14 juli 1980
'Dalen is goed kijken'
,,Dalen is goed kijken en dat kon ik. Dalen heeft niets met durf te maken. Als je oplet kan je het.” Het is de kunst van het dalen, opgetekend in het cursusboek, verstrekt door Joop Zoetemelk. In de zeventiende etappe brengt hij zijn woorden in praktijk.
Op weg naar Morzine komt de drager van de gele trui drie keer in serieuze moeilijkheden. Zonder bravoure, maar strak gecontroleerd keer fietsend zet hij bergaf recht wat in drie zware beklimmingen verloren is gegaan.
Joop Zoetemelk maakt er grote indruk mee, meteen al ná de Galibier waarop vroeg in de etappe, in de eerste 8,5 kilometer vanuit startplaats Serre-Chevalier, 1200 meter hoogteverschil moet worden overbrugd. De val van de vorige dag zeurt nog door in een flinke bloeduitstorting op het dijbeen. Stijf als een hark voelt hij zich. Zoetemelk loopt snel anderhalve minuut achterstand op. Het gevaar loert, nu met Hennie Kuiper, Raymond Martin, Johan De Muynck, Christian Seznez en Jean-René Bernaudeau zijn naaste belagers hem hebben achtergelaten.
Zijn reparatie wekt de bewondering van Hennie Kuiper. ,,Ik durf bijna te stellen dat Joop daar, in die afdaling, zijn Tourzege veiliggesteld heeft door in een lange streep naar de kopmensen te rijden. Het was een afdaling met van die plassen smeltwater in de bochten, maar daar trok hij zich niets van aan. Ik heb op televisie die beelden een aantal malen gezien. In de bochten durfde hij gewoon zijn fiets plat te leggen”, vertelt Kuiper later in een terugblik.
Pas vlak voor de Madeleine, na 86 kilometer, krijgt Joop Zoetemelk zijn belangrijkste concurrenten in het vizier. Hij ontsnapt aan een onoverbrugbare achterstand dankzij hulp van vele kanten. Voorin denkt Ludo Peeters opnieuw aan zijn toekomst, met een contract van Raleigh op zak voor 1981. Peeters ontregelt daar de samenwerking terwijl Zoetemelk’s vroegere maatje Sven-Ake Nilsson opvallend weinig oog toont voor de belangen van zijn ploeggenoten Raymond Martin en Chrstian Seznec. Zelf regelt Zoetemelk in de achtervolging ook nog eens de steun van twee Fransen, Ferdinand Julien en Patrick Thévenard, beiden rijdend in de werklozenploeg Ami’s du Tour. ,,Ja, die jongens hebben die dag goed verdiend”, geeft Zoetemelk naderhand toe.
,,Daar hebben we wel een moment gehad om het Joop echt moeilijk te maken. Als we toen hadden samengewerkt, was het gelukt. Dan was ik misschien wel in het geel gekomen”, zal Hennie Kuiper later analyseren.
De gemiste kansen hebben tot gevolg dat er tussen Galibier en Madeleine een status quo ontstaat waarin Zoetemelk zich weer op zijn gemak voelt, mede omdat ook Henk Lubberding en Johan van der Velde nabij zijn en Jo Maas nogmaals zijn hulp aanbiedt. Ook op de Madeleine vertrouwt hij op zijn afdaling. Zoetemelk ziet bovendien dat hij van Hennie Kuiper weinig te vrezen heeft en weet dat zijn voorsprong op Raymond Martin (4.55) veilig genoeg is. Ook als Martin op de Joux –Plane, in de laatste twintig kilometer, versnelt, gaat er geen alarm af bij de geletruidrager.
Zoetemelk neemt genoegen met een verlies van 15 seconden op Martin. Hij vergroot zelfs zijn voorsprong op de verzwakkende Kuiper, met anderhalve minuut liefst. De dagzege is voor de 34-jarige Fransman Mariano Martinez. De rangorde in het klassement lijkt vast te liggen met Kuiper op 3.05 en Martin op 4.40.
‘s- Avonds in Morzine mag Joop Zoetemelk de conclusie trekken dat de Tour vrijwel gewonnen is. Peter Post bedankt zijn renners voor de ploegdiscipline. Het is Quatorze Juillet, Frankrijks nationale feestdag. De stemming is opgetogen, heel anders dan twee weken terug nog maar, op die deprimerende avond in Lille. Morgen is er rustdag, Joop kan met een gerust geweten een uurtje later naar bed.