27 juni 1981

Hinault gunt Van der Velde een kruimeltje 

Op een heuveltje in Martigues, vlakbij Marseille, zijn we getuige van een beetje genoegdoening voor Johan van der Velde. Solerend wint hij de derde etappe, de langste rit van de Tour. Drie rondjes over een circuit van vijf kilometer vormen de afsluiting, met daarin een klimmetje van 8 procent over 280 meter. Bernard Hinault laat welwillend toe dat Van der Velde hier een kleine herrijzenis beleeft. 

In de Tour van 1980 heeft Johan van der Velde indruk gemaakt, als winnaar van de Dauphiné, als kampioen van Nederland, als de beste jongere in de Tour, als trekpaard van Joop Zoetemelk in het hooggebergte.

Een jaar later gaat het veel minder met Van der Velde (24). Na Luik-Bastenaken-Luik wordt hij op doping betrapt. Hij raakt daardoor zijn zege kwijt, maar de straf blijft verder beperkt tot een voorwaardelijke schorsing.  Zo kan Van der Velde zich toch opmaken voor de Tour de France. Onberoerd laat de dopingaffaire hem niet. In de Dauphiné herinnert niets meer aan de Nederlandse kampioen van 1980 . Als ‘schaduw-kopman’ achter Joop Zoetemelk is hij naar de Tour gekomen, maar in de eerste etappe Van der Velde verliest meteen 5½ minuut. 

Het is de schade die Hinault hem toebrengt als hij met een korte inspanning het eerste kaf van het koren weet te scheiden. Het peloton valt daardoor snel in twee stukken uiteen waardoor de Franse heerser tevreden kan vaststellen dat hij van Van der Velde geen concurrentie meer te duchten heeft.

Hinault spartelt dan ook niet tegen als Johan van der Velde op de derde dag in een groepje met de Deen Kim Andersen, de Belg Roger De Cnijf en Hinault’s hulpkracht Lucien Didier het avontuur zoekt. Het kost hem weinig moeite afstand te nemen van zijn medevluchters en in zijn eentje op jacht te gaan naar de dagzege. ,,Alleen voor Andersen was ik bang, want die kende ik niet. Daarom testte ik ze maar eens vlak voordat er nog een ronde gereden moest worden. Nou, toen had ik het gauw gezien. Ik kon ze allemaal aan. winnen op zo’n aankomst was niet meer zo’n kunst voor mij.”

De ritzege doet hem beseffen wat er mis is gegaan. ,,Ik kon mezelf wel voor de kop slaan. Eén moment van onoplettendheid en je bent geklopt. Ik kan nu wel zeggen dat ik me nog niet rijp voel om een Tour te kunnen winnen, maar je houdt er wel een ellendig gevoel aan over.” 

Niet meer dan 25 seconden maakt Van der Velde goed, een kruimeltje. In het algemeen klassement blijft Gerrie Knetemann op kop. De witte trui is nu voor Ad Wijnands. Een dag eerder is Theo de Rooy daarin gehuldigd. Het was de jury ontgaan dat De Rooy in de ploegentijdrit door een lekke band achterop was geraakt en daarom niet in aanmerking kwam voor bonificatie. Wijnands: ,,Ik zat net te eten toen ze kwamen vertellen dat die witte trui voor mij was. Ik houd me niet met al die klassementen bezig.” 

In Martigues nemen we al afscheid van Johan Pollentier, die kale Vlaming die in 1978 bekendheid verwierf als bergkoning en in de rit naar Alpe d’Huez de gele trui greep. Een uur na zijn triomf werd hij in een caravan van de dopingcontroleurs betrapt op fraude met een peertje in zijn achterwerk. Schone urine daarin moest zijn dopinggebruik camoufleren. In de daaropvolgende jaren kan Pollentier niet eens mee in de bergen en blijkt Parijs te ver voor hem. Nu raakt hij al in de eerste etappe achterop. Niemand kijkt nog op van zijn vertrek. 

Delen