28 mei 1969
duda-wsm
Het kauwgommetje van Cruijff
Twaalfduizend Nederlandse voetballiefhebbers zijn Ajax gevolgd naar Madrid. Voor het eerst heeft een Nederlandse club een Europese finale bereikt. Na een triomftocht die Ajax voerde langs FC Nürnberg, Fenerbahce, Benfica en Spartak Trnava wacht op 28 mei 1969 AC Milan in het toernooi van de landskampioenen.
Kansloos gaan de Amsterdammers onderuit. De Italiaanse kampioen, met Gianni Rivera en Pierino Prati als uitblinkers, is veel te sterk: 4-1. Terwijl Ajax probeert zo mooi mogelijk te voetballen, slaat Milan efficiënt toe.
De finale maakt coach Rinus Michels duidelijk waar hij moet ingrijpen om Ajax uit te bouwen tot een nog succesvoller team. Ton Pronk blijkt niet in staat en vooral te traag om spelers van het kaliber Rivera aan banden te leggen. Theo van Duivenbode mist meedogenloosheid, Henk Groot is te veel snelheid kwijt, Klaas Nuninga biedt geen perspectief voor het zich verhardende Europees voetbal.
Het meest opmerkelijke excuus komt, veel later pas, van Johan Cruijff. Columnist Nico Scheepmaker tekent het op in het boek De Bal – berichten van het voetbalveld
(1989): ‘Johan Cruijff was zijn kauwgommetje vergeten.
Hoe dat zit legt Scheepmaker uit in het hoofdstuk getiteld: De onderbroek van Sjaak Swart:
‘Alvorens de kleedkamer te verlaten, stak Johan Cruijff een stukje kauwgom in zijn mond.
In de tijd dat Gert Bal bij Ajax in het doel stond en bij het opkomen als aanvoerder als eerste het veld betrad, liepen de spelers achter elkaar naar de middencirkel.
Bals bleef op de middenstip staan, de andere spelers waaierden om hem heen en gingen op de cirkellijn staan, Johan Cruijff, die altijd als laatste de rij slot, stak de middencirkel helemaal over naar het verste punt van de cirkel en gaf dan, bij het passeren van Gert Bals, de aanvoerder altijd even een vriendelijk, niet te hard tikje in de maagstreek
Cruijff, die altijd de bal droeg, rende na het groeten van het publiek naar het doel toe, Bals was daar al op weg naar toe, ging in het doel staan, en Johan schoot hem dan één keer de bal in de handen.
Op het moment dat er werd afgetrapt, spuwde Johan het kauwgommetje uit en schoot het in de vlucht weg.’
Bij de finale in Madrid moest dat ritueel uitblijven, Cruijff had geen kauwgommetje om uit te spuwen. Het gemis bleef door zijn hoofd spoken. ‘In de wedstrijd denk je daar af en toe wel aan’, zou Cruijff later bekennen.