9 juli 1981

Samen eten, samen naar de kerk 

Glunderend paradeert Lomme Driessens over de Kempensche Steenweg in Hasselt. Opnieuw heeft hij een sprintzege van Freddy Maertens mogen begroeten, de vierde al in deze Tour. Driessens bejubelt de triomfreeks als een persoonlijk succes. De verbazing bij de velen die Maertens hadden afgeschreven, groeit met de dag.   

Driessens: ,,Ik ben altijd in Freddy blijven geloven. Hij was niet versleten, niet opgebrand door doping, door de cortisonen waarmee hij de grote versnelling rond kon krijgen. Met Freddy is het gewoon zielig verlopen. Ik heb hem opgeraapt , méér wil ik er niet over kwijt.”

Lomme Driessens (69) is een ouwe rot in het wielermetier. Zeven keer heeft hij als ‘sportdirecteur’ renners naar de eindzege in de Tour geleid, zeven keer ook was hij de coach bij een Belgische wereldtitel op de weg. Hij werkte nog samen met Theo Middelkamp en Fausto Coppi, later met Rik van Steenbergen, Rik van Looy en Eddy Merckx.

Samen met Maertens’ zaakwarnemer Willy Delabastita, een bekend quizmaster op de Belgische tv, heeft Driessens zich over Maertens ontfermd. Als wielrenner, en als mens, lag hij in de goot, na de wereldtitel van 1976 en de groene trui met opgeteld tien ritzeges in de Tour van 1976 en 1978. 

Freddy Maertens is dit jaar onder zijn vleugels teruggekeerd. De eerdere Tour-successen inspireerden tot hereniging. Driessens: ,,Er was er maar ene die hem helpen kon, en dat was Driessens, maar ene, hoor je wat ik zeg, maar ene. Hij is bij mij weggegaan, drie jaar terug. We hadden de koppeltijdrit Barracchi gewonnen, hij is bij mij thuis champagne komen drinken. Hij was zo zat als een kanon toen hij wegging. Daarna heb ik niks meer van hem gehoord. Want hij ging onder Fred Debruyne verder. Het was over. 

Sinds de zomer van 1980 hebben ze weer contact. Driessens: ,,Ik hoorde wat Freddy allemaal aan het doen was. In de winter, drinken, drinken en blijven hangen. Ik heb hem naar een apotheker gestuurd die ik kon vertrouwen. die is ook gymnastiekleraar, Ik heb hem gezegd welke oefeningen hij moest doen tot 1 januari. Toen heb ik Freddy beloofd, ge kunt weer coureur worden. Freddy moest terug, hij was mensenschuw geworden. Ik heb hem geshowd bij de journalisten. Langzaam kwam het vertrouwen in zichzelf terug. Maar hij moest wel naar mij blijven luisteren. Anders zou het weer fout gaan.”

Hun samenwerking gaat in de Tour zover dat irritatie de ploeg binnensluipt. Alles doen ze samen, Driessens en Maertens. Ze sluiten zich vaak af van de rest van de ploeg, ook bij de avondmaaltijd; op zondagmorgen gaan ze zelfs met z'n tweeën naar de dichtstbijzijnde kerk. Frits Pirard, een van de twee Nederlanders in de verder Belgische ploeg, doet daarover in Hasselt een boekje open:  

,,We hebben ons als renners verzet tegen de buitengewone behandeling die Freddy geniet. Dat heeft al geleid tot een verhit gesprek. Natuurlijk rinkelt de kassa, maar er staat tegenover dat Driessens veel te weinig tijd heeft voor de rest. Dat komt de eenheid niet ten goede terwijl je als ploegleider indirect met de centen van de jongens knoeit want je blijft voor contracten in de criteriums als renners toch ook afhankelijk van je ploegleider.”

De prestaties in de Tour bepalen voor een belangrijk gedeelte de hoogte van het startgeld in de criteriums. Cees Priem kan zich alvast gaan voorbereiden daarop. Peter Post laat hem vanuit Hasselt naar huis gaan. Post: ,,In de beslissende fase van de Tour kan toch niet veel meer doen voor de ploeg.” Priem: ,,Het is toch zinloos om in de bergen weer vele kilometers voor de bezemwagen uit te rijden.”

Priem zegt dat in Hasselt, 525 kilometer verderop ligt de volgende halte in de Tour. Vanaf het vliegveld van Sint-Truiden vliegen ze naar Mulhouse waar de volgende dag een individuele tijdrit van 38,5 kilometer wacht. Het wordt zo'n dagje waarop Lomme Driessens niets hoeft te verwachten van Freddy Maertens.

Delen