toe. ,,Oké, dan stap ik af”, concludeert Raas. Hij beseft dat het hem niet meer gaat lukken binnen de tijdslimiet binnen te komen. Raas wordt meteen gevolgd door Cees Priem. Bovendien raakt Johan van der Velde ver achterop en blijken twee andere ploeggenoten, Henk Lubberding en Paul Wellens, evenmin in staat Zoetemelk bij te staan. Raleigh raakt ook nog eens de gele petjes kwijt.
Eenmaal in Luchon in het geel gehuld is, spreekt Joop zijn vrees uit. Hij voet zich eenzaam voorin. ,,Ik merkte nu al dat ze me op de korrel namen. Ik moest steeds op kop rijden, niemand die mij hielp. Op zulke momenten heb je eigenlijk wat ploegmaten naast je nodig. Ook in de vlakke ritten zal ik ze nog hard nodig hebben.”
Die eerste dag in de bergen ontdekt Hennie Kuiper al dat Zoetemelk in zijn eentje niet snel weg te rijden valt. ,,Op de Tourmalet probeerde ik een keer te demarreren. Voor ik het wist zat Joop al in mijn wiel, formidabel zoals die reed. Toen heb ik het aanvallen verder maar vergeten. Er komen nog wel dagen om dat gat dicht te rijden.”