30 juni 1980
Klodders speeksel
Op weg naar het circuit van Francorchamps rijden we achter Jan Raas aan. Nee, niet omdat hij in de individuele tijdrit over 34 kilometer op de winst jaagt. Laat dat maar over aan Bernard Hinault en Joop Zoetemelk. Deze middag zal Jan Raas genoegen nemen met de 71ste plaats. Wat hem in de vierde etappe van de Tour de France overkomt is wél bijzonder.
Belgische heethoofden vormen een lang lint van boze blikken. Ze schelden, ze tieren, ze ballen hun vuisten als Raas in zijn regenboogtrui langs komt. Op de Côte de la Malchamps is de maat vol voor de wereldkampioen. Dan zwenkt hij plotseling met zijn fiets in de richting van een toeschouwer die hard schrikt en zijn balans verliest. De daaropvolgende woedende reacties beantwoordt Raas met klodders speeksel.
,,Ik riskeer graag een boete voor zoiets. Vorig jaar in Forli kwam er een Italiaan op me af, die sloeg me zomaar. Toen ben ik afgestapt en heb ik die man een flinke trap gegeven. Schelden en schreeuwen ben ik gewend. Maar ze moeten niet gaan slaan of spugen. Ik ben geen Zoetemelk. Die vond het normaal dat ze hem in Yvoir, toen Hennie Kuiper daar wereldkampioen werd, van alle kanten bespuugden. Zoetemelk heeft ook een tijd gekend dat hij in België geen criterium meer durfde te rijden. Ik laat niét met me sollen.”
Bernard Hinault heeft van de toeschouwers minder te duchten in de tijdrit die eindigt met een rondje van zeven kilometer over het racecircuit. Speciaal voor de tijdritten heeft de Fransman zich in de aereodynamische ruimte van zijn ploeg Renault een meer gestroomlijnde houding eigen gemaakt. Hij heeft zich daarvoor laten inspireren door schaatser-wielrenner Eric Heiden.
,,Dat scheelt minstens vijf kilometer per uur. Gevaarlijk is het niet, dat is bij de test al gebleken. Bij de lange afdalingen trilt het voorwiel toch, of je het nu met een of twee handen vasthoudt”, vertelt Hinault. ,,Ik houd toch liever mijn beide handen op het stuur”, reageert Zoetemelk. ,Ten eerste weet ik niet of het wat uithaalt wat Hinault doet. Ten tweede vind ik het in zo’n afdaling te link. Maar, ik moet zeggen, hier kon het wel, lange afdalingen, rechte wegen.”
Aan het eind bedraagt het verschil één minuut en 16 seconden in het voordeel van Hinault. In het klassement loopt de voorsprong van de Fransman op Zoetemelk daardoor op tot anderhalve minuut. Onaangedaan incasseert Zoetemelk het verlies. ,,Tweede worden in een tijdrit achter Hinault betekent geen nederlaag. Iedereen weet toch hoe sterk hij daarin is. Het verschil is normaal. Vorig jaar zou ik zoiets als nu, die 1.16 dus , ook hebben verspeeld.”
Hinault trekt een andere conclusie, wellicht omdat hij had gehoopt verder afstand te kunnen nemen. Met een haast mechanische glimlach, zegt Hinault: ,,Zie je nou dat die Zoetemelk in vorm is. Alles wat er over zijn gezondheid is gezegd, lap ik aan mij laars. Dit verschil tussen ons is normaal.”
Joop Zoetemelk beseft wat hem te doen staat in de achttien etappes die nog volgen, inclusief een tweede individuele tijdrit over 51 kilometer. ,,Ik moet er nog minstens drie minuten bijtellen. Het verlies kan alleen maar worden weggewerkt door regelmatig aan te vallen . Er zit geen andere oplossing op dan dat Van der Velde en Lubberding de aanval zoeken. Dan zal Hinault toch wel moeten reageren.”
De eerste gelegenheid dient zich snel aan voor de Raleigh-ploeg, morgen al, op 1 juli in een etappe naar Lille, met twintig kilometer kasseienstroken in de slotfase. De Hel van het Noorden. Zoetemelk: ,,Daar heeft Hinault vorig jaar een flinke achterstand opgelopen. Ik merk aan alles dat hij nerveus is.”