29 juni 1980
'Étape volante'
In de Tour de France van 1980 vormen ‘vliegende etappes’ een buitenkansje voor kleine voordeeltjes. Bij die tussensprints vallen seconden en punten voor de groene trui te vergaren. In de derde etappe, op zondag 29 juni van Metz naar Luik, duikt er na 58 kilometer zo’n étape volante
op. Op een venijnig hellinkje van pakweg 150 meter in Longwy, vlak voor de grens met België, grijpt Bernard Hinault zijn kans. Het levert hem twaalf seconden tijdwinst op ten opzichte van Joop Zoetemelk.
Van Peter Post heeft Jan Raas de opdracht gekregen om Hinault in de gaten te houden en hem zo nodig de pas af te snijden bij zo’n tussensprint. Eerder hoefde dat niet, Jan Raas wist niet eens dat daarin ook punten voor het groenetrui-klassement te verdienen zijn. Op dat klimmetje in Longwy, een Franse Cauberg, moet Raas zwichten voor de jump van Hinault.
Met zijn gewonnen sprint wil Hinault niet alleen onderstrepen dat hij op zijn sterkst is, ook dat de regie in zijn handen ligt. In Longwy sprint warempel ook Joop Zoetemelk mee. Hij wordt vierde, net te weinig voor een bonus. Hij wint er wel vertrouwen mee. Aan de finish op de Maasoever in Luik oogt Zoetemelk ineens opmerkelijk fris nadat hij beschut in het peloton over de finish is gekomen. ,,Ik geloof dat ik het ergste heb gehad. Hoe verder we kwamen, hoe beter het ging. Ik kon op de heuveltjes zelfs aan de leiding rijden. Het is een hele tijd geleden dat ik dat heb meegemaakt.”
Joop Zoetemelk klinkt vrolijker en zelfbewuster, optimistischer dan we hem dit seizoen hebben meegemaakt. Een gebroken sleutelbeen belette hem om in Parijs – Nice te starten, in de Dauphiné Libéré ontbrak de vorm nog en tijdens de Ronde van Zwitserland plaagde een maagaandoening hem op een moment dat hij in de leiderstrui reed. Het dieptepunt volgde in het weekeinde vooraf aan de Tour. In de nationale titelstrijd rond het Zuid-Limburgse Geulle raakte Zoetemelk snel zo ver achterop dat hij al na honderd kilometer afstapte.
Hij heeft opgezien tegen de acht uur lange etappe naar Luik, bekent Zoetemelk. ,,Ik had me vier dagen de tijd gegeven. Ja, eerlijk, ik zag op tegen deze etappe met flink wat klimmetjes, zo’n beetje het parkoers van Luik-Bastenaken-Luik. Hinault heeft die twee maanden geleden met ruim negen minuten voorsprong gewonnen. Als ik nog niet fit was geweest, had-ie mij dit hier ook kunnen lappen. Ik denk dat de ploegentijdrit van vrijdag mij er bovenop heeft geholpen. In de proloog kon ik de grote versnelling nog niet ronddraaien. Daar miste ik de macht voor. In de ploegentijdrit kwam die macht wel. Daarin hoefde ik niet steeds op kop te rijden, ik kon steeds op adem komen.”
Ruud Bakker, de verzorger van de ploeg, staat erbij als Zoetemelk zijn relaas doet. Bakker: ,,Het probleem van die maagaandoening van Joop was dat het niet goed met pillen kon worden opgelost. De krachtpillen die daarvoor nodig zijn, staan op de verboden lijst. Ze zouden de reglementen op dat punt moeten aanpassen. Ik ben nu allang blij dat Joop er weer fris uitziet.”
Het opgemonterde stemming bij Zoetemelk doet het vertrouwen binnen de ploeg goed. Een extra oppepper is de ritzege van Henk Lubberding in Luik. Dertig kilometer voor de finish is hij achter de Belg Guido van Calster aangegaan. Ingeklemd tussen vier Belgen zet Lubberding zeven kilometer voor de eindstreep een solo, die hij met een voorsprong van anderhalve minuut kan bekronen.
Met een ritzege voor Lubbering en de stijgende vorm van Zoetemelk krijgt ook Peter Post een beter humeur. Nu maar hopen dat de achterstand van 14 seconden op Hinault de volgende dag in de individuele tijdrit over 34 kilometer niet te groot zal worden.