11 juli 1980
'Wielerintelligentie'
In het heuvelland van Zuid-Frankrijk liggen de Pyreneeën na een treinreis van 250 kilometer ver achter het peloton. Mist, regen en ijzel zijn opgevolgd door subtropische temperaturen. De mistral heeft dreigende regenwolken verdreven. Na zoveel mistroostige dagen begint ook de gele trui van Joop Zoetemelk te glanzen in de zon.
De zonnewarmte komt als geroepen in de veertiende etappe naar Montpellier. Veel van de 101 renners (van de 130 die in Frankfurt zijn gestart) snotteren en rochelen. Ze hebben uitgekeken naar beter weer en veren nu op. Ze voelen niet langer de ballast van regenjacks, eindelijk kunnen ze eens ontspannen met elkaar babbelen. En Gerrie Knetemann hoeft zijn brillenglazen niet meer schoon te poetsen.
Ook het moreel van Joop Zoetemelk krijgt zo een stimulans. Elf kilometer voor de finish ruikt hij zelfs nieuwe kansen op positieverbetering. Bij La Paillade wacht nog een bonificatiesprintje. De eerste plaats is al vergeven aan Ludo Peeters, die met een veilige voorsprong op weg is naar de etappezege. Joop Zoetemelk hoeft alleen maar eventjes te versnellen om als eerste van het peloton het streepje te passeren en extra tijdwinst te boeken.
,,Ik reed voorin omdat ik niet verrast wilde worden door de mistralwind van opzij in de laatste zestig kilometer. Dat is lastig, daar kan zomaar een waaier uit ontstaan”, vertelt Zoetemelk. Acht seconden plukt hij mee in het tussensprintje. Zijn voorsprong op Hennie Kuiper groeit naar 1.18. ,,Dure seconden”, beseft Kuiper. ,,Ik had er niet op gerekend dat Joop mee zou sprinten. Ik heb ook niets kunnen zien, ik zat helemaal ingesloten.”
Met twee Nederlanders op de eerste twee plaatsen in het algemeen klassement koerst de Tour af op een Nederlandse triomf. Onderweg is dat al te zien aan de hordes toeristen. ,,Hinault bestaat blijkbaar niet meer. Nog even en Frankrijk wordt genationaliseerd door ons”, constateert Kuiper. Hij heeft ook gemerkt dat de gele trui veel meer aanmoedigingen losmaakt dan zijn witzwart geblokte Peugeot-outfit. ,,Ze moedigen allemaal Joop aan”, zucht Kuiper.
Aan het eind van deze tweede week toont ook Peter Post zich goed geluimd. Het is zijn zevende jaar als ploegleider. Sinds 1976 jaagt hij met Raleigh op succes. De absolute kroon, geel in Parijs, bleef onbereikbaar. Het lukte niet met Dietrich Thurau, niet met Hennie Kuiper. En met drie ‘beschermde renners’ – Lubberding, Wellens en Sutter – ging het in 1979 helemaal mis. Nu moet de 33-jarige Joop Zoetemelk de eerzucht van Post strelen. Een kapitale investering.
,,Joop Zoetemelk toont nu toch inderdaad aan dat hij nog steeds het vermogen bezit de Tour te winnen. Joop heeft de intelligentie die daarvoor nodig is. Kuiper had dat niet. Als die demarreert zie je dat van verre aankomen. Daarom past Kuiper niet in ons systeem Behalve rappe benen heb je ook intelligentie nodig. Wielerintelligentie.”
Als Peter Post dat zo zegt wijst hij ook op de schielijke demarrage die Zoetemelk in de laatste fase nog acht seconden winst heeft opgeleverd. Post: ,,Het gaat altijd om het eindspel. Daarom heeft het ook maar zelden zin een hele wedstrijd te controleren, zoals Merckx dat deed. Een wedstrijd win je wanneer de tegenstander zich heeft opgeofferd.”
‘Wielerintelligentie’ is het sleutelwoord volgens Post: ,,In de groep moet tactisch inzicht zitten. Je kunt wel een plan maken, maar je moet weten hoe het met je eigen ploeg gaat, hoe de concurrentie op dat zadel zit. De ploegleider kan dat niet regisseren. Dat moet de ploeg zelf doen. Improviseren, daar komt het op aan. En daar is wielerintelligentie voor nodig.”